Vier vooraanstaande waarnemers van het Vlaamse politieke leven scharen zich bij het bekendmaken van de verkiezingsuitslag rond de tafel van Knack. Ann Demeulemeester, Koen Pelleriaux, Tarik Fraihi en Walter Zinzen over een linkse overwinning en een rechts reveil.

Foto’s: Patrick De Spiegelaere

Wat viel er eerst op in de vloed uitslagen en commentaren die vorige zondag van het televisiescherm rolde? De overwinning van het kartel van SP.A en Spirit? De haast onwaarschijnlijke pandoering die Agalev kreeg? De vaststelling dat de VLD de grootste partij van Vlaanderen bleef? Gevraagd naar hun eerste indruk wilden zowel Ann Demeulemeester als Koen Pelleriaux, Tarik Fraihi en Walter Zinzen gezegd hebben dat ze toch vooral schrikken van de nieuwe winst van het Vlaams Blok.

ANN DEMEULEMEESTER: Door de manier waarop die partij tijdens de campagne in de media is opgevoerd, had ik winst verwacht. Toch is het geen verhaal van de media alleen. Het Blok boekt een belangrijke vooruitgang in alle kieskringen. Dat wil zeggen dat de verrechtsing dieper in de samenleving is gekropen dan we geneigd zijn te denken.

KOEN PELLERIAUX: De partij breekt nu ook helemaal door in landelijke kantons, waar maatschappelijke problemen zoals buurtverloedering geen hinder vormen. Jonge mensen zeggen daar zonder schroom dat ze voor het Blok stemmen. Het succes van extreem-rechts is dus inderdaad meer dan een reactie op bepaalde maatschappelijke problemen. Maar het is ook juist dat de media – de VRT, VTM én de kranten – het Vlaams Blok als een normale partij hebben behandeld. In vergelijking met vorige campagnes was dat nieuw, en betekenisvol.

DEMEULEMEESTER: Al even significant was dat het Blok zelf een normale campagne heeft gevoerd. Veel softer. Precies met de bedoeling om toegang tot alle media te krijgen. Er werden veel meer vrouwen naar voren geschoven. Het gebruikelijke zootje ongeregeld is van hun lijsten verdwenen. Ik zag nu in mijn regio, in Gent, op de lijst van het Blok veel advocaten, licentiaten, leraren.

TARIK FRAIHI: Daar past een nieuw discours bij. Volgens voorzitter Frank Vanhecke mogen ‘nieuwe Vlamingen’, zoals hij ze noemt, nu wel blijven als ze onze taal leren en onze wetten volgen. Ik zie dat het Blok opschuift naar het centrum en dat het hele centrum verschuift naar rechts. De normalisering van het Blok is daarom zeker niet alleen een verhaal van de media, het is ook een teken van een algemene verrechtsing in de maatschappij.

Vlaanderen heeft de latente gevoelens van racisme en discriminatie na de doorbraak van het Blok in 1991 proberen te negeren. Daar rust blijkbaar nog een sterk taboe op. Maar als je links nu optelt – Agalev, SP.A en Spirit – en vergelijkt met de som van rechts – CD&V, VLD en de anderen tot en met extreem-rechts – dan is duidelijk dat Vlaanderen een rechtse samenleving is. Benieuwd hoe de SP.A dat gaat aanpakken.

WALTER ZINZEN: De media zijn – zoals altijd – een weerspiegeling van wat leeft in de samenleving. De argumenten van het Blok zijn nu in alle geledingen van de samenleving doorgedrongen. Er is blijkbaar geen gêne meer om racistisch of xenofoob te zijn. Wat me al jaren ergert, is altijd datzelfde verhaal: met het Blok doen we geen zaken, maar hun kiezers willen we wel. Het Blok is de thermometer die de koorts meet. En men bestrijdt de thermometer en niet de oorzaken van de koorts. Wat is er gedaan om de voedingsbodem van het Blok weg te nemen? Die uitspraak van Frank Vanhecke is typisch: spreek Vlaams, drink bier in plaats van muntthee en alles is in orde. Mensen moeten hun identiteit prijsgeven. Het Blok zegt dat ook: ‘aanpassen of opkrassen’. Steeds meer mensen doen nu alsof dat de normaalste zaak is. Hun programmapunten worden zo banaal, klaar om door andere partijen te worden overgenomen.

