Hoe kijkt Franstalig België in de nasleep van het N-VA-congres naar de agenda van Bart De Wever? Wordt de partij aan de andere kant van de taalgrens écht gedemoniseerd? Knack legde het oor te luister bij een aantal Franstalige waarnemers. ‘Staatshervormingen kosten alleen maar tijd, geld en energie.’

Er zijn zo van die dagen waarop het op een krantenredactie niet moeilijk is om uit te maken wat er op de voorpagina moet komen. Maandag 3 februari, de ochtend na het grootste N-VA-partijcongres ooit, was een schoolvoorbeeld. De eerste bladzijde van zowat élke Vlaamse krant toonde Bart De Wever, een V-teken, of de Vlaamse vlag.

Maar in weerwil van de obsessieve aandacht die de N-VA op andere momenten te beurt valt, leek het reilen en zeilen van de grootste partij van het land die maandag niet meteen de hoofdbekommernis in de Franstalige media. De RTBF maakte uiteraard een verslag, maar opende er het journaal niet mee. Le Soir was de enige krant die de dag nadien een uitgebreid dossier publiceert. La Libre Belgique: een kort verslag, veilig weggestopt op pagina acht. La Dernière Heure: dezelfde tekst, maar dan nog korter. L’Echo – die pas op dinsdag uitkomt – besteedde er zo mogelijk nog minder ruimte aan. Het Brusselse La Capitale: niets.

‘Ik vind het vreemd dat de Frans-talige pers er zo weinig aandacht aan heeft besteed’, zegt Dirk Vanoverbeke, politiek journalist en N-VA-watcher bij Le Soir. ‘De N-VA is toch een partij die dit land grondig aan het veranderen is. De hele Belgische politiek draait momenteel rond wat de N-VA zegt, denkt en doet.’ Als een van de weinige Franstalige journalisten die het driedaagse congres van start tot finish meemaakte, was hij naar eigen zeggen diep onder de indruk van de organisatie. ‘Er is geen enkele Franstalige partij die zo’n congres voor elkaar krijgt.’

Het mag vreemd lijken dat het verkiezingscongres van politieke tegenstrever nummer één nauwelijks de Franstalige kranten haalde, maar de N-VA heeft dan ook een op z’n zachtst gezegd gespannen relatie met de Franstalige pers. Bart De Wever beschuldigde Le Soir er in het verleden al van haat te zaaien. Ook Liesbeth Homans beschuldigde de Franstalige media er vorig weekend nog van haar partij te demoniseren.

Hendrik Vuye, professor staatsrecht in Namen en sinds vorige week N-VA-kandidaat op de Vlaams-Brabantse Kamerlijst, kondigde zelfs aan dat hij de Franstalige pers niet langer te woord wil staan.

Toch ontkent Le Soir-journalist Vanoverbeke met klem dat zijn werkgever vooringenomen zou zijn. ‘Wij hebben nooit beweerd dat de N-VA geen democratische partij is. Wel hebben we in een overduidelijk satirische rubriek ooit geschreven dat ze al die N-VA’ers maar eens op een zinkend schip moesten zetten, maar dat was dus echt niet gemeend. Ik denk dat die gepikeerde reacties vooral politieke strategie zijn. De N-VA is er niet vies van om Calimero uit te hangen.’ Dat er bij veel Franstaligen nogal wat wantrouwen heerst, heeft de partij ook aan zichzelf te danken, aldus Vanoverbeke. ‘Er was de actie bij de scheepslift van Strépy, waarbij de N-VA met twaalf vrachtwagens vals geld actievoerde om de jaarlijkse transfers naar Wallonië aan te klagen. En herinner u het interview met Der Spiegel, waarin De Wever de transfers naar Wallonië vergeleek met shots voor drugsverslaafden. Dat heeft diepe wonden geslagen in Franstalig België.’

