Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

INFIO : De auteur is journalist bij de VRT-radionieuwsdienst.

Hear ye! Hear ye! Peter Ustinov vertelt een belegen grap over hoe de Britse koningin hem tot ridder slaat. Hoog heft zij het zwaard, om toch maar niet de nek van de romp te scheiden. Een perfide bezorgdheid die bewijst dat dit land nooit uit zijn Middeleeuwen is geraakt. Sterker: het heeft de Middeleeuwen tot onbeweeglijk instituut verheven.

Al twintig jaar draai ik mee in het circus van Europese toppen. Het valt me nu pas op dat in Angelsaksische landen steevast een slot wordt uitgekozen. Of het nu de gore gewelven zijn van Dublin Castle, de dwangburcht bij Edinburg, de Tudor- knokkersburcht van Hampton Court: alles ruikt naar belegen pruiken, morsige goten, feodale erfdienstbaarheid, wreed vertier en boven alles, een bevroren standenmaatschappij. De huidige hofmeiers gedragen zich nog altijd als roofbaronnen. Huurlingen handhaven er de orde. En dompelaars torsen de rijkdom der hovelingen. De dompelaars zijn wreed onder elkaar, ze vechten als zwarten met Aziaten om een kom rijst, ze haten elkaar als oud-katholieken en islamieten. Maar ze kennen hun plaats in de wereld. Op de voetbaltribunes van Birmingham en Liverpool, in de pubs aan de Theems, in de eindeloze rijen werkmanshuisjes buiten de welriekende plantsoenen van Richmond upon Thames, in de blokken van Brixton en de Midlands. Ze zijn in het verkeerde bedje geboren. De Britse maatschappij beweegt niet. Ze is gestold in Victoriaans venijn.

Het wordt barbaarser met het jaar. De krijgswet is niet afgekondigd, maar hij geldt wel. Europese toppen in Groot-Brittannië zijn het perk waarbinnen de afstand tussen standen bevriest. Misprijzen voor het volk heerst er. En dat volk legt zich neer bij de onwrikbare orde die het Britse rijk eist, met karwats en zelfpijniging in elitescholen en onbetaalbare ziekenhuizen.

Ik zat onlangs op de top van de Europese buitenlandministers in Wales. Plaats van vergaderen: het chique golfhotel Celtic Manor in Newport, de monding van de Severn aan de horizon, holle wegen vol vlieren en iepen, weiden geplukt uit de strips van Marten Toonder, een heuvel van het plebs gescheiden door beken, afrasteringen en honderden bobby’s. Scherpschutters op alle daken van het vliegveld van Cardiff. Controles op papieren, op springstof, op metaal, ja, zelfs op vunzige gedachten. Vier telefoons voor 300 journalisten, faut le faire. De briefingzaaltjes één verdieping hoger waren verboden terrein, tenzij je werd begeleid door een veiligheidsagent. En in de straten vonden willekeurige autocontroles plaats. De plaatselijke bevolking ondergaat het lijdzaam (met flegma, zeggen de bovenklassen; knarsetandend, zeggen de luddites).

Nergens is het klassenonderscheid nog zo groot als op een Europese top. Nu waagt de upper class zich ook aan de berichtgeving. Hampton Court lag vijf mijl van het perscentrum, wat berichtgeving uitsloot. Geen voorlichting is beter dan geleide informatie. Het volk de tabloids, de meesters de dividenden.

Ik heb medelijden met Siegfried Sassoon, met Rex Warner, met Philby, met burgemeester Ken Livingstone. Ze spelen het spel, fair play denken ze: vrijheid van meningsuiting, kritiek op het establishment. In de clubs klinkt alleen hol gelach. Ze lezen daar Robert Louis Stevensons De zwarte pijl. Blauw tegen rood. Alleen de armen sneuvelen. Zelf wenden ze de teugels, ‘met somber hart naar hun kort koningschap en hun eeuwige trouweloosheid’.

LUKAS DE VOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content