Aanstaande zondag zorgen de moslims in ons land voor een wereldprimeur: ze verkiezen dan een raad die hun geloofsgemeenschap officieel kan vertegen- woordigen in contacten met de Belgische overheid.

Hoeveel moslims telt België? Minder dan u misschien denkt: naar schatting driehonderdduizend. Wel vormen ze daarmee na de katholieken de grootste geloofsgemeenschap van het land. De islam werd al in 1974 als officiële godsdienst erkend. “Toen was duidelijk geworden dat de meeste gastarbeiders nooit meer naar huis zouden terugkeren”, verklaart Paul Cooreman, die op het kabinet van Justitie het dossier al tien jaar volgt. “Met de maatregel wilde de overheid de integratie van de moslimmigranten in de Belgische samenleving bevorderen.”

Net zoals de andere vier erkende godsdiensten (het katholicisme, het protestantisme, het jodendom en de orthodoxe religie) heeft de islam volgens de Wet over het tijdelijke van de erediensten (bedoeld wordt het materiële, in tegenstelling tot het eeuwige, geestelijke) recht op heel wat overheidssteun: onder meer voor de wedden en pensioenen van de bedienaars van de eredienst en voor het onderhoud van de moskeeën. Maar de afgelopen 24 jaar heeft de moslimgemeenschap die overheidssteun nooit ontvangen. Cooreman: “De Belgische overheid eiste van de moslims, net zoals ze van de andere geloofsgemeenschappen had gevraagd, dat ze een contactorgaan zouden aanstellen waarmee de praktische gang van zaken kon worden besproken. Maar de moslims slaagden er niet in zo’n officiële spreekbuis te installeren.” Dat had alles te maken met het feit dat de moslimgemeenschap in ons land erg versnipperd is, mede doordat de islam geen enkele religieuze hiërarchie, zelfs geen clerus kent.

Niet dat de moslims geen pogingen ondernomen hebben om een raad samen te stellen die als gesprekspartner van de overheid zou kunnen fungeren. In 1991 werden zelfs al eens verkiezingen georganiseerd door het Islamitisch Centrum, dat de Grote Moskee in Brussel beheert. Dertigduizend moslims brachten toen hun stem uit. Maar de toenmalige minister van Justitie, Melchior Wathelet (PSC), verklaarde het resultaat ongeldig. “De regering had van tevoren laten weten dat ze de verkiezingen niet zou erkennen”, beklemtoont Cooreman. “Ze kon niet akkoord gaan met de omstandigheden waarin de stembusgang zou plaatsvinden. Onder meer het feit dat een groot deel van de vrouwen hun mannen volmacht hadden gegeven om in hun plaats te stemmen, was onaanvaardbaar.”

De politieke omstandigheden zaten toen ook tegen. “Het was de periode van de fatwa tegen Salman Rushdie en van problemen met de hoofddoeken. Bovendien was de regering niet te spreken over het idee van het Islamitisch Centrum om een islamschool op te richten”, stelt Didier Beyens, een bekeerde Belg die de Executieve van de moslims voorzit, een voorlopig beheersorgaan met beperkte bevoegdheden.

HET EFFECT BENAISSA

Beyens is zelf een van de drijvende krachten achter de verkiezingen van aanstaande zondag. “Het idee om opnieuw verkiezingen te organiseren, leefde al geruime tijd. In verschillende partijen werden ook voorstellen bestudeerd”, vertelt hij. “Maar we zijn begonnen er concreet over te praten in juni 1997. Toen was de politieke moed er. Door het waardige optreden van de familie Benaïssa in het Dutroux-drama was er zo’n positieve sfeer ontstaan, dat zelfs de koning in ons dossier geïnteresseerd raakte. Hij heeft mij uitgenodigd! We hoorden toen ook via via dat de minister van Justitie het ons niet kwalijk zou nemen als we hem vroegen over nieuwe verkiezingen na te denken.”

Precies een jaar later, op 12 juni 1998, stemde de ministerraad definitief in met de moslimverkiezingen. De belangrijkste voorwaarde die de regering stelde: het moest snel gaan. De “gewone” verkiezingen waren in aantocht en de twee gebeurtenissen moesten duidelijk gescheiden blijven. Al was het maar om te verhinderen dat extreem rechts bij een mogelijke verwarring tussen beide garen zou spinnen.

Het “Orgaan Hoofd van de Eredienst”, zoals de nieuwe moslimraad officieel gaat heten, wordt op getrapte wijze verkozen. Zondag verkiezen de moslims rechtstreeks 51 leden van een Constituante; zeventien leden worden daarna nog gecoöpteerd, om de vertegenwoordiging van vrouwen, jongeren of minderheidsgroepen te garanderen. In een tweede fase kiest de Constituante binnen haar eigen geledingen het eigenlijke “hoofd van de eredienst”, dat zeventien leden zal tellen: zeven Marokkanen, vier Turken, drie Belgen en drie vertegenwoordigers van andere nationaliteiten. De raad zal tien jaar aanblijven.

