Yossi Beilin, ooit de creatieve geest achter de onderhandelingen in Oslo, hoopt dat de Europese Unie een grotere rol zal gaan spelen in het Midden-Oosten.

Vrijdag 28 september viel de eerste verjaardag van de al-Aqsa-Intifada, de Palestijnse opstand tegen de Israëlische bezetting die, nu in de schaduw van de aanslag van 11 september, nog steeds zijn dagelijks tal doden eist. Nog steeds is het plan-Mitchell niet in werking, nog steeds blijft het leven elke dag frustrerender, wraakroepender en wanhopiger worden. Onmiddellijk na de ramp in New York trachtte Israël (onder meer ex-premier Ehud Barak) nog de Palestijnen en hun president Yasser Arafat bij Osama Bin Laden in de mand van het wereldterrorisme te schuiven, en haalde het giftig uit naar EU-ambassadeurs (in casu de Franse) die dat niet wilden onderschrijven. Op het terrein hielden de tanks en bulldozers van het bezettingsleger ondertussen vernielende incursies in Palestijnse steden als Jenin, Jericho, Nabloes en Rafah. Met méér doden als gevolg, reële bezorgdheid in de Arabische landen en grote angst bij de Palestijnen, dat zij het eerste slachtoffer zouden zijn.

Díé fout heeft Washington dit keer dus niet gemaakt: eindelijk zet de VS, die veel Arabische vrienden nodig zal hebben in het nieuwe conflict, genoeg druk op beide partijen om hun reacties te milderen. De Amerikanen dwongen hen tot een voorlopig staakt-het-vuren dat een paar dagen overeind bleef, én tot een dialoog tussen de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres en Arafat. Een gesprek dat tot op het laatste moment verboden werd door premier Ariel Sharon, maar woensdag dan toch plaatsvond. Eén stap in de richting van het Mitchell-plan, of zelfs dat niet.

Ex-minister Yossi Beilin, nu in de oppositie, is volgens menigeen de enige resterende fatsoenlijke man in de Israëlische politiek. Ooit was Beilin de creatieve geest achter de geheime onderhandelingen in Oslo. Nu kwam hij in Brussel met de Europese Unie praten over meer EU-inbreng in de Palestijns-Israëlische strijd.

De oplossing voor Israël en Palestina is immers bekend: bij de gesprekken in Taba, na de mislukking in Camp David, lag er bijna een akkoord op tafel. Maar er was niemand meer om het te ondertekenen.

Hoe uit de knoei geraken?

Yossi Beilin: Door opnieuw te gaan onderhandelen, en het plan-Clinton als basis te nemen voor het definitieve akkoord. De uitweg uit het slop is heel duidelijk, de vraag is alleen maar of de partijen het ook willen. Aangezien we de oplossing kennen, zou het niet zo moeilijk mogen zijn die te bereiken.

Shlomo Ben-Ami zegt dat hij in Camp David heeft geleerd dat Arafat en de Palestijnse leiding geen partner is voor vrede.

Beilin: Ik respecteer zijn oordeel, maar ik ben het er niet mee eens. In de politiek kan je niet zomaar zeggen dat je tegenhanger geen partner is. Dat is een verdict tegen jezelf: als Arafat geen partner is, dan kunnen we met hem geen vrede sluiten, en dan komt er geen vrede in het Midden-Oosten in de nabije toekomst, en God weet hoe lang die nabije toekomst kan duren. Daarbij geloof ik niet dat ook maar iemand weet wie Arafat zou kunnen vervangen, zelfs in een verre toekomst. En of die nieuwe leider voor Israël tegemoetkomender zou zijn dan Arafat zelf. De grootste vraag zou zijn of zijn opvolger even sterk zou zijn als hij, en evenzeer aanvaard door zijn volk als Arafat. Het zou wel eens lang kunnen duren vooraleer iemand opnieuw in die positie verkeert. Daarom hebben wij niet de luxe te kunnen zeggen dat onze partner geen partner is. Want we hebben er geen andere.

Wat wil Sharon?

Beilin: Ik denk dat Sharon geen vrede wil en ook geen oorlog. Als het mogelijk was alles te bevriezen zonder geweld, zou hij dat doen. Maar dat is onmogelijk. Daarom zal hij misschien uiteenlopende initiatieven steunen, wel een ontmoeting tussen Shimon Peres en Arafat toelaten, maar geen vredesakkoord of zoiets, omdat hij niet bereid is daar de prijs voor te betalen.

Welke prijs zou Sharon daarvoor moeten betalen?

Beilin: Wel, hij loopt al die jaren al te zeggen dat we niet mogen toegeven en dat we niet mogen terugtrekken. Als hij dat nu toch doet, zal hij kolonies moeten ontmantelen, en wat dan? Dat is niet eenvoudig voor hem. Hij moet zijn basis verzorgen.

Ondertussen stelt hij een veiligheidszone langs de grens voor…

Beilin: Een cordon sanitaire langs de Green Line was dat. Dat is totaal onrealistisch. Het idee alleen al, dat er technische oplossingen voor het probleem zouden bestaan, is pathetisch. Het eerste wat men moet begrijpen, is dat de echte oplossing erin bestaat vrede te sluiten, een akkoord te sluiten met de andere kant, en niet die kant af te snijden. Zelfmoordenaars met bommen zullen altijd in staat zijn hun doel te bereiken.