Tot en met door Steve Stevaert, die plotseling de wet-Lejeune wou veranderen. Dat kan door een goed deel van zijn partij toch niet zijn gesmaakt?

PELLERIAUX: Nee. Ook wat hij over intellectuelen zei, was niet goed. Stevaert moet voorzichtig zijn. Je kan een links-democratische partij, zoals de SP.A, toch niet vervreemden van de intellectuele groep die ze draagt?

Ondertussen betaalde Agalev als enige regeringspartij de prijs voor wat er tijdens de voorbije vier jaar fout liep.

DEMEULEMEESTER: De groenen werden in de laatste weken van de campagne door de andere partijen bijzonder hard aangepakt, maar bij hun verlies kunnen veel redenen hebben meegespeeld. Onder meer het effect van de regeringsdeelname voor een partij, die zo’n zwaar principieel programma heeft. Dat maakt het moeilijk om met duidelijk zichtbare resultaten naar de achterban te trekken. Toch hebben ze een kans laten liggen. Ze doen het niet goed bij de jongste generatie, waar hun boodschap niet aanslaat. Het groene gedachtegoed is van groot belang, maar Agalev straalde geen vernieuwing uit. Ze zullen op het vlak van communicatie hun principiële houding moeten laten varen: als je een boodschap wilt overbrengen, heb je communicatie nodig. Dit resultaat is in ieder geval niet goed voor de sociale organisaties. Die hebben behoefte aan stevige socialisten, sterke groenen en progressieve christen-democraten.

Met het verdwijnen van Agalev uit de Kamer versmalt voor uw organisatie, het ACW, de basis waarmee u in de politiek kunt werken.

DEMEULEMEESTER: Hoe zullen de socialisten zich opstellen? Wij bekijken het kartel met Spirit met kritische onrust: de links-liberale beginselen van Spirit sluiten niet aan bij ons programma. De vraag die wij ons stellen, is: zullen de socialisten verder met dat links-liberale gedachtegoed meedrijven?

Was het probleem ook niet dat Agalev haar sterke man niet in de regering bracht? Jos Geysels bleef aan de kant staan.

ZINZEN: Hij kwam bij crisissen natuurlijk wel naar voren. Maar hij heeft, bijvoorbeeld, de Nepalcrisis slecht behandeld. Ik vermoed dat de links-progressieve kiezers die in 1999 voor Agalev kozen toch wel zwaar teleurgesteld zijn. Wat gebeurde er met de grote thema’s, waarvoor de partij in het regeerprogramma opkwam: stemrecht voor migranten, het pacifisme, Doel…?

FRAIHI: Allochtone kiezers waren erg ontgoocheld over het stemrechtdossier en de wapentransporten naar Irak. Dat was voor velen onder hen een reden om niet meer op Agalev te stemmen. SP.A-Spirit is in die dossiers minder principieel naar buiten gekomen, en liep daardoor minder schade op.

Bij allochtonen speelde trouwens zeker ook de oude arbeiderstraditie mee. Ze maken via de vakbonden de historische link met het socialisme. De SP.A is dan de betrouwbare partij die de samenleving kan beheren, die sterke ministers heeft.

PELLERIAUX: Ik vind de overwinning van SP.A-Spirit sterk. Het is de eerste keer dat een kartel verkiezingen wint. Het was een politieke wet dat zoiets niet kan. En kijk. Het resultaat kan gedeeltelijk door Spirit worden verklaard, maar ik heb de indruk dat de som van Spirit binnen het kartel plus N-VA groter is dan de Volksunie. De verklaring moet zijn dat Spirit toch kiezers van Agalev aantrok.

Ik had eigenlijk verwacht dat N-VA het beter zou doen. Geert Bourgeois is duidelijk en rechtlijnig. Hij heeft een radicaal profiel zonder extreem te zijn. Dat zie je bij Steve Stevaert ook. Mensen begrijpen wat die zeggen. Politici die een boodschap duidelijk kunnen brengen, winnen sympathie.

