De ene speelt in de Engelse Premier League, de andere in de Spaanse Primera Division. Allebei maken ze kans om met hun club kampioen te worden, in de grootste voetbalcompetities ter wereld. Waarin schuilt de kracht van Simon Mignolet en Thibaut Courtois? We vroegen het aan Erwin Lemmens,keeperstrainer bij Lokeren en de Rode Duivels, Wim De Coninck, voetbalanalist en -commentator, en Jos Beckx, keeperstrainer bij Standard Luik.
MENTAAL
Zowel Thibaut Courtois (Atletico Madrid) als Simon Mignolet (Liverpool) straalt karakter uit. Is zo’n persoonlijkheid aangeboren, of kun je daarin groeien?
JOS BECKX: In hun geval is die aangeboren. Toen ik met hen begon te werken, zaten ze allebei in een wat onzekere situatie. Courtois had bij Genk de concurrentie van Koen Casteels, een leeftijdgenoot die de meeste waarnemers toen beter vonden. Casteels mocht naar de nationale ploeg, Thibaut niet. Casteels kwam bij de A-kern, Thibaut niet. Toch heeft dat Courtois geen moment doen twijfelen. De anderen vergisten zich, zei hij. Thibaut was er honderd procent zeker van dat hij eerste keeper zou worden bij Genk en daarna naar een grote buitenlandse club zou gaan. Zijn geloof in eigen kunnen kende geen grenzen.
Na Genk trok ik naar Sint-Truiden om met Simon Mignolet te werken. Hij is eigenlijk hetzelfde type als Thibaut: wat bedeesd, maar tegelijk ook erg zelfbewust en ambitieus. Hij had amper ervaring en debuteerde bij een club die uit tweede klasse promoveerde. Niet vanzelfsprekend, maar twijfelen stond niet in zijn woordenboek.
ERWIN LEMMENS: Als ik Thibaut moet typeren, dan zeg ik: hij is vooral nog een jonge vent. Hij vindt het ook belangrijk om zich te amuseren op de training, en geef hem eens ongelijk. Hij is open en kan om met kritiek, omdat hij zo gretig is om bij te leren. Mignolet staat verder in zijn persoonlijke ontwikkeling. Hij is ouder en volwassener. Simon heeft meer meegemaakt en kan op die ervaring terugvallen. Maar qua karakter zijn er zeker meer raakvlakken dan verschillen tussen beiden.
Courtois en Mignolet zijn ijskonijnen. Emoties laten ze nooit zien.
BECKX: Dat moet ook zo. Doelman is vandaag de moeilijkste positie in het voetbal. Een keeper mag helemaal geen fouten maken. Hij moet bij wijze van spreken iedere bal pakken of zijn match is mislukt. De druk is tien keer groter dan die op een veldspeler.
LEMMENS: Een keeper moet de stress van zich af kunnen schudden. Dat is de basis van iedere goede sportprestatie.
BECKX: Die inwendige rust van Courtois en Mignolet kun je niet trainen. Of toch moeilijk. Je kunt een zenuwpees wat meer focus geven, maar een koele kikker wordt hij nooit.
Vroeger heette het dat een keeper een beetje zot moest zijn. Van dat cliché staan beiden ver af: geen soberder kerels dan Courtois en Mignolet.
LEMMENS: Een keeper is een individualist, een beetje een buitenbeentje. Er was een tijd dat doelmannen zich ook in dat imago wentelden: ze gingen zich gekker voordoen dan ze eigenlijk waren. Maar het voetbal is te professioneel geworden voor zotternijen. Thibaut en Simon zijn daarvan de exponent: bij hen is er geen steekje los.
WIM DE CONINCK: Ze zijn intelligente keepers, dat woord karakteriseert hen nog het meest.
BECKX: Ze hebben allebei een goed stel hersenen, ja. Mignolet studeerde politieke wetenschappen en was altijd geslaagd. Doe het maar, als parttimestudent. En kijk eens hoe snel Courtois vloeiend Spaans sprak.
STIJL
Courtois en Mignolet zijn twee heel verschillende typen doelmannen.
LEMMENS: Thibaut heeft met zijn tentakels een uitzonderlijk grote reikwijdte. Simon is een kat in de goal, qua reflexen niet te kloppen. Ze gebruiken hun kwaliteiten optimaal. Je kunt Thibaut niet laten keepen zoals Simon en Simon niet zoals Thibaut.
Past de ene beter bij de nationale ploeg dan de andere, wegens die andere stijl?
LEMMENS: Naar mijn gevoel passen beiden perfect bij de verdedigers van de Rode Duivels. Wie er ook speelt, in doel heb je geen verzwakking.