In Camp David, zeggen Israëli’s, weigerde Arafat een fantastisch aanbod. Later in Taba, zeggen Palestijnen, kwam een plan op tafel dat bijna aanvaardbaar was voor hen. Wat was het verschil tussen de twee?

Beilin: Er was een heel groot verschil. De basis voor Taba was het plan-Clinton. Dat plan ging verder dan wat in Camp David besproken werd over grondgebied, Jeruzalem, vluchtelingen… Er was serieuze vooruitgang op al deze punten na Camp David.

Waarom werd dat dan niet op tafel gelegd in Camp David?

Beilin: Inderdaad, waarom niet? Dat was de grote vergissing. Wat we hadden moeten doen, was eerst het equivalent van Taba organiseren, op ministerieel niveau, en daarna, op basis van wat daar bereikt werd, een soort plan-Clinton aannemen. Dat had dan het fundament kunnen worden voor een akkoord over het eindstatuut, en dát zou een top geweest zijn. Beginnen met de topontmoeting en daarna over het plan-Clinton praten en dan naar Taba gaan, was helemaal verkeerd.

Dus het plan-Clinton bestond al, dat was niet de vrucht van die evolutie?

Beilin: Ik weet niet of het fysiek bestond, maar het uiteindelijke plan-Clinton leek heel erg op wat ik besproken had met Aboe Mazen. Dit plan had veel problemen kunnen oplossen, als het van tevoren gesuggereerd was.

Dan kan men stellen dat de oorsprong van de mislukking, om welke reden ook, bij Ehud Barak lag?

Beilin: Het valt mij moeilijk zoiets te zeggen. Omdat hij ook moedige beslissingen genomen heeft. Hij heeft ons uit Libanon weggehaald. Hij is met interessante ideeën naar de Palestijnen gegaan. Hem de schuld geven van de mislukking, zou overdreven zijn. Hij heeft veel fouten gemaakt bij de onderhandelingen, maar ik geloof dat Arafat ook schuld heeft aan de mislukking, in hoofdzaak omdat hij niet onmiddellijk getracht heeft de Intifada te stoppen. Dat zou de juiste reflex geweest zijn, maar hij vond dat hij dat niet kon doen, en in plaats daarvan volgde hij wat de straat dicteerde.

Intussen heerst er chaos in de Arbeiderspartij. De Palestijnen geloven hoe langer hoe minder in Arafat. U zit met Sharon, en u heeft geen alternatief voor hem. Beide kanten zitten met een heus gebrek aan leiding?

Beilin: De verkiezing van Abraham Burg tot partijleider is een aanwijzing dat de partij zo iemand als leider wil. Voor mij is dat goed nieuws. Ik denk dat hij alles zal doen om de Labourpartij een echt alternatief te doen voorleggen, en ik zal hem daar met veel plezier bij helpen.

U hebt einde juli een vergadering met Palestijnen gehad. Wat hebt u daar geleerd?

Beilin: Dat het niet onmogelijk is met de andere kant tot een akkoord te komen, dat er nog altijd mensen zijn die vrede willen, aan beide kanten. Hun taak is dat uit te bazuinen, en te proberen anderen te overhalen om mee te doen.

In Israël is dat momenteel geen erg populair standpunt.

Beilin: Dat vrees ik ook. Maar het zál populair worden. Dat hangt af van wat het vredeskamp ervan bakt. Als we bepaalde doelstellingen bereiken, als we opnieuw een veralgemeende massabeweging worden, dan verandert dat alles. Ik geloof wel dat het niet al te ver weg meer is.

Gelooft u dat de Amerikanen nog steeds een beslissende rol moeten spelen?

Beilin: We gaan naar belangrijke gesprekken met de Europese Unie en met de Amerikaanse regering. Ik hoop dat de EU de Amerikanen ervan kan overtuigen dat ze het conflict moeten proberen op te lossen. Want de Amerikanen zeggen nu bijna ‘laat ze maar bloeden’ en zouden het werk liefst aan de Europeanen overlaten. Dat is nieuw. Onder president Bill Clinton was dat niet het geval.

Voor Israël is een noemenswaardige rol van Europa nooit aanvaardbaar geweest.

Beilin: Tja, maar als het meekomt in een pakket, dan geloof ik wel dat het aanvaard kan worden. En kan Europa de taak aan? Voor zover ik weet wel, maar ik weet er niet genoeg van.

Heeft u tijdens de onderhandelingen in Oslo ooit gedacht dat dit soort situatie eruit zou kunnen voortvloeien?

Beilin: Ik kan niet zeggen dat we dit hebben voorzien. We voelden wel aan dat er moeilijkheden op komst waren, we geloofden niet dat het een rozentuin zou worden. Maar we wisten niet op wat voor obstakels het proces zou stuiten. Dat weten we nu veel beter.

Een van de grootste obstakels waren de kolonies die de hele tijd bleven aangroeien.

Beilin: Dat is juist.

Wist u niet dat dat belangrijk was?

Beilin: Nee. Wel, niet dat we het niet wisten, maar het geloof dat er een vredesverdrag voor de deur stond, en dat dit een vitale prijs was die we moesten betalen om een coalitie overeind te houden tot aan de vrede, deed ons dat aanvaarden…

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content