ZINZEN: Bourgeois straalt ernst en eerlijkheid uit.

PELLERIAUX: Toch doet de N-VA het niet goed. Dat is vreemd omdat die partij bij de boedelscheiding van de Volksunie de kaders en de lokalen meenam. N-VA erfde het apparaat.

ZINZEN: Spirit had Anciaux, en dat is een apparaat op zichzelf.

FRAIHI: Ik betreur die verpersoonlijking van de politiek toch wel heel erg. Politiek is ook veel meer dan verkiezingen en deelnemen aan het beleid, de macht. Tijdens de verkiezingscampagne zetten de media veel shows op, maar daarna is politiek nauwelijks nieuws. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Als de linkerzijde een rol van betekenis wil blijven spelen, moet ze weigeren om daarin mee te draaien. Ze moet terug naar haar basis, en dat zijn niet alleen de vakbonden, maar ook de fietsersbond, GAIA, de allochtone emancipatiebewegingen. Ze moet weer voeling krijgen met haar middenveld. Zonder wortels in de basis wordt elke partij afhankelijk van andere kanalen, zoals de media, die je veel minder in de hand hebt.

PELLERIAUX: Het aantal voorkeurstemmen zal dat mee bepalen. Maar SP.A zou ook zonder Spirit hebben gewonnen – na het absolute dieptepunt van 1999 moest er een correctie komen. Anderzijds was er ook een media-effect: SP.A kreeg het beeld van grote degelijkheid, bekwame ministers.

DEMEULEMEESTER: Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte werden door de mensen als zeer bekwaam gezien. Zij waren ook de sociale factor in de regering, en dat hebben ze nu kunnen verzilveren.

PELLERIAUX: Dat verklaart tegelijk de verdeeldheid tussen rood en groen. In tegenstelling tot Agalev is de SP.A erin geslaagd om dat beeld van hun ongelooflijk bekwame ministers ingang te laten vinden.

FRAIHI: Dat is net wat ik wil zeggen: ze worden afgerekend op de vraag of ze goede beleidsmakers zijn. Maar de prijs van de beste politici gaat zonder twijfel naar het Vlaams Blok. Er is een verschil tussen beleid maken en aan politiek doen.

PELLERIAUX: Ik heb ooit gezocht naar de verklaring waarom er in Wallonië geen extreem-rechtse partij bestaat, hoewel het etnocentrisme er hoger is dan in Vlaanderen. De cruciale factor in Vlaanderen is toch dat er een traditie bestaat, en een netwerk van kleine groepen die efficiënt werken. We hebben bij de witte partijen gezien dat het creëren van een partij op een bepaald ogenblik een bepaalde technische vaardigheid vereist. Extreem-rechts is daar in Vlaanderen toe in staat.

Er is ook een verschil tussen professioneel overkomen in de oppositie, wat het Blok ongetwijfeld heel goed doet, en professioneel overkomen in het beleid. Agalev was ook goed in de oppositie, maar toen de partij kabinetten moest maken, liep het fout. Dan moesten ze putten uit eigen rangen en dat waren allemaal mensen die geen enkele regeringservaring hadden.

FRAIHI: Het hangt ervan af hoe je de huiskamer binnenkomt. Als je enkel via televisie bij de mensen binnenkomt, mag je nooit blunderen. Maar als de mensen over je praten en over wat je doet – de gratis bussen van Stevaert – dan mag je op het scherm al eens blunderen. Dat speelt ook voor het Blok. Zelfs een erg kritisch interview op televisie kan in het voordeel van het Blok werken, omdat het ook via andere kanalen bij de mensen komt. Dat is de inbedding van een partij. Als een partij op de politieke vijver ronddrijft als een waterlelie waarvan de wortels doorgeknipt zijn, wordt ze door elke wind meegeblazen. Dat is wat er is gebeurd: al die partijen zijn allemaal in het centrum terechtgekomen, terwijl het Blok op zijn plaats bleef. Daardoor is de indruk gewekt dat alleen die partij haar principes trouw is gebleven.

