Dammen kunnen hele riviersystemen én hun bevolking ontwrichten.

Voor hij in Tanzania verzeilde, werkte Olivier Hamerlynck jarenlang in het zuiden van Mauritanië. Daar kreeg hij een als ‘hopeloos’ omschreven opdracht: de gevolgen van een dam op de Senegalrivier voor het leven in de delta terugdringen. De aanvankelijke bouwplannen waren voorzien van technische ingrepen om de impact op het milieu te minimaliseren, maar die werden niet uitgevoerd. ‘In 1994 werden er precies twee vogels in de ooit zo rijke delta geteld’, zegt Hamerlynck. ‘Maar na aanpassingen aan de dam om regelmatig water in de overstromingsgebieden te krijgen, telden we weer tienduizenden vogels. Ook de plaatselijke bevolking profiteerde enorm van de bijsturingen. Ik kan met een gerust gemoed stellen dat ik daar nuttig werk heb verricht.’

Dammen leveren wereldwijd 20 procent van de energie op en – door irrigatie – 15 procent van het voedsel. Maar ze kunnen drama’s veroorzaken voor de mensen en hun leefmilieu. Eind vorig jaar bracht de World Commission on Dams, een gezamenlijk initiatief van de Wereldbank en het Wereldverbond voor Natuurbehoud (IUCN), een rapport waaruit bleek dat voor een meerderheid van de 45.000 dammen op rivieren de kostprijs ruimschoots de opbrengsten overtrof. Het rapport stelt dat tussen veertig en tachtig miljoen mensen moesten verhuizen, en dat dammen 60 procent van ’s werelds rivieren beïnvloeden.

Ondoordacht beheer van dammen kan overstromingen verergeren. Dat bleek twee jaar geleden in Mozambique. Er zijn aanwijzingen dat het uitdrogen van de moerassen in Zuid-Irak, waar de ‘moeras-Arabieren’ leefden, niet alleen het gevolg is van manoeuvres van president Saddam Hoessein om die ‘vijanden’ het zwijgen op te leggen. Het heeft ook te maken met de dammen die Turkije in de brongebieden van de Eufraat en de Tigris heeft gebouwd. Tot voor de kust van Koeweit wordt de garnaalvangst door die ingrepen getroffen.

In Tanzania krijgt Hamerlynck weer met dammen te maken. Er zijn al kleinere dammen op het Rufiji-rivierensysteem gebouwd. Die betekenden onder meer het einde van de Kihansikikker: een hypergespecialiseerd beestje dat in het opspattende water bij watervallen leefde, en dat om contact te zoeken niet kwaakte, maar met zijn voorpoten zwaaide – in het gedruis van het vallende water zou gekwaak immers niet te horen zijn. Een dam veranderde het debiet van de waterval, waardoor de kikker zijn leefmilieu verloor.

Er zijn ook plannen voor een grote dam in de Stieglers-kloof van het Selous-wildreservaat, waar de Rufiji doorheen loopt. Die zou alle leven stroomafwaarts beïnvloeden. Studies hebben uitgewezen dat dammen dikwijls een groot verlies van diversiteit in meren en overstromingsgebieden veroorzaken. Een vijfde van de negenduizend bekende zoetwatervissoorten in de wereld zou door dammen bedreigd worden. Voorstanders van dammen schermen graag met het argument dat er veel voordelen zijn voor de plaatselijke bevolking. Maar meestal gaat de energie van zulke dammen naar de steden. En blijft de lokale bevolking, die voor haar overleving sterk van de omgeving afhankelijk is, met de brokken achter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content