Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het Belgische beleid inzake genetische manipulatie.

In februari jongstleden werd in het Colombiaanse plaatsje Cartagena een conferentie gehouden over risico’s voor het leefmilieu, die verbonden zijn aan de verspreiding van genetisch gemodifieerde gewassen. Meer dan 170 landen zouden er een Biosafety Protocol ondertekenen. België werd vertegenwoordigd door milieudiplomaat Marc Gedopt van het ministerie van Buitenlandse Zaken, hoewel de politieke verantwoordelijkheid voor het dossier bij de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid ligt.

Vreemd was dat Didier Breyer van de Belgian Biosafety Advisory Council geen toelating kreeg om naar Columbia te reizen. “Die beslissing was mijn verantwoordelijkheid”, zegt doctor William Moens van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV). “Ze moet worden beschouwd als een signaal. Wij krijgen gewoon het geld niet om ons werk naar behoren uit te voeren. De gewesten betalen jaarlijks zeventien miljoen frank, zoals dat voorzien is in het samenwerkingsakkoord dat in april 1997 gesloten werd over de oprichting van de bioveiligheidsraad. Maar de federale regering komt de afspraken niet na. We hebben bijgevolg een werkingstekort van meer dan 13,5 miljoen frank.”

Dat heeft gevolgen. Het samenwerkingsakkoord bepaalde, bijvoorbeeld, dat de federale regering vijf experts zou betalen voor controle op proeven met en invoer van genetisch gemodifieerde producten en organismen. Finaal kon er echter slechts één persoon worden aangeworven. De dienst van Moens is zwaar onderbemand en moet op eigen initiatief proberen de zaak draaiende te houden. Ons land is poeslief voor ondernemingen die zich inlaten met genetische ingenieurstechnieken, maar de controle wordt stiefmoederlijk behandeld. Dit terwijl iedereen, Plant Genetic Systems inbegrepen, vragende partij is voor de uitbouw van een goed reguleringssysteem – al was het maar om de consument gerust te stellen.

“Ik heb een halftijds wetenschappelijk medewerker voor tests op de aanwezigheid van stukjes vreemde genen in voedingswaren in onze winkels”, legt Moens uit. “Die wil in april vertrekken, omdat ik er niet in slaag een half miljoen frank te vinden om haar voltijds te betalen tot het einde van het jaar. In het besef dat dit belangrijk zou worden, hebben we zelf de technologie in huis gehaald om genetisch gemodifieerde organismen op te sporen. Helaas is hier nog geen institutionele financiering of officieel statuut voor gecreëerd.”

Het probleem ligt bij minister van Begroting Herman Van Rompuy (CVP). Die is van oordeel dat het WIV deze gelden – een peulschil op de begroting – zelf moet ophoesten, omdat “de problematiek een bijlage is van een bestaande activiteit”. Op het vlak van steun voor ontwikkeling van genetische ingenieurstechnieken wordt er anders op geen honderd miljoen gekeken.

Als protest, na jaren van zacht aandringen, schakelt Moens nu een versnelling terug: “We doen alleen nog wat we kunnen met het weinige geld dat we hebben. Als het dat is wat de overheid wil, goed. Wij hebben lange tijd ons best gedaan, maar de federale regering wenst ons blijkbaar niet te steunen.”

De bijeenkomst in Cartagena draaide overigens uit op een maat voor niks. Het Biosafety Protocol werd niet ondertekend. Landen als de Verenigde Staten, die veel genetisch gemodifieerde producten uitvoeren, struikelden erover dat voor invoer in Europa, het akkoord van het importerend land nodig bleef. Een nieuwe handelsoorlog dreigde. Toch leken vele betrokkenen opgelucht dat het protocol, dat als “zwak” werd geëvalueerd, niet getekend werd. De volgende poging zal in mei 2000 in het Keniaanse Nairobi ondernomen worden. Hopelijk kan België dan wel zijn bevoegde ambtenaar sturen.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content