DEMEULEMEESTER: Er is hoe dan ook een probleem gegroeid met de verankering van partijen in de samenleving. De traditionele partijen hebben geen voeling meer met het middenveld – dat trouwens zelf ook in beweging is. Ze hebben geen banden meer met hun organisaties en dat maakt hen zo afhankelijk van de media.

FRAIHI: Het concept van de Teletubbies (het SP.A-viertal met Steve Stevaert, Johan Vande Lanotte, Patrick Janssens en Frank Vandenbroucke, nvdr.) was daarom zo geniaal. Als je weet dat je niet meer echt ingebed zit, vereenvoudig dan de boodschap en koppel gezichten aan thema’s. Maar dat is heel fragiel: het zijn mensen en als die mensen wegvallen, is het succes ook weg. Bij het Blok is dat anders. Die machine draait, ook als de top weg is.

PELLERIAUX: Dat klopt niet. Je mag het gewicht van een top niet onderschatten. Zelfs nu al zie je bij de partijen jongeren die het gaan maken.

ZINZEN: Dat samenvallen van talent is geen historisch toeval. Het is door Louis Tobback mee georkestreerd.

DEMEULEMEESTER: Vergeet de strategie van Patrick Janssens niet, om het allemaal zo te presenteren. Het gaat ook om het communicatieverhaal dat er rond zit.

Ontbreekt dat verhaal dan volledig bij CD&V? Waarom valt de naam van die partij in dit gesprek niet?

ZINZEN: Als het dan toch over de verpersoonlijking van de politiek gaat, valt CD&V zwak uit. Elke keer als Stefaan De Clerck op televisie komt, raakt zijn partij stemmen kwijt. CD&V is de kampioen van het slecht geformuleerde, wollige taalgebruik. Alleen Yves Leterme steekt er soms bovenuit. De partij is er ook op geen enkel moment in geslaagd om een geloofwaardige oppositie te voeren. Ze bood nooit een ernstig alternatief voor wat paars-groen, volgens haar, verkeerd deed. Misschien zijn de kiezers toch meer volwassen dan sommige politici denken.

PELLERIAUX: Er was ook de keuze van onderwerpen. Waarom wilde CD&V koste wat het kost scoren met een thema zoals euthanasie op vraag van de patiënt? Daar bestaat in Vlaanderen geen verzet tegen, dat is zo vaak onderzocht dat iedereen het moet weten.

ZINZEN: De partij spiegelde zich natuurlijk aan het CDA in Nederland. De Nederlandse christen-democraten legden vorig jaar veel nadruk op het debat over normen en waarden, en hadden daar succes mee. Maar wat is ‘verbondenheid’ als ik vragen mag?

FRAIHI: Het waardendebat sloeg in Nederland trouwens ook niet aan. Een waardendebat is in de politiek sowieso waardeloos. Politiek gaat over machtsverhoudingen. Wie sterk genoeg is, kan zijn standpunt ingang doen vinden bij de bevolking.

PELLERIAUX: We weten ook niet wie voor CD&V heeft gestemd. Ik heb niet de indruk dat het ACW de voorbije jaren erg meegespeeld heeft in de partij. Het ACW heeft zeker niet op het politieke debat gewogen.

DEMEULEMEESTER: De periode dat het ACW mee aan het programma van de partij schreef, is voorbij. CD&V wordt van buitenaf gezien als een standenpartij, maar in de praktijk is dat niet meer zo. Dat geeft spanningen als wij ons programma aftoetsen aan dat van de partij. CD&V heeft op een Balkenende-effect gemikt, en dat is mislukt.

ZINZEN: Is het probleem van het ACW niet dat de top linkser is dan de basis?

DEMEULEMEESTER: Onderzoek heeft dat ook uitgewezen. Maar onze basis, dat zijn twee miljoen mensen. Daar zitten zeker mensen tussen die rechts stemmen. Ik heb het al gezegd: de verrechtsing van de samenleving is reëel. Dat moeten alle organisaties zich aantrekken.

