En op het einde verliezen de Belgen

Als de kenners gelijk krijgen, wint José Izquierdo, Ruud Vormer of Lukasz Teodorczyk de Gouden Schoen. Is de laureaat eenoog in het land der blinden? ‘Dat je al een paar jaar vlot kunt voorspellen wie zal winnen, is een teken aan de wand: het niveauverschil in onze competitie wordt almaar kleiner.’

Afgaande op de buzz onder sportjournalisten zijn er drie topfavorieten voor de 63e Gouden Schoen, die op 8 februari uitgereikt wordt in Lint: José Izquierdo, Ruud Vormer en Lukasz Teodorczyk. De eerste twee voetballen bij Club Brugge en hadden een stevig aandeel in de landstitel. Teodorczyk is een Poolse spits die Anderlecht huurt van Dynamo Kiev. Hij scoorde in de vijf maanden voor de winterstop 24 goals, wat laat vermoeden dat Anderlecht die huur, indien mogelijk, graag omzet in een definitieve overgang.

Hoe liggen hun kansen? Bookmakers geven het voordeel aan José Izquierdo. Wie gokt op de Colombiaan, krijgt anderhalve keer zijn inzet terug, terwijl Lukasz Teodorczyk drie en Ruud Vormer vier keer je inzet opleveren. Vormer groeit in Brugge nochtans uit tot de stille favoriet. Almaar luider rolt de kreet er van de tribunes: ‘Vormer, Gouden Schoen, olé-olé!’ Bij Sport/ Voetbalmagazine hadden ze geen ongelijk toen ze de Nederlander omschreven als ‘No sweat, no glory op twee benen’ – naar de clubslogan van blauw-zwart.

Voor Knack blikten drie kenners vooruit op het Gala: Imke Courtois (Red Flame en analiste), Filip Joos (voetbalcommentator) en Gert Verheyen (gewezen Rode Duivel en analist).

Brugge won vorig jaar de titel en domineerde de eerste speelronde van dit seizoen. Gaat de Gouden Schoen naar een Club-speler?

GERT VERHEYEN: Het tegendeel zou mij verbazen. Club was dé ploeg van 2016. En de beste ploeg, zo zou je verwachten, heeft de beste voetballers.

FILIP JOOS: De trofee bekroont één speler – de rechtsachter van Waasland-Beveren moet net zo goed de Gouden Schoen kunnen winnen. Maar dit jaar kun je niet om Club heen. Ook vanwege het verhaal achter hun titel. Zo lang geen kampioenschap winnen, en dan de ban breken: in het oordeel van de stemmers zal dat meetellen.

Nu, misschien maken de Bruggelingen hetzelfde mee als Duitsland op het WK voetbal van 2014. Dat was een stevig collectief zonder dat één speler boven alle anderen uitstak. Ze hebben de Gouden Bal toen aan Lionel Messi gegeven, maar gevoelsmatig klopte dat niet. Ook de titel van Club Brugge was er veeleer één van het team dan van individuele uitblinkers. José Izquierdo schitterde in de play-offs, wat hem een streepje voor geeft. Iedereen ziet de Colombiaan winnen, maar de twee stemrondes zullen hem parten spelen: de helft van de herfst was hij geblesseerd.

IMKE COURTOIS: Talent zit er ook in clubs die onderaan geklasseerd staan, niet alleen in de kampioenenploeg. Ik denk aan Henry Onyekuru van KAS Eupen. Club mag dan wel indruk hebben gemaakt in de competitie, hun Europese matchen waren een ander verhaal. Ze misten Izquierdo, die toen geblesseerd was. Hij geeft Brugge schwung.

Heeft Club de titel aan Izquierdo te danken?

COURTOIS: In de play-offs speelde hij fenomenaal, maar de titel was een teamprestatie. Michel Preud’homme levert sterk werk. Ja, een trainer is afhankelijk van zijn spelers, maar hij moet hen in vorm krijgen, fysiek en mentaal. Dit seizoen heeft Brugge een moeilijke start gehad, maar nu de play-offs eraan komen, stáán ze er weer. En wie zorgt voor het gevaar? Toch weer Izquierdo.

VERHEYEN: Op mijn stemformulier staat Ruud Vormer bovenaan, om tegengewicht te geven – ik verwacht niet dat hij het haalt. Types als hij vallen er bij prijsuitreikingen altijd tussenuit: ze zijn te veel ploegspeler en zelden ‘wow’. Izquierdo zou de Gouden Schoen verdienen, maar Vormer is voor zijn ploeg belangrijker.

