De kans is klein dat er iets substantieels uit decommunautaire dialoog voortkomt, hoe graag Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V)dat ook zou willen.

De aan de gang zijnde communautaire dialoog lijkt vast te houden aan een lange surrealistische traditie in dit land. De onderhandelaars onder leiding van Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) en Senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) zitten er in een klimaat van naar verluidt wederzijdse hoffelijkheid te onderhandelen over een pakketje staatshervormingsmaatregelen waarover al sinds begin dit jaar een politiek akkoord bestaat. Het gezelschap is met name in de weer met het wegwerken van enkele praktische knelpunten. Dat gaat dan over de vraag of je bij een regionalisering van de verkeerswet ook de rijscholen en de autokeuring naar de gewesten moet overhevelen. Het mag dan ook weinig verbazing wekken dat het overleg tot dusver in een ongedwongen sfeer plaatsvond.

Maar vorige vrijdag, tevens de laatste bijeenkomst van de groep van twaalf deze maand, hing er volgens de deelnemers opeens wel grimmigheid in de lucht. De Franstaligen wilden namelijk weten hoe de Vlaamse regering het in de zaak van de faciliteitenburgemeesters aan boord denkt te leggen. De Franstaligen sluiten zoals bekend elk communautair vergelijk uit zonder voorafgaande benoeming van de drie. Maar voor de Vlamingen maakt dit geen deel uit van de communautaire dialoog. Uiteindelijk gingen Vlamingen en Franstaligen vrijdag dan maar even apart vergaderen. De burgemeesterskwestie, hoewel niet officieel op de agenda, hangt dus als een donkere wolk boven het communautaire overleg.

Sommigen hebben ook vreemd opgekeken van het optimisme waarmee Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke (SP.A) zich onlangs over de gemaakte vorderingen uitliet. Want het blijft toch onzeker of Vandenbroucke met zijn urenlange uiteenzetting over het arbeidsmarktbeleid PS-kopstuk Philippe Moureaux op andere gedachten heeft weten te brengen. Ook het federale grootstedenbeleid – een institutionele anomalie volgens de Vlamingen – zou in de dialoog aan bod zijn gekomen. Maar meer dan een beleefde uitwisseling van standpunten was dat naar het schijnt ook niet.

Positief is inderdaad dat er weinig gelekt wordt uit de communautaire dialoog. Maar er valt dan ook weinig te lekken. Over de kern van de zaak, de geldstromen tussen de verschillende overheden in dit land, wordt voorlopig niet gesproken. Het klassieke spel van geven en nemen kan ook moeilijk starten zolang alleen de Vlamingen op alle vlakken vragende partij zijn: nieuwe bevoegdheden, een aangepaste financiering, en als dat allemaal binnengehaald is, de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Middelen om druk uit te oefenen op de Franstaligen hebben de Vlamingen bovendien nauwelijks, of het moest inderdaad de mogelijke benoeming van dat burgemeesterstrio zijn. Maar in het vooruitzicht van de regionale verkiezingen is de onderhandelingsruimte aan weerszijde van de taalgrens minimaal. Die communautaire dialoog lijkt dus een doodgeboren kind, al wil niemand dat voorlopig hardop toegeven.

door Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content