Molensteen om de nek

Ook Pierre Kroll, huiscartoonist van Le Soir, vindt niet dat de krant de voorzitter van de N-VA demoniseert. ‘Wel integendeel, ze doen juist erg hun best om Bart De Wever niet te bruuskeren of al te opzichtig op de tenen te trappen. Het gebeurt maar een paar keer per jaar dat een van mijn cartoons wordt geweigerd bij Le Soir, en meestal gaat het dan over Bart De Wever. Na het congres had ik een cartoon gemaakt waarin de schaduw van Bart De Wever verkondigt dat het uur van de N-VA geslagen heeft. Die tekening vond men bij Le Soir aanstootgevend, omdat ik voor De Wevers tekstballon Germaanse letters had gebruikt. Voor mij was dat een referentie aan zijn uitspraken over Luther, maar bij Le Soir waren ze bang dat het zou overkomen alsof ze De Wever een halve nazi vinden.’ De Wever maakt volgens Kroll gretig gebruik van potentiële conflictstof met de Franstalige pers. De verontwaardiging over hoe onheus hij door de Franstaligen wordt behandeld, komt hem volgens Kroll in Vlaanderen goed van pas. ‘Hij kan ermee dreigen niet langer met de redactie van Le Soir te praten. Dat is dodelijk voor zo’n krant.’

Kroll werkt ook mee aan Mise au Point, het politieke debatprogramma op zondagochtend van de RTBF, waarin volgens sommige waarnemers in Vlaanderen Bart De Wever systematisch als de baarlijke duivel wordt voorgesteld. Maar ook daar is volgens Kroll geen sprake van. ‘De journalisten van Mise au Point halen juist alles uit de kast om N-VA-kopstukken naar de studio te halen, maar dat lukt vrijwel nooit. Hoe kun je dan beweren dat je gedemoniseerd wordt?’ Uiteraard gaan ook de Franstalige media weleens uit de bocht. ‘Ik hou helemaal niet van de manier waarop Hendrik Vuye is aangepakt’, zegt Kroll. ‘Waarom zou iemand niet tegelijk een uitstekend hoogleraar constitutioneel recht én een overtuigd confederalist kunnen zijn?’

Toch deelt de cartoonist ook een breed gedragen gevoel in Wallonië: de Walen almaar voorstellen als de molensteen om de Vlaamse nek, dat is gewoon niet ernstig, vindt hij. ‘Bovendien doet De Wever aan geschiedvervalsing. Hij stelt het voor alsof de gemene Walen als een soort koloniale mogendheid de Vlamingen in het verleden hebben uitgebuit. Terwijl de Franstalige bourgeoisie in héél België het gewone volk eronder heeft gehouden: zowel de Vlamingen als de Walen.’

Anti-establishment

Dat er in Franstalig België in heel wat lagen van de bevolking enige vijandigheid tegenover de Vlaams-nationalisten bestaat, valt niet te ontkennen. ‘Maar ik denk dat het meer een kwestie is van angst dan van haat’, zegt Pascal Delwit, politicoloog aan de Université Libre de Bruxelles. ‘Er is angst voor wat er morgen gebeurt, al denk ik dat de toestand vandaag een stuk stabieler is dan pakweg zes jaar geleden. Het zou best kunnen dat de N-VA te vroeg gepiekt heeft in de peilingen. Als je te vroeg op je toppunt bent, kun je op een bepaald moment alleen maar achteruitgaan.’

Bovendien vervult de N-VA aan de overkant van de taalgrens een andere rol in het politieke steekspel, meent Delwit. ‘De Franstalige partijen gebruiken de Vlaams-nationalisten vooral om de MR een hak te zetten, omdat de liberalen als enige partij goede contacten onderhouden met N-VA. De meeste Franstalige politici reageren ook zelden rechtstreeks op wat de N-VA zegt. Er bestaat wel een soort subtiele wisselwerking tussen de uitspraken van Bart De Wever en de speeches van Elio Di Rupo (PS). Sinds hij premier is, benadrukt hij in zowat elke speech dat België een meerwaarde heeft en hoe goed het wel gaat. Maar Di Rupo zal nooit in debat gaan met De Wever.’

