INFO : De auteur is natuurkundige.

De aarde draait om de zon. De zon is een van de honderd miljard sterren in de Melkweg. De gezamenlijke gloed van al deze sterren kunnen we als een wit lichtende band aan de hemel waarnemen. Melk, die door een onvoorzichtige godin over het fluweelzwart van het firmament gemorst is, dachten de dichters in de oudheid.

Wij hebben ondertussen een beter overzicht. De Melkweg is een wentelende schijf van sterren en nevels met een diameter van zo’n honderdduizend lichtjaar. Ver daarbuiten bevinden zich nog dergelijke clusters van sterren. Tot zover telescopen reiken in de diepten van het heelal wemelt het ervan. Er zijn méér van deze sterreneilanden dan er sterren zijn in onze eigen Melkweg. Het heelal is als een wolk waarvan elk druppeltje een ‘melkweg’ is, glinsterend door het licht van de miljarden zonnen erbinnen.

En nu het wonderlijke. In het Nederlands beschikken we niet over een behoorlijk woord voor deze druppeltjes. Het zijn de kralen van de kosmos, de vormen die de materie in het heelal aanneemt, ontzaglijke structuren die toch maar spikkels zijn in de lege ruimte van het universum. Maar hoe moeten we ze noemen?

‘Sterrenstelsels’, zou je kunnen zeggen, maar die term is misleidend. De meeste materie in deze stelsels is donkere stof. De sterren zijn maar de fractie die ze zichtbaar maakt. Bovendien is ‘sterrenstelsel’ ook van toepassing op andere groeperingen van sterren, zoals sterrenhopen binnen de Melkweg. ‘Melkwegen’ dan maar, of ‘melkwegstelsels’. Dat is volgens de dikke Van Dale inderdaad de juiste term. Moeten we het daar dan mee doen?

‘Melkweg’ is een mooi woord, kleurrijk en suggestief, maar het hoort eerder thuis in de folklore of de mythologie dan in de moderne kosmologie. Het verdient zijn plaats in onze woordenschat om het fraaie verschijnsel aan het nachtelijk uitspansel te benoemen, maar in het meervoud verliest het elke betekenis, tenzij in een sciencefictioncontext. Ongetwijfeld zijn andere sterrenstelsels ‘melkwegen’ voor wakkere bol-ogige ET’s die vanaf hun planeet het spektakel aan de hemel daar bewonderen. Maar voor ons zijn het… Ja, wat zijn het?

In andere talen bestaat een geschikt woord: ‘ galaxies’ luidt het in het Engels, en zo schrijven ook de Franstaligen het woord al klinkt het bij hen enigszins anders. ‘ Galaxien’ zeggen de Duitsers. ‘ Galaxias’ echoën de Spanjaarden. Waarom mogen wij dan niet gewoon ‘galaxieën’ zeggen? Een woord dat perfect zou kunnen dienen. ‘Galaxie’ is afgeleid van het Griekse galaktos, dat melk betekent, maar dat is geen bezwaar. Het is altijd interessant de oorsprong van een woord in het woord te herkennen.

Maar ‘galaxie’ is niet opgenomen in Van Dale, niet in de nieuwe editie en niet in alle vorige (‘galactisch’ en ‘extragalactisch’ prijken er wel in, maar hebben betrekking op onze eigen Melkweg). We moeten het stellen met melkwegstelsels, sterrenstelsels of dergelijke. Galaxieën zijn hier niet bekend.

Of toch? ‘Galaxis’ staat wel in het woordenboek. ‘Melkwegstelsel’ geeft Van Dale als betekenis van ‘galaxis’ aan. Dus toch een algemeen woord voor dit kosmisch fenomeen. Maar dan valt het oog van de verbijsterde taalgebruiker op de aanduiding: ‘g. mv.’ achter ‘galaxis’. Geen meervoud! Er bestaan miljarden stuks van, maar dat is niet genoeg om in het Nederlands een meervoudsvorm te krijgen.

Misschien is het daarom dat zo veel mensen liever Engels spreken. Galaxies and galaxies, innumerable swirls of innumerable stars. Hoe dat in het Nederlands zeggen?

Gerard Bodifiée

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content