Het enthousiasme van de moslimgemeenschap om aan de verkiezingen deel te nemen, leek aanvankelijk slechts minimaal. Na vijf weken hadden nog niet meer dan vierduizend mensen zich als kiezer ingeschreven. Mohamed Chakkar van de Federatie van Marokkaanse Verenigingen: “Het wantrouwen was bij vele moslims erg groot. Wie kon zeggen dat de regering ook deze verkiezingen niet nietig zou verklaren? Bovendien is het voor velen de eerste keer in hun leven dat ze gaan stemmen. Dat is een drempel die moet worden genomen. Het was daarom zaak de mensen zo goed mogelijk te informeren over het waarom van die verkiezingen, de gevolgen, de garanties ook dat ze niet zouden leiden tot staatsinmenging in onze godsdienst. We hadden maar erg weinig tijd, twee maanden, om dat allemaal duidelijk te maken.”

Uiteindelijk schreven zeventigduizend van de negentigduizend moslims die voldoen aan de voorwaarden (leeftijd, verblijf in België) om aan de verkiezingen deel te nemen zich op de kieslijsten in. Een op vier kiezers is jonger dan 26 jaar, een op drie is vrouw. Zo’n 260 moslims stelden zich kandidaat, onder wie zeventien vrouwen.

VOLWAARDIG BURGERSCHAP

Het “Orgaan Hoofd van de Eredienst” wordt een administratief orgaan, met vooral praktische taken. “Het wordt dus geen religieus orgaan dat zal voorschrijven hoe de islam in België moet worden beleefd”, benadrukt Beyens. “Het wordt geen Vaticaan van de islam, dat willen wij niet, en dat zou de Belgische overheid niet willen. Het Orgaan zal zich neutraal opstellen en vooral als bemiddelaar optreden. Hopelijk komt op die manier vanzelf een tolerante islam bovendrijven.”

Toch kan het belang van de nieuwe moslimraad nauwelijks worden overschat. Eindelijk kan de materiële discriminatie van de islam worden weggewerkt: de imams, de voorgangers in de moskee, kunnen een wedde en een pensioen ontvangen; de aalmoezeniers in de ziekenhuizen en de gevangenissen kunnen vergoed worden; de onderhoudskosten van de moskeeën kunnen op rekening van de provinciebesturen worden gebracht; en de 750 islamleraars in het lager en het secundair onderwijs kunnen een fatsoenlijk statuut krijgen. Het Orgaan kan ook werk maken van een programma voor het islamonderwijs en de inspectie op de kwaliteit ervan organiseren. Er zijn zelfs al vage plannen om een islamschool voor imams en islamleraars op te richten. Ten slotte krijgen de moslims nu ook zendtijd op de openbare omroep – volgens Chakkar een uitgelezen kans om de negatieve beeldvorming over de moslimgemeenschap bij te sturen.

Maar er is meer. Chakkar: “Deze verkiezingen zijn voor vele moslims een grote stap naar volwaardig burgerschap. Het helpt de mensen inzien dat een vrome moslim zijn, kan samengaan met goed Belgisch staatsburgerschap. De verkiezingen hebben ook heel veel mensen wakker geschud, bijvoorbeeld om in hun eigen wijk een actievere rol te gaan spelen. Je zou kunnen zeggen dat deze verkiezingen er indirect toe kunnen bijdragen dat drama’s zoals dat in Schaarbeek vorige week worden vermeden.”

“Het gaat zeker niet alleen om geld, het gaat ook om erkenning”, stelt ook Beyens. “Nu hebben moslims, zeker de jongeren, al te vaak het gevoel dat niemand om hen bezorgd is. Deze verkiezingen en de nieuwe raad zullen ertoe bijdragen dat ze zich meer geaccepteerd voelen zoals ze zijn. De moslims moeten nu bewijzen dat ze onderling tot een akkoord kunnen komen, dat ze hun zaken kunnen beheren en de wetten van dit land respecteren.”

Onze buurlanden kijken intussen met spanning uit naar het resultaat van het Belgische experiment. Ook zij zijn al lang op zoek naar een representatieve gesprekspartner in moslimkringen. Tot dusver heeft geen enkele andere regering het aangedurfd de moslims zelf een verkiezing te laten organiseren. De angst voor ongewenste resultaten – wat als fundamentalisten een grote vertegenwoordiging in zo’n raad weten te veroveren? – is te groot. “Men neemt de woorden fundamentalisme en integrisme al te snel in de mond”, relativeert Chakkar. “Een hoofddoek dragen, is voor sommigen al verdacht.” Beyens stelt dat wie tegen communicatie tussen de islam en de Belgische samenleving is, vanzelf niet geïnteresseerd is om in de moslimraad te zetelen. De regering heeft in ieder geval op veilig gespeeld: de kandidaten voor de representatieve raad zullen voor hun eventuele benoeming allemaal door de Staatsveiligheid worden doorgelicht.

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content