De populairste politicus zal De Wever in Franstalige België uiteraard nooit worden, maar helemaal onbemind is hij nu ook weer niet. ‘De Wever cultiveert een anti-establishment- houding, en daar hebben ook heel wat Franstaligen echt sympathie voor’, aldus Delwit. ‘Al moet ik daar ook wel om lachen. De Wever maakt zelf deel uit van het establishment.’ André Cools, Michel Daerden, José Happart: ook Franstalig België kende zijn deel spektakelpolitici. Toch is De Wever volgens Le Soir-journalist Dirk Vanoverbeke een typisch Vlaams verschijnsel. ‘Hij is een politiek fenomeen zoals Steve Stevaert en Yves Leterme dat waren. In Wallonië komen politici bijna nooit in entertainmentprogramma’s, zoals De Wever dat in De Slimste Mens deed.’ Maar áls ze het zouden doen? ‘Ik ben ervan overtuigd dat een Waalse Bart De Wever veel succes zou hebben’, zegt Pierre Kroll. ‘De Walen houden wel van koppige politici die recht voor de raap zijn.’

Dromen van De Wever

Voor haar onafhankelijkheidsagenda vindt de N-VA aan de overkant van de taalgrens nauwelijks medestanders. Maar haar sociaal-economische programma klinkt sommigen, met name in de wereld van ondernemers, als muziek in de oren. De Wever is ook in Franstalig België een graaggeziene gast in de businessclubs. Zijn passages bij de Cercle de Lorraine en de Cercle de Wallonie waren regelrechte triomftochten. ‘Voor ondernemers is Bart De Wever een droom’, zegt Luc Willame, voormalig voorzitter van de Brusselse Cercle de Lorraine. ‘Hij weet wat er gedaan moet worden om onze economie er weer bovenop te helpen. Zijn economische discours is er een op maat van de ceo’s. Alleen vrees ik dat het bij een droom zal blijven, omdat hij naar mijn aanvoelen niet genoeg rekening houdt met de politieke realiteit.’ Willame betwijfelt of De Wevers economische plannen ooit de voorrang zullen krijgen op zijn communautaire plannen. ‘Op het eind van de rit is de onafhankelijkheid van Vlaanderen het echte doel. Op zich heb ik daar geen probleem mee: er zijn in de geschie-denis al vreemdere dingen gebeurd. Alleen is het in de huidige politieke omstandigheden niet haalbaar.’

Een gelijklopende analyse horen we bij de zelfstandigenorganisatie Union des Classes Moyennes (UCM), de Franstalige tegenhanger van Unizo. Ook secretaris-generaal Christine Lhoste is eerder sceptisch over de haalbaarheid van De Wevers voorstellen. Ze maakte in 2007 de onderhandelingen op Hertoginnedal mee als kabinetschef van Sabine Laruelle (MR). ‘Of ze nu Nederlandstalig of Franstalig zijn, ondernemers willen hetzelfde: minder belastingen, minder administratie, meer flexibiliteit. Wij zitten niet te wachten op een nieuwe staatshervorming, omdat zelfstandigen daar nauwelijks baat bij hebben. Wanneer een Vlaamse zelfstandige aan de andere kant van de taalgrens wil werken, moet hij zijn diploma laten erkennen door Wallonië: dat is toch volslagen absurd? Staatshervormingen kosten alleen maar tijd, geld en energie. De erelijst van de regering oogt niet bepaald schitterend, maar daar moet je in de huidige budgettaire context begrip voor hebben.’

‘Ik heb de indruk dat de vrees voor een nieuwe politieke patstelling groter is aan Franstalige kant’, meent Willame. ‘Maar ik denk dat Bart De Wever de wijsheid zal hebben om in te binden op zijn communautaire eisen. Als hij de PS federaal in de oppositie kan duwen en een Vlaamse meerderheid op de been krijgt, zal hij doorzetten. Nog een langdurige politieke crisis zou ook voor N-VA een ramp zijn.’

Bij de Franstalige vakbonden valt weinig sympathie te rapen voor het N-VA-programma. Thierry Bodson, de invloedrijke voorzitter van de Waalse socialistische vakbond FGTB, is zelf een overtuigd regionalist, maar ziet absoluut geen brood in het confederalisme van de N-VA. ‘Ik ben geen voorstander van een confederalisme met twee grote deelstaten, zoals de N-VA voorstelt. Hun plannen voor Brussel lijken me bovendien inefficiënt, administratief hopeloos ingewikkeld, en praktisch vrijwel onuitvoerbaar.’ Zelfs voor haar sociaal-economische agenda vindt de N-VA volgens Bodson aan Franstalige kant nauwelijks bondgenoten. ‘Louis Michel, toch geen lichtgewicht binnen de MR, zei onlangs dat er van een beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd geen sprake kan zijn. Uiteindelijk worden alleen de gemeenten en hun OCMW’s daar de dupe van. Vlamingen beseffen soms te weinig hoe zwaar Wallonië nog door langdurige werkloosheid wordt getroffen.’