Hugo Camps schrijft: ‘Vormer is een leuke Hollandse aardappeleter, maar maak er a.u.b. geen kunstwerk van.’

JOOS: Dat ís hij ook niet. Vormer heeft op het juiste moment de juiste trainer getroffen. Preud’homme maakte hem belangrijk, gaf hem vertrouwen. Zitten ze in de Premier League te wachten op iemand als hij? Nee. In Nederland kunnen ze amper geloven hoe hij hier gegroeid is. Een speler die bij de Belgische landskampioen uitblinkt, had allang op de radar van Oranje moeten verschijnen. Maar zijn mislukte passage bij Feyenoord is daar nog niet vergeten.

Je kunt je afvragen of de Gouden Schoen wel een ‘kunstwerk’ moet zijn. Zoek je een kunstwerk, bekroon dan Alejandro Pozuelo van Racing Genk. Wil je vuurwerk, kies dan voor Izquierdo. En kies je voor wérk, dan wordt het Vormer.

Bewees de vrije trap waarmee hij tegen Standard Luik fraai scoorde niet dat hij méér dan een harde werker is?

VERHEYEN: Als je louter een draver bent, maak je zulke doelpunten niet. Vormer heeft een neus voor goals: daar kun je niet op trainen. Hij scoort veel vanaf de tweede lijn, je ziet hem ook voortdurend in het strafschopgebied van de tegenstander. Maar ja, als het niet spectaculair oogt, kijken de mensen eroverheen, hè.

Ook regelmaat, die essentiële kwaliteit voor een voetballer, heeft Vormer met bakken. Hij is zelden geblesseerd, en drukt altijd zijn stempel op de match. Dat maakt zijn teammaats óók beter. Vormer die naast je staat in de spelerstunnel, dat biedt zekerheid: ‘Op hem kan ik rekenen.’ Voor een trainer is dat levensbelangrijk.

Ik heb Vormer drie punten gegeven voor de Gouden Schoen, Izquierdo twee en Lukasz Teodorczyk één, wegens zijn karrenvracht doelpunten.

Dat zijn zelden wondergoals: Teodorczyk heeft de gave altijd op de juiste plaats te staan.

VERHEYEN: Wie alleen maar mooie doelpunten scoort, scoort er weinig. Wanneer je zo beslissend als Teodorczyk bent, verdien je het hoog te eindigen als de Gouden Schoen wordt uitgereikt. Hij is een pure afwerker. Spelers als hij zie je zelden in België.

COURTOIS: Zijn combinatie van intuïtie en voetbalverstand is uitzonderlijk. Teodorczyk blijft de verdedigers letterlijk en figuurlijk een stap voor. De wil om te scoren druipt van hem af.

JOOS: Zonder hem zou Anderlecht zesde staan: zijn invloed is enorm voor een speler die er nog maar een halfjaar is. Hij zal ongetwijfeld veel stemmen krijgen, maar esthetisch klopt er iets niet. Ik verkies esthetiek boven statistiek, en van Teodorczyk word ik niet warm.

COURTOIS: Ik vind hem een veel completere spits dan bijvoorbeeld zijn ploeggenoot Stefano Okaka. Maar iemand al na een halfjaar de Gouden Schoen geven? Nee, ik ga voor Vormer. Minder doelpunten dan Teo, minder flitsend dan Izquierdo, maar wel een constante op het middenveld van Brugge.

JOOS: Als je mij vraagt welke voetballer mij het meest plezier heeft bezorgd, dan zeg ik: Alejandro Pozuelo van Genk. Zelfs in mindere matchen komt zijn genie bovendrijven. Is hij écht goed, zoals tegen Athletic Bilbao, dan kijkt het stadion met open mond toe. Dat vernuftige heeft zijn teammaat Leon Bailey ook. Raar, eigenlijk: Genk staat niet eens in de top zes, maar de twee puurste, spannendste voetballers van onze competitie spelen wel in Limburg.

COURTOIS: Pozuelo moet er ook bij, ja. Ik vind de keuze dit jaar moeilijker dan anders.

Daarmee bestaat het favorietenkransje uit een Nederlander, een Colombiaan, een Pool en een Spanjaard. Van de Belgen geen spoor. Wat met Hans Vanaken of Youri Tielemans?

JOOS: Die horen terecht niet bij de kanshebbers. Tielemans heeft bij Anderlecht te vaak ontgoocheld. En bij Brugge heeft Vanaken in de play-offs genoeg getoond voor een paar puntjes hier of daar, maar overdonderend kon je zijn spel niet noemen.

