Sinds midden 2000 draait er in de Antwerpse Noorderkempen een installatie die stroom opwekt uit huishoudelijk afval.

Het is een drukte van jewelste op de site van de intercommunale Igean in de Antwerpse gemeente Brecht. Terwijl vuilniswagens af en aan rijden, komt de milieuraad van de naburige gemeente Essen aangefietst voor een bezoek aan de installaties. Want die kunnen als een voorbeeld gelden dat misschien elders wel navolging verdient. Sinds midden 2000 wordt hier huishoudelijk afval (groente-, fruit- en tuinafval, maar ook bevuild papier en luiers) gebruikt om stroom te produceren.

In de eerste plaats is de installatie, ontworpen door het Gentse bedrijf Organic Waste Systems (OWS), bedoeld om afval te verwerken. Jaarlijks komt er 50.000 ton biologisch afval binnen en gaat er 20.000 ton compost buiten, en 5000 ton restafval. Het compost vindt afnemers in nabijgelegen tuincentra. Het meest opvallende product is evenwel de stroom die de installatie genereert. Per jaar zo’n 8,5 miljoen kilowattuur elektriciteit, of zo’n 2500 keer het jaarlijks verbruik van een gezin. Een derde van die stroom wordt aangewend voor de verwerkingsinstallatie, de rest verkoopt Igean aan het elektriciteitsnet. Alle opgewekte elektriciteit wordt als hernieuwbaar beschouwd, is ook erkend als groene stroom en brengt jaarlijks 750.000 euro op. Met de verplichting van de Vlaamse overheid aan de elektriciteitsleveranciers om 3 procent van hun stroom uit groene bronnen te betrekken, is Igean van afnemers verzekerd.

Maar hoe zit het zogenaamde dranco-procédé (droge anaërobe compostering) technisch in elkaar? Eerst belandt het uitgezeefde groenafval in een grote silo, waar het bij een temperatuur van 50 graden Celsius vergist – droog en afgesloten van lucht (anaëroob). Bij die vergisting komt biogas vrij. Het gas drijft twee motoren aan, die elk 650 kilowatt stroom produceren. De zwarte brij die na twee weken gisten de onderkant van de silo bereikt, krijgt een nabehandeling tot bruikbaar compost ( zie ook schema). Arbeidsintensief is de afvalverwerkingsinstallatie geenszins. Drie werknemers laten de machines draaien en ze moeten daarbij nauwelijks manueel in het proces ingrijpen.

Omdat het om een anaërobe verwerkingsmethode gaat, verloopt het hele proces in een luchtdichte reactor. Dat beperkt bovendien de geurhinder tot een minimum. De enige stank die buiten waar te nemen valt, komt van de vuilniswagens die hun goedje komen leveren. De meeuwen die boven het aanpalende weiland vliegen, vinden op de site zelf weinig voedsel. Bovendien heeft Igean een valkenier in dienst die de beesten op tijd en stond verjaagt met zijn roofvogel.

Het concept is ook in het buitenland al vrij populair. Volgens OWS-directeur Luc De Baere zullen er in 2004 in Europa 90 soortgelijke installaties staan. En zelfs buiten Europa liggen nog mogelijkheden. ‘Want’, zo zegt De Baere, ‘organisch afval is nu eenmaal bijna overal ter wereld hetzelfde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content