Donderdag en vrijdag zit Jacques Chirac de Europese top in Nice voor. Daarbij is de kans groot dat de Franse president het Europese belang nog maar eens verwart met het eigenbelang.

De Europese regeringsleiders die naar de Côte d’Azur afreizen, hebben slechts twee zekerheden. Het worden spannende dagen en nachten en één man zal alle aandacht opeisen: Jacques Chirac. Als voorzitter moet de Franse president de debatten leiden en de weg naar het compromis effenen. Voor geen van beide taken is Chirac een geschikte figuur. De man mist coherentie, visie en luisterbereidheid. Tijdens zijn lange politieke carrière verdedigde hij om het even wat en het tegendeel, kortom een windhaan.

Hij is wel een fonceur, een politieke doordouwer. Zo brengt hij het in 1967 – hij is dan nauwelijks 35 – al tot staatssecretaris. Een geschenk van zijn beschermheer Georges Pompidou. Met het nodige gevlei wordt hij onder Valéry Giscard d’Estaing eerste minister. Maar wanneer Giscard in 1976 ontdekt wat een onverbeterlijke intrigant Chirac is, bekoelt de liefde voorgoed. Chirac wordt aan de kant geschoven en die beslissing zal er mede toe leiden dat Giscard in 1981 geen tweede keer president wordt. Hij moet het dan namelijk niet alleen tegen François Mitterrand opnemen, maar ook tegen de mol Chirac. Als Mitterrand zich in 1988 na lang aarzelen opnieuw kandidaat stelt voor het presidentschap, heeft Chirac dat vooral aan zichzelf te wijten. ‘Ik wil niet’, zo verklaart Mitterrand, ‘dat het land in handen komt van onverdraagzame mensen, schrokkerige partijen, clans en benden.’ Mitterrand sprak met kennis van zaken. Dankzij de cohabitation zat hij bijna twee jaar de kabinetsraden van eerste minister Chirac voor en Mitterrand hield daar een absoluut misprijzen voor de huidige president aan over.

Het is niet de eerste keer dat Chirac een Europese raad voorzit. Dat deed hij ook al eens in juni 1995, als pas verkozen president. Omdat niemand John Major in moeilijkheden wou brengen, werd op de top van Cannes nauwelijks iets beslist en toch werkte Chirac zich in de kijker. ‘Hij heeft een onmiskenbaar talent’, aldus toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) op een nachtelijke babbel in Cannes, ‘om iedereen tegen zich in het harnas te jagen. Als het echt menens wordt, kan dat vonken geven.’

IJZERS IN HET VUUR

In Nice is het menens, want het gaat over de nieuwe machtsverdeling in de Europese Unie. Als voorzitter zit Chirac op zijn minst met een dubbel probleem: zijn incoherentie en zijn Franse nationaliteit. Het is zeer ongewoon dat een grote lidstaat een verdragswijziging afrondt. Ze zijn daar minder geschikt voor omdat ze te veel ijzers in het vuur hebben. Het bemoeilijkt het zoeken naar een vergelijk. De onderhandelingen over de Eenheidsakte in 1986, Maastricht in 1991 en Amsterdam in 1997 werden telkens door een middelgroot land (Nederland) afgerond en als de klus nu door Frankrijk wordt geklaard, heeft dat weinig met toeval te maken. Het Elysée bewoog er hemel en aarde voor, omdat het op zijn jour de gloire uit was.

Waar Chirac met Europa naartoe wil, weet niemand en bijna altijd bepalen electorale overwegingen zijn Europese koers. Zo was het in 1992 bij het referendum over de eenheidsmunt. Het ‘ja’ van Chirac was van een zeldzame ambiguïteit, omdat hij zijn kansen op het presidentschap niet in gevaar wou brengen. In Nice dreigt bijgevolg een groot misverstand. De kans is groot dat Chirac het Europese belang nog maar eens met het Franse belang, dus het eigenbelang van de kandidaat-president verwart. In 2002 zijn er immers opnieuw presidentsverkiezingen en bijgevolg is Nice voor Chirac ook (vooral?) een springplank voor de herverkiezing. Het risico dat het in Nice met Chirac fout loopt, is des te groter omdat zijn uitdager Lionel Jospin in de zaal zit. De socialistische premier zit er veeleer als toeschouwer, want volgens de spelregels van de cohabitation behoort het Europese beleid tot de prerogatieven van de president. Dat was althans de opinie van Mitterrand. Toen hij Henry Kissinger in 1986 de finesses van de cohabitation uitlegde, had hij daar weinig woorden voor nodig: “Ils ont le contrôle de tout, sauf de l’essentiel.”