BECKX: Ik zou niet graag in de schoenen van bondscoach Marc Wilmots staan, want ook Simon is een topkeeper en hij blijft razend ambitieus. Ik weet zeker dat hij het statuut van tweede doelman niet zomaar accepteert, dat staat haaks op zijn karakter. Gelukkig is Mignolet verstandig genoeg om gewoon verder te blijven werken. Hij ziet in dat heibel niet in zijn voordeel is.
DE CONINCK: Zuiver qua keeperskwaliteiten bestaat er geen verschil tussen beiden. Blijft over: de perceptie. Courtois is nu de man met de gouden handen en dito toekomst. Maar de perceptie rond Mignolet kan snel veranderen als hij met Liverpool kampioen wordt. Al maakt Courtois in Spanje ook kans op de titel, natuurlijk.
BECKX: Het blijft voor die jongens vreselijk jammer dat ze met z’n tweeën zijn. Ze zijn elkaar waard, maar een van hen moet onvermijdelijk naar de bank.
Iedere trainer zegt dat meevoetballen voor een doelman almaar belangrijker wordt. Valt er wat dat betreft een onderscheid te maken?
DE CONINCK: Wel, dat begint er een beetje te komen. Courtois is altijd een uitstekende voetballer geweest. Hij werd bij Genk de eerste aanvaller genoemd omdat hij de counter perfect lanceerde. Bij Atletico moet Courtois nu al een aantal seizoenen, tegen zijn natuur in, het spel vertragen: tijd winnen om de ploeg zich te laten opstellen. Dat zorgt ervoor dat hij zijn zuivere trap en zijn goede spelinzicht minder hoeft te gebruiken, en daardoor verslappen zulke kwaliteiten onvermijdelijk een beetje. Mignolet beschikt over dezelfde voetbaltroeven – hij was veldspeler tot zijn vijftiende en belandde pas heel laat in doel – én kan die ook onderhouden.
LICHAAM
Zowel Mignolet als Courtois beschikt over een kathedraal van een lichaam.
BECKX: Net daarom zag ik meteen toekomst in hen. Een doelman van 1,80 meter weet dat hij nooit de top zal bereiken. Maar geef mij er een van 1,90 meter, met kracht, een goeie basistechniek én de juiste instelling: ja, daar zit natuurlijk muziek in. Je kunt een speler iets aanleren, maar je kunt hem niet groter maken.
U had al snel gezien dat ze tot dit niveau konden doorgroeien?
BECKX: Ik zou liegen als ik dat beweerde. De weg van Sint-Truiden naar Liverpool is lang.
DE CONINCK: Ik gaf Mignolet al bij zijn doorbraakseizoen punten voor de Gouden Schoen. Veel mensen keken raar op – ‘de Gouden Schoen, voor het keepertje van Sint-Truiden?’ – maar ik dacht al na een paar weken dat hij vertrokken was voor een grote carrière.
LEMMENS: Je zag het grote potentieel, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het daarna ook waarmaken. Je hebt het nooit helemaal zelf in de hand. Zelfs de beste speler ter wereld heeft een beetje geluk nodig om de top te bereiken.
Mignolet is iets forser, Courtois is groter en leniger.
DE CONINCK: Mignolet oogt zeker soepeler. Courtois zit aan de limiet qua lengte, vind ik. Hij is nét niet te groot om er nadeel van te ondervinden. De twee hebben niet alleen een krachtig lijf, ze zijn ook sterk in een andere betekenis van het woord. Dat die twee zo goed als nooit geblesseerd zijn, is heus geen toeval. Daar gaan jaren spieroefeningen aan vooraf. Ze keepen ook zo doordacht dat ze weinig rechtstreeks contact maken. Al nodigt hun fysieke macht de tegenstand sowieso niet uit om in duel te gaan.
De carrières van Courtois en Mignolet verliepen tot nu toe altijd in stijgende lijn. Ze hebben nog geen ernstige tegenslagen meegemaakt. Hoe zullen ze ermee omgaan wanneer het eens minder loopt?
LEMMENS: Dat is dé vraag. Hoe verteren ze bijvoorbeeld een zware blessure? Niet dat ik me zorgen maak: het zijn nuchtere jongens en harde werkers, die trekken zich wel uit de slag.
BECKX: Jean-Marie Pfaff is ook nooit zwaar geblesseerd geweest, Michel Preud’homme evenmin. Misschien hebben Simon en Thibaut wel evenveel geluk. Of over welke tegenslagen hebt u het? Naast de ploeg vallen? Waar die twee ook belanden: ze zullen spelen. Ze zijn zo rustig in het hoofd en hebben zo veel wilskracht: trainers kunnen niet om hen heen.
TECHNIEK
Wat kan er nog beter, technisch gezien?
LEMMENS: Eigenlijk gelden voor Simon en Thibaut dezelfde aandachtspunten: het voetenwerk en de snelheid. Nog beter anticiperen, daar zit de progressiemarge.
