Volgens de Amerikaanse bestsellerauteur Jeremy Rifkin staan we aan de vooravond van een nieuwe beschaving: het tijdperk van de empathie. ‘Als we tegen 2060 niet met zijn allen ten onder zijn gegaan aan de gevolgen van de klimaatcrisis, zullen we wereldwijd met elkaar communiceren en alles delen: kennis, eigendom en energie.’

‘Over enkele decennia zullen we bij wijze van spreken in elkaars armen vallen en ons allen wereldwijd met elkaar verbonden voelen in de biosfeer’, zegt hij. ‘Tenminste, als alles goed gaat.’ Econoom, redenaar en auteur Jeremy Rifkin, bekend van de bestseller De Europese Droom, bestudeert al jaren economische, wetenschappelijke en technologische veranderingen in de wereld. Sinds zijn boek The Empathic Civilization, dat hem zes jaar studiewerk kostte, is hij ervan overtuigd dat de mens twee eeuwen lang verkeerd begrepen werd. ‘Neurobiologen en sociale wetenschappers hebben de voorbije jaren aangetoond dat mensen fundamenteel empathische wezens zijn’, zegt hij. ‘We moeten af van het denkbeeld dat we rationeel, hebzuchtig, onthecht, autonoom en utilitair zijn. Die visie stamt uit de tijd van de verlichting. Ze werd 200 jaar lang gehanteerd en ligt aan de basis van de moderne markteconomie. De grote crisis is voor mij dan ook niet de financiële crisis, maar het feit dat wereldleiders twee eeuwen lang een verkeerde kijk op de mensheid hebben gehanteerd. Mensen zijn niet ratio-neel, ze zijn empathisch en zullen in de eerstkomende decennia steeds meer naar elkaar toe groeien. Het doel is dat we de empathie bevorderen, zodat we ons wereldwijd één en verbonden voelen. Tot we ons zelfs verbonden voelen binnen de biosfeer.’ Maar er is nog een lange weg te gaan.

‘Vandaag bevinden we ons op een keerpunt’, legt Jeremy Rifkin uit. ‘We rekenen af met de laatste restanten van de vorige beschaving en zetten de eerste schuchtere stappen in de nieuwe samenleving. We leven in de bitterzoete verwachting van het empathische tijdperk. Er kan immers nog heel wat fout gaan. De empathie, die mensen dichter bij elkaar brengt, ontwikkelt zich vandaag razendsnel dankzij de communicatie via het internet. Socialenetwerksites zoals Facebook en informatieve websites zoals Wikipedia laten mensen ervaringen en kennis met elkaar delen. Maar omdat die complexe communicatiemiddelen ingebed zijn in een samenleving met een almaar groeiende energieconsumptie, neemt ook de dreiging van een allesvernietigende klimaatcrisis hand over hand toe, en dus moeten we zo snel mogelijk ingrijpen.’ Maar hoe?

‘Dat kan door de hernieuwbare energiebronnen op grote schaal in te zetten’, zegt Rifkin. ‘Dat brengt ons immers meteen midden in de derde industriële revolutie, die niet mogelijk zou zijn zonder de communicatierevolutie. Dat hebben we ook kunnen vaststellen bij elk van de voorgaande industriële revoluties, die telkens samenvielen met een omwenteling van de communicatiemiddelen. Bij de eerste industriële revolutie, bijvoorbeeld, ondersteunde de uitvinding van het drukwerk de kolen-, stoom- en spoorrevolutie. Elektronische communicatie met onder meer de telefoon begeleidde de tweede industriële revolutie in de twintigste eeuw. Nu is het de internetrevolutie die de opkomst en de uitwerking van duurzame energie, in de vorm van windmolenparken en zonnepanelen, zal begeleiden. De energie zal opgehaald en verspreid worden via een al even open systeem als het internet.’

Is het niet utopisch te denken dat hernieuwbare energiebronnen de energie van de toekomst moeten worden?

Jeremy Rifkin: Hernieuwbare energie zal uiteraard aangevuld moeten worden met klassieke vormen van energie. Ondertussen moeten we wel alles op alles zetten om zo snel mogelijk de overstap te maken. Het plan voor de derde industriële revolutie dat ik een paar jaar geleden bij de Europese Commissie heb ingediend, een langetermijnplan voor de ontplooiing van duurzame energie, wordt momenteel uitgerold. Het streefdoel is dat tegen 2020 20 procent van de elektriciteit moet voortkomen uit hernieuwbare energiebronnen. In Nederland, Spanje, Griekenland en Duitsland worden de eerste projecten uitgevoerd.

En die energieprojecten, die hand in hand gaan met de internetrevolutie, zullen de empathische beschaving bevorderen?