Voor de top begint, heeft Chirac er al een uitputtende marathon op zitten. De voorbije twee weken doorkruiste hij heel Europa en probeerde hij de grootste hinderpalen op te ruimen. Dat zijn er nogal wat. De samenstelling van de Commissie, het opruimen van het vetorecht of de unanimiteit en de nieuwe stemverdeling in de ministerraad en het Europees parlement. De tegenstelling tussen grote en kleine landen werd als een faux problème afgedaan en uitgerekend in Brussel toonde Chirac zich op zijn charmantst. Het incident van Biarritz, waar hij met premier Guy Verhofstadt (VLD) over de positie van de kleine landen in aanvaring kwam, was vergeten. Pure berekening natuurlijk. Voor Chirac is Verhofstadt een belangrijke en betrouwbare bondgenoot om de Duitsers te counteren. Berlijn wil de Duitse hereniging verzilveren en dringt erop aan dat het extra stemmen in de raad krijgt. Met zijn 82 miljoen inwoners telt Duitsland nu 23 miljoen inwoners meer dan Groot-Brittannië en Frankrijk, en Berlijn wil daar compensaties voor. Van die décrochage wil Chirac absoluut niet weten en alle indiscreties wijzen erop dat hij het hard zal spelen.

GELIJKE VOET

De gaullist Chirac, die nooit van een federaal Europa wou horen, beriep zich op Konrad Adenauer maar ook op de vaders van Europa om zijn gelijk te bewijzen. Voor hen was het evident dat Frankrijk en Duitsland op gelijke voet hoorden te staan. In deze staat de Belgische regering vierkant achter Chirac. Ook al omdat het nationaal belang ermee gediend is. Voor de Belgische regeringstop is het ondenkbaar dat ook Nederland in het zog van Duitsland zijn stemmenaantal zou optrekken. Hoewel Verhofstadt en minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) alles doen om het meningsverschil met Den Haag binnenskamers en uit de media te houden, tillen ze zeer zwaar aan het Nederlandse manoeuvre. Als er in Nice een voorstel op tafel komt dat Nederland meer stemmen geeft dan België, spreekt Brussel er zeker z’n veto over uit.

Zoveel belangrijker dan de match België-Holland is natuurlijk de confrontatie Duitsland-Frankrijk. De Duitse vraag om de grootste van de grote landen te zijn, zal allicht tot de laatste nacht op tafel blijven. De ultieme forcing komt er waarschijnlijk niet, want kanselier Gerhard Schröder moet stilletjesaan beseffen dat hij de hele Unie dreigt te ontwrichten. Ook Mitterrand, die zoveel meer in de goede relaties met Duitsland investeerde dan Chirac, zou de ontkoppeling nooit hebben geslikt. Overigens is Helmut Kohl nooit aan de décrochage beginnen morrelen, hij wist dat het een geladen politiek taboe was. De socialist Schröder stoort er zich niet aan en krijgt van prominente Duitse europarlementsleden, ook van de eigen SPD, al volop tegenwind. ‘De kanselier vecht aan het verkeerde front’, aldus de socialist Jo Leinen.

Zoals Chirac is Schröder allesbehalve een visionair. Hooguit is hij een begaafd tacticus. Als hij zijn eis om bijkomende stemmen uiteindelijk laat vallen, kan hij zich in andere dossiers aan de kassa aanbieden. Zo wil Duitsland dat er in 2004 klaarheid komt over de bevoegdheden ( Kompetenzabgrenzung) van de Unie. De Duitse deelstaten willen voor eens en altijd weten waarmee de Unie zich wel en niet mag moeien. En natuurlijk heeft Schröder nog een rekening met Chirac te vereffenen. Toen in maart 1999 in Berlijn over het Europees budget tot 2006 moest worden beslist, veegde Chirac met een arrogant non de hervorming waar Schröder maanden aan knutselde, van tafel. Als het over landbouwsubsidies gaat, is Chirac wel rechtlijnig: het Franse boerenbelang boven alles. Omdat de top niet mocht mislukken, ging Schröder door de knieën en blijft Duitsland de volgende jaren veruit de belangrijkste financier van de Unie. De kanselier is het affront niet vergeten, zoals uit Der Spiegel van deze week blijkt. ‘In Berlijn hebben we het Europese belang van het nationale laten winnen. Ik ben er zeker van dat de Fransen in Nice hetzelfde doen.’

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content