Michel Preud’homme heeft de meeste Brugge-spelers naar een hoger niveau getild: Vormer, Izquierdo, Thomas Meunier… Zelfs bij Dion Cools zie je dat al. Alleen bij Vanaken lukt het niet. Hij speelt op de nummer 10, maar mist explosiviteit om die rol bij een topclub te vervullen. Ik zou hem graag een positie lager zien, op de plek van Vormer: daar zou hij zijn team doen draaien zoals niemand in België dat kan. Weet je wat een goede ploeg voor hem zou zijn? Anderlecht! (lacht) Leander Dendoncker een rij achteruit, en dan Vanaken met Tielemans de lakens laten uitdelen.

COURTOIS: Tielemans en Vanaken missen allebei regelmaat. Zo’n Tielemans is ook nog maar negentien jaar oud. Zijn topjaren moeten nog komen – en hij zal ze niet in België beleven, vrees ik.

JOOS: Wie we nog niet vermeld hebben, is de heer Knowledge Musona, de bevallige Zimbabwaanse spits van KV Oostende. Hij heeft mij in 2016 blij gemaakt, en daar draait het uiteindelijk toch om. Niet om wie toevallig de meeste doelpunten scoort.

Is het niet raar om de Gouden Schoen toe te kennen op basis van een kalenderjaar?

VERHEYEN: Wie in de zomer getransfereerd wordt, kan sowieso niet winnen. Nog erger is het gedoe met de ongelijke stemrondes. Je hebt er één in de zomer en één in de winter, maar heel wat stemmers hebben in de zomer wel iets anders aan hun hoofd dan de Gouden Schoen. Ze sturen hun stemformulier niet terug, waardoor de herfstmaanden automatisch zwaarder doorwegen. De periode tussen januari en mei is de belangrijkste van het seizoen, maar telt amper mee.

JOOS: Die twee stemrondes zijn een televisieformat. Ze moeten de spanning erin houden. Een speler bekronen na afloop van een heel seizoen zou logischer zijn, maar laten we niet vergeten waar de Gouden Schoen uiteindelijk om draait: kranten verkopen. Oké, ik overdrijf, maar niet veel. Wat dan weer in het voordeel van die trofee pleit, is dat ze controverse wekt. Ze houdt het vuur brandende in een voetballuwe periode.

Zelf volg ik de uitreiking niet meer. Ooit versloeg ik op de avond van het Gala een inhaalmatch tussen Cercle Brugge en Charleroi, twee teams die wisten dat ze toch nooit een individuele trofee zouden winnen. Dat viel me zo mee dat ik het hele gebeuren sindsdien skip. Mij zul je volgende week woensdag in de bioscoop vinden.

De laatste drie winnaars – Thorgan Hazard, Dennis Praet en Sven Kums – voetballen ondertussen bij Duitse en Italiaanse middenmoters. Maakt een Gouden Schoen indruk in het buitenland?

VERHEYEN: Mönchengladbach of Udinese zijn geen absolute toppers, maar voor die jongens vond ik dat goede transfers. Ze kunnen niet allemaal bij Chelsea spelen.

JOOS: De Gouden Schoen is geen verkoopargument, maar voor voetballers uit de Belgische competitie bestaat zeker meer interesse dan tien jaar geleden. De Rode Duivels geven ons voetbal een keurmerk, en de clubs profiteren mee. Wees er bijvoorbeeld maar zeker van dat voor Leon Bailey véél zal worden betaald. En terecht.

VERHEYEN: Dat je al een paar jaar vlot kunt voorspellen wie de Gouden Schoen zal winnen, is anders een teken aan de wand: het niveauverschil in onze competitie wordt almaar kleiner. En daarmee bedoel ik veeleer dat de topclubs verzwakken dan dat de andere beter worden. Wie zijn niveau een beetje optrekt, steekt er meteen bovenuit – en vertrekt naar het buitenland. Vroeger had je zes, zeven topkandidaten. Niemand wist wie bij de stemgerechtigden in de smaak zou vallen.

Leeft de Gouden Schoen bij de voetballers? Zijn ze er überhaupt mee bezig?

VERHEYEN: O, zeker wel. Je leeft er als ploeg naartoe, en haalt jouw vedette het, dan vaart iedereen daar wel bij. Ik zou de impact van een Gouden Schoen zeker niet onderschatten. De club die hem wint, krijgt vleugels.

Door JEF VAN BAELEN

‘De topjaren van Youri Tielemans moeten nog komen – en hij zal ze niet in België beleven, vrees ik.’ Imke Courtois

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content