Rifkin: U zult het zien: wat nu gebeurt in verscheidene Europese lidstaten, zal wereldwijd worden gekopieerd. In de 21e eeuw zullen geen duizenden maar honderden miljoenen, misschien wel miljarden mensen hun huizen omvormen tot elektrische centrales, waarmee ze hernieuwbare energie zullen opwekken, die ze zullen opslaan in de vorm van waterstof.

Via een open systeem zal de energie verspreid worden over de landen en continenten heen. De toegang tot energie zal precies zoals de toegang tot het internet globaal zijn. Net zoals surfers vandaag hun kennis en informatie delen op het internet, zo zal ook de opgewekte energie beschikbaar zijn voor iedereen.

Na verloop van tijd zullen virtuele samenwerkingsverbanden voor energie worden opgezet, die veel weg hebben van socialenetwerksites zoals Facebook. Dankzij die vorm van gedecentraliseerde energievormen zullen steeds meer mensen met elkaar verbonden raken: lokaal, nationaal en mogelijk ook intercontinentaal.

Wie zal Europa als eerste volgen?

Rifkin: Afrika zal het eerste continent zijn waar de derde industriële revolutie, na haar doorbraak in Europa, zal losbarsten. Momenteel voeren we gesprekken met de Senegalese president Abdoulaye Wade, die veertien West-Afrikaanse landen in het project wil inschakelen in samenwerking met de Europese Unie. Vervolgens zal het de beurt zijn aan Latijns-Amerika, waar de Spaanse premier José Luis Zapatero zijn invloed zal aanwenden. We zullen in elk geval haast moeten maken, want de tijd dringt.

U bent oprichter en voorzitter van de Third Industrial Revolution Global CEO Business Roundtable, een rondetafel van 100 ceo’s in Washington. Wordt ook daar nagedacht over de verdere verspreiding van de duurzame energie?

Rifkin: Uiteraard. Onze groep bestaat uit honderd leidinggevende energie- en bouwbedrijven, architectenbureaus, vastgoed- en IT-bedrijven, nutsconcerns en transportfirma’s. Samen met regeringen, steden en regio’s stellen we plannen op om hun respectieve economieën zo snel mogelijk tot post-CO2-infrastructuren van de derde industriële revolutie om te vormen. In Rome, bijvoorbeeld, loopt een groot project. Helaas moeten we ons beperken tot drie plannen tegelijk. Ik kan alleen maar hopen dat anderen ons voorbeeld volgen en soortgelijke rondetafels opzetten. Anders halen we het nooit.

Zou de grote kracht niet veeleer moeten komen van de twee grootmachten, China en Amerika?

Rifkin: Dat zou een grote hulp zijn. Helaas ziet het ernaar uit dat beide landen, die nochtans als de twee economische grootmachten worden beschouwd, pas veel later op de derde industriële revolutie zullen overschakelen. China zal vermoedelijk zelfs als laatste aanschuiven. Een land dat de gedeelde communicatie via Google niet aanvaardt, kan ook niet klaar zijn voor een systeem van herverdeelde energie. Aziatische landen zoals Korea en Japan zullen veel gemakkelijker de stap zetten.

De Europese Unie is voor u de eerste continentale instelling van de derde industriële revolutie. ‘Vanwege haar verbondenheid’, schrijft u. Europeanen onderling ondergaan nochtans nog steeds de bittere strijd tussen de lidstaten.

Rifkin: Daar ben ik me van bewust. Natiestaten die het beste voor zichzelf opeisen, dat past inderdaad niet in het concept van de empathische beschaving.

Het idee van de natiestaat dateert nog van de verlichting. Denkers zoals John Locke, Adam Smith, Marquis de Condorcet, zagen de mens als rationeel en autonoom. Anders dan hun voorgangers, de christelijke denkers, vonden ze dat de mens zijn lot maar beter verbond aan een ongelimiteerd materiële vooruitgang in het hier en nu. De natiestaat zou dat privébezit beschermen en stond model voor het collectieve zelfbelang. Precies zoals voor het individu gold ook voor de natiestaat dat hij autonoom moest zijn en een strijd moest voeren met andere soevereine naties om zoveel mogelijk materieel belang binnen te halen.

Zoals u zegt, leeft dat idee vandaag nog steeds binnen de Europese Unie. En niet alleen daar. Het is de basis van het geopolitieke kader waarbinnen al eeuwen wordt gewerkt. Binnen dat kader, waarbij naties vooral voor zichzelf optreden, sprong ook de klimaatconferentie in Kopenhagen in december 2009 af.

Als we de klimaatcrisis nog tijdig willen ombuigen, moeten we de geopolitiek achter ons laten. We moeten evolueren naar een biosfeerpolitiek, waarbinnen we allen met elkaar verbonden zijn.

Hoe kan zoiets gerealiseerd worden?