Bodson weet natuurlijk wel dat de voortdurende aanvallen van de N-VA op de PS in sommige Franstalige kringen goed valt. ‘Maar de economische toestand van Wallonië toeschrijven aan de PS, dat is de macht van de politiek ruim overschatten. Wat heeft Wallonië de das omgedaan? Een proces van de-industrialisatie, in combinatie met het vertrek van een aantal grote Brusselse financiële holdings – zij hebben Wallonië als een economische woestijn achtergelaten.’

Er is een nieuw economisch dynamisme voelbaar in Wallonië, gaat Bodson verder. ‘Maar ik geloof dat de superliberale economische schoktherapie die de N-VA voorstaat, het Waalse herstel de nek zou omdraaien. En daar sta ik niet alleen in. Ik ontmoet in Wallonië veel bedrijfsleiders en vertegenwoordigers van middenstandsorganisaties, maar daar zitten zelden echte voorstanders van de recepten van de N-VA bij. Vaak blijft de N-VA ook steken in slogans. Ze wil tegelijk de lasten op arbeid en de personenbelasting verlagen. Kom nou.’

Wafels

De meeste Franstaligen kennen Bart De Wever en zijn partij alleen van het beeld dat de Franstalige media tonen. Maar er is één Franstalige die misschien écht weet hoe het voelt om in de schoenen van de N-VA-voorzitter te staan. Dat is Philippe Peters, de acteur die Bart De Wever in Sois belge et tais-toi! speelt, de satirische politieke revue die jaarlijks volle zalen trekt in Franstalig België. ‘De dikke Bart De Wever, welteverstaan’, preciseert Peters. ‘De dunne De Wever wordt gespeeld door iemand anders. Het zijn ook twee totaal verschillende karakters in de show. De dikke is gemoedelijk, de dunne is harder en meer revanchistisch. In de laatste show propt de dunne De Wever zich op advies van Siegfried Bracke trouwens opnieuw vol met wafels, want de populariteit van Maggie De Block steekt hen de ogen uit.’

Peters vindt het belangrijk dat alvast zijn Bart De Wever ook een sympathieke kant heeft. ‘Ik zet hem neer als iemand die door interne tegenstrijdigheden wordt verscheurd. Aan de ene kant wil hij wel constructief meewerken aan een politiek compromis, maar aan de andere kant zit hij zodanig vol opgekropte woede dat hij er maar niet in slaagt om water bij de wijn te doen. Maar hij behoudt iets innemends. Het Franstalige publiek is echt dol op mijn Bart De Wever. Op straat roepen mensen me vaak na: “Bart, we houden van je! Kun je die andere niet vervangen?”‘

Bart De Wever is in Franstalig België tegelijk erg aanwezig en ver weg. Zijn woorden worden met het vergrootglas ontleed, maar tegelijk blijft hij een vage schim, waarvan de doorsnee-Franstalige maar zelden rechtstreeks kennis neemt. ‘Kijk, ik ben een Luikenaar,’ zegt Pierre Kroll. ‘Hier in Luik bekijken we het communautaire conflict toch met flink wat meer afstand dan de Brusselaars. Hier bestaat er ook geen enkele nostalgie naar het Belgique à papa. De Walen hebben geen hekel aan De Wever, ze kennen hem ook niet, maar ze weten wel dat hij het kennelijk op hen heeft gemunt. Wel, de Walen hebben ook hun trots. Als Bart De Wever vindt dat België moet ontploffen, dan moet het maar. Liever dat dan dat we constant op onze kop laten zitten.’

DOOR HAN RENARD EN JEROEN ZUALLAERT

‘Oké, we hebben in een satirische rubriek ooit geschreven dat ze al die N-VA’ers op een zinkend schip moesten zetten, maar dat was niet gemeend.’

‘De Wever cultiveert een anti-establishmenthouding, en daar hebben ook heel wat Franstaligen sympathie voor.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content