PELLERIAUX: Er stemmen in het ACW minder mensen voor het Blok dan je zou verwachten. Precies door de werking van die organisaties.

PELLERIAUX: Hier is al een paar keer gezegd dat Vlaanderen verrechtst. Wil dat zeggen dat het etnocentrisme toeneemt? Ik geloof dat niet. Het wordt nu wel door één partij gekanaliseerd, maar dat wil niet zeggen dat Vlaanderen rechtser wordt.

ZINZEN: Er is in elk geval een grotere onverdraagzaamheid in het discours geslopen. Ook bij de SP.A.

DEMEULEMEESTER: Het gaat niet alleen om onverdraagzaamheid. Wat mij bekommert, is de ‘vermarkting’ en het economische denken. Wij hebben het nu veel moeilijker om uit te leggen wat solidariteit is, dat belastingverlaging niet goed is. Het zijn de arbeiders die de bijstandskassen hebben uitgevonden en die coöperaties en ziekenfondsen hebben opgericht. Politici herinneren er vandaag niet meer aan dat het de bijdragen van de mensen zijn die het stelsel dragen. Alleen Frank Vandenbroucke doet dat nog.

PELLERIAUX: Ik vind het angstaanjagend dat de socialisten in het terugverdieneffect van belastingverlaging beginnen te geloven.

In landen zoals Nederland, Oostenrijk en Frankrijk is het al duidelijk: het betaalbaar houden van de sociale zekerheid en de pensioenen wordt het grote probleem van de nabije toekomst.

FRAIHI: Daar komt de verrechtsing goed in beeld. Wie over vergrijzing spreekt, raakt meteen grote vraagstukken aan zoals pensioenen en migratie. Maar over die vraagstukken worden geen standpunten meer ingenomen. Welke vooruitstrevende standpunten heeft links in huis? Links zijn, wil ook zeggen structurele oplossingen verzinnen en verdedigen. Maar dat gebeurt niet. Iedereen gaat mee in het liberale discours van de markt. Het marktdenken overheerst ook het linkse discours. Zoals er in de jaren zestig sprake was van een links reveil, wordt er nu duidelijk een rechts reveil zichtbaar. Kijk naar de oorlog in Irak. Veel allochtonen voelden zich daarbij betrokken, maar links had daar geen antwoord op. Kijk naar de migratie, de privatisering van overheidsbedrijven, het verdwijnen van Sabena. Links had geen antwoord.

Het is toch merkwaardig: in heel Vlaanderen viert de SP.A een gigantische verkiezingsoverwinning en aan deze tafel wordt getreurd over een rechts reveil!

FRAIHI: Paars is in mijn ogen ook geen progressieve regering. De VLD heeft Agalev gewurgd, door ze mee in de regeerboot te nemen. Dat kan op termijn ook de SP.A overkomen. Hoe lang kan de SP.A met dat liberale gedachtegoed meegaan?

PELLERIAUX: We moeten twee dingen uit elkaar houden: de politici die een gedachtegoed verdedigen en de bevolking. Wie wil de overheidsbedrijven privatiseren? Ik denk dat er weinig mensen zijn die dat willen.

FRAIHI: Valt het niet op dat iedereen alle problemen wil oplossen door ze te regionaliseren? Dat is niet meteen een linkse benadering.

DEMEULEMEESTER: Links moet het verschil maken in de sociale zekerheid. Dat is voor paars, vrees ik, te hoog gegrepen. Daar vinden VLD en SP.A geen gemeenschappelijk punt. Ze kunnen de problemen die zich voordoen niet blijven oplossen door altijd meer geld in het stelsel te pompen.

Misjoe Verleyen

Tarik Fraihi ‘Hoe lang kan de SP.A met het liberale gedachtegoed meegaan?’

Ann Demeulemeester ‘Het wordt moeilijk om uit te leggen wat solidariteit is.’

Koen Pelleriaux ‘Het is een wet in de politiek dat een kartel niet kan winnen. En kijk.’

Walter Zinzen ‘Er is een grotere onverdraagzaamheid in het discours geslopen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content