Rifkin: De voorwaarde is dat ons bewustzijn evolueert. Voor een deel is dat al volop aan de gang. Neurologen hebben ontdekt dat mensen beschikken over spiegelneuronen in de hersenen, de zogenaamde empathische neuronen, die hen toelaten om zich in te leven. Ook sociale wetenschappers zijn tot de bevinding gekomen dat empathie de menselijke evolutie al eeuwenlang mee bepaalt. Elke nieuwe communicatierevolutie zorgde er daarbij voor dat mensen hun empathie almaar verder konden uitbreiden en verdiepen. Concreet is mondelinge communicatie, die bij de jagersgemeenschappen werd gebruikt, beperkt in ruimte en tijd, waardoor ook het contact gelimiteerd is. Met gedrukte of elektronische communicatie kun je veel meer mensen bereiken, wat ook weer de empathie vergroot. De huidige informaticarevolutie zorgt voor een nog veel verder gaande mogelijkheid tot empathie. Het internet verbindt mensen met elkaar, ongeacht de ruimte of de tijd waarin ze zich bevinden. Zo kan empathie voor het eerst in de geschiedenis opbloeien op wereldwijde schaal, of zelfs binnen de biosfeer.

Wat moeten we dan verstaan onder biosfeerpolitiek?

Rifkin: Eigenlijk kunnen we dat het beste meten aan hoe de jonge internet-generatie denkt over de politiek. Politiek overstijgt voor hen het traditionele onderscheid tussen links en rechts, dat kenmerkend is voor de geopolitiek van de moderne markteconomie en de natiestaat. Dat maakt de kloof vandaag veeleer tot een generatiekloof. Enerzijds is er het tradi-tionele topdownmodel met centraal het gestructureerde gezin waar onderwijs en budget centraal staan. Daartegenover staat de jongere generatie, die meer relationeel en decentraal denkt. Ze is altijd bereid tot samenwerken, en is kosmopolitisch. Ze is een voorstander van open bronnen, zowel sociaal als op het werk.

Klinkt dat nu als het echte socialisme?

Rifkin: Ik zou het veeleer een coöperatief socialisme of een gedistribueerd kapitalisme noemen. Het is gebaseerd op een aangepast sociaal marktmodel, dat werkt binnen een hoogtechnologische en duurzame omgeving. De Europese Unie is het ideale continent om dat project uit te bouwen en te leiden.

Wat zijn dan de consequenties voor de economie?

Rifkin: Hele economische modellen zullen we moeten hertekenen. Energie en communicatie tussen mensen zullen daarbij centraal moeten staan. In de empathische beschaving zullen we moeten afstappen van het principe van eigenbelang als kern van de economie. Het eigendomsrecht waar we onze economische activiteiten al zo lang op baseren, zullen we moeten herzien. Vandaag is eigendom het recht om de andere uit te sluiten. We moeten naar eigendom als het recht om erbij te horen, om toegang te krijgen tot wat bestaat.

Ook onze businessmodellen zullen we moeten aanpassen. Coöperatieve vennootschappen zullen we samenbrengen met multinationals, zodat ze gemeenschappelijke projecten kunnen opstarten. In Rome loopt een dergelijke samenwerking tussen Philips en een coöperatieve op het vlak van energie.

Op welke termijn is dat allemaal mogelijk?

Rifkin: Ik schat dat er een halve eeuw nodig zal zijn. De eerste 25 jaar zullen we hard moeten werken om in de Europese Unie een basisinfrastructuur voor energie van de grond te krijgen. Tegelijk moeten we de staats- en regeringsleiders ervan overtuigen dat we leven in een empathische samenleving waar we onze economie en politiek op zullen moeten afstemmen. Na die 25 jaar zal er nog eens een kwarteeuw nodig zijn vooraleer alles goed is ingebed. Tegen 2050-2060 zal niemand zich nog afvragen in wat voor een beschaving we nu leven.

JEREMY RIFKIN, THE EMPATHIC CIVILIZATION. THE RACE TO GLOBAL CONSCIOUSNESS IN A WORLD IN CRISIS, JEREMY P. TARCHER/PENGUIN, 674 BLZ., 21,99 EURO, ISBN 0745641466.

GEERT NOELS (ECONOPOLIS) EN TRENDS NODIGEN JEREMY RIFKIN OP 11 MEI 2010 UIT IN BRUSSEL. HIJ IS ER GASTSPREKER OP DE EERSTE EDITIE VAN THE ECONOPOLIS ECONOMIC ENCOUNTER: ‘A SUSTAINABLE NEW DEAL’. INFO EN INSCHRIJVINGEN: WWW.ECONOSHOCK.BE/ENCOUNTER

DOOR INGRID VAN DAELE

‘We moeten af van het denkbeeld dat we rationeel, hebzuchtig, onthecht, autonoom en utilitair zijn. Dat is praat uit de verlichting.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content