BECKX: Dat was vroeger ook al zo. Zeker bij de tiener Courtois, die soms wat slungelachtig bewoog. Nu, we praten over heel kleine details die in een wedstrijd nauwelijks te zien zijn. Simon en Thibaut zijn volleerde keepers, zonder zwakke plekken.
DE CONINCK: Ze maken weinig fouten, ze coachen hun verdedigers goed, ze blijven rustig: dan ben je compleet, ja. Eén kwaliteit wil ik extra benadrukken, omdat ze er beiden uitzonderlijk sterk in zijn: man tegen man vind ik Courtois en Mignolet fenomenaal. Ze zetten perfect hun ‘scherm’ tegen aanstormende aanvallers. Het lijkt een fout van de aanvaller als hij dan mist, maar die arme spits kan de bal gewoon niet voorbij de keeper krijgen. Dat heeft te maken met plaatsing, met snel denken. Beide doelmannen zijn duidelijk uitstekend opgeleid.
TOEKOMST
LEMMENS: Zowel Mignolet met Liverpool als Courtois met Atletico Madrid maakt kans om kampioen te worden. Dat is voor beide teams onverwacht, en bij beide speelt de keeper een glansrol. Het laat verhopen dat die twee hun niveau nog verder zullen opkrikken. Want van prijzen pakken groeit een sporter. Kijk naar Courtois nadat hij de Europa League had gewonnen. Als ik Thibaut en Simon een gouden raad mag geven: ga er nooit van uit dat de piek nu wel bereikt is. Er blijft altijd groeimarge, zelfs op het niveau waarop ze nu zitten. Door ervaring op te doen win je aan zelfverzekerdheid. Als je alles al hebt meegemaakt, straal je vanzelf uit: jongens, dat komt hier wel in orde. Ze hebben dat nu al, maar het kan nog koeler en relaxter.
BECKX: Dat ze volop vertrouwen uitstralen, lijkt me logisch. Bekijk het parcours van Courtois: eerste doelman geworden bij Genk, meteen kampioen, dan naar Spanje en bij een absolute topclub alle wedstrijden spelen. Of Mignolet: bij zijn debuut als eerste doelman een wonderseizoen in Sint-Truiden met de titel van Keeper van het Jaar erbovenop, naar Sunderland gegaan, direct zijn plaats veroverd en bij het nog grotere Liverpool idem dito. Uiteraard leven Simon en Thibaut nu op vertrouwen. Het tegendeel zou raar zijn.
LEMMENS: In ieder geval durfden we er in België nooit van te dromen om twee doelmannen van zulke allure te hebben. En er komt er nog een derde bij. Ook in Koen Casteels zie ik een grote doelman. Hij had meer tijd nodig, maar hij mag van dezelfde carrière dromen als Courtois en Mignolet.
Courtois voetbalt in Spanje, Mignolet in Engeland. Welke competitie is voor een doelman het lastigst?
DE CONINCK: Engeland is lastiger. Nergens ter wereld worden doelmannen zo weinig door de scheidsrechter beschermd.
LEMMENS: Spanje teert op techniek, het Engelse voetbal blijft meer gericht op kracht en snelle omschakeling, maar het is evengoed bijzonder veeleisend. Ik zou niet kunnen zeggen: daar zit je als doelman beter met het oog op je ontwikkeling. Ze werken in ieder geval allebei in een topomgeving.
BECKX: Binnenkort voetballen ze natuurlijk allebei in Engeland. Chelsea zal Courtois wel terughalen. Petr Cech is in geen enkel onderdeel van het spel beter dan onze Belg, en in een aantal zaken scoort hij merkelijk minder. Ik zou het wel weten als ik José Mourinho was.
Wie moet er spelen bij de nationale ploeg?
DE CONINCK: Ik vind het logisch dat Wilmots voor Courtois kiest. Courtois hoort nu al bij de vijf beste doelmannen ter wereld. Elke topclub wil hem. Op zich doet Mignolet niet voor hem onder: als hij zou moeten overnemen, beschikken de Belgen nog steeds over topkwaliteit in doel. Maar het statuut van Courtois in het clubvoetbal maakt hem in feite onaantastbaar. Het hoeft niet te verwonderen dat er wat gekissebis zal komen tussen die twee. Zoals toen Courtois zei dat ‘Mignolet respect voor hem moet hebben’ en niet moet azen op zijn plaats. Ach. Laten we die concurrentiestrijd niet opkloppen en vooral dankbaar zijn dat we twee zulke klasbakken hebben. Heel de voetbalwereld benijdt ons.
DOOR JEF VAN BAELEN
‘De perceptie rond Mignolet zal veranderen als hij met Liverpool kampioen wordt.’
‘Chelsea zal Courtois wel terughalen. Petr Cech is in geen enkel onderdeel van het spel beter.’
