Ze nam de zaak van haar moeder over – heel ongebruikelijk in een mannenstiel. ‘Ik schrik er niet voor terug om na een plechtigheid een weduwe even te omhelzen.’

‘Ik had gezworen nooit begrafenisondernemer te worden. Je moet altijd voorbereid zijn op dat ene telefoontje waardoor je meteen moet uitrukken. Toch heb ik het gedaan. Het is misschien geen alledaagse baan, maar je kunt mensen helpen op een moment dat ze het ontzettend moeilijk hebben.’

‘Intussen ben ik al twaalf jaar begrafenisondernemer en zet ik de zaak voort die mijn moeder in 1984 heeft opgericht. Dat een vrouw dat deed, lag toen helemaal niet zo voor de hand. Het was een echt mannenbastion en eigenlijk is het dat vandaag nog altijd een beetje. Ik vind dat wel een beetje vreemd, want vrouwen kunnen toch beter omgaan met emoties. Ik schrik er niet voor terug om na een plechtigheid een weduwe even te omhelzen of over de rug te wrijven. Dat duurt maar een seconde, maar het is toch een klein gebaar van troost. Bij een man ligt dat toch iets moeilijker.’

‘Bij elk overlijden is het een huzarenstukje om in nog geen week tijd een mooi en waardig afscheid te organiseren. Alles moet perfect zijn, want er is geen kans om het later nog eens over te doen. Ja, dat brengt een hoop stress met zich mee. Onlangs heb ik ook de uitvaart van een belangrijke persoon verzorgd: dan is het een hele week alle hens aan dek. Daar komt zo veel meer bij kijken: er zitten veel meer partijen rond de tafel, er is een protocol dat je moet volgen en je moet de media op afstand houden. Achteraf is het dan een grote opluchting als alles vlot is verlopen.’

‘Soms loopt het wel eens mis: de priester maakt een pijnlijke verspreking of het afspelen van de muziek loopt helemaal in het honderd. Zoiets kan achteraf nog dagenlang door mijn hoofd spoken, zelfs als ik het helemaal niet kon helpen. Een uitvaart is nu eenmaal te belangrijk voor het rouwproces om ze te laten verstoren door stomme foutjes. En niet alleen ik leg de lat voor mezelf hoog, want de mensen zijn veel veeleisender dan vroeger. Ze verwachten soms dat je zelfs voor de kleinste dingen op elk moment van de dag klaarstaat. Het is al meer dan één keer gebeurd dat mensen me om drie uur ’s nachts opbellen om door te geven hoeveel volk er op de koffietafel zal zijn. Of dat ze zondags aanbellen omdat ze nog een bloemetje willen afgeven en niet begrijpen dat we dan gesloten zijn. We zijn al dag en nacht beschikbaar, ergens moet ik toch een grens trekken, want anders is het niet vol te houden.’

‘Ik merk wel dat veel mensen het financieel moeilijk hebben en soms niet het geld hebben voor de uitvaartplechtigheid die ze echt zouden willen. Precies daarom moet een begrafenisondernemer zo transparant mogelijk zijn over de prijs van een uitvaart. Het is uiteindelijk toch aan de ellende van iemand anders dat we ons brood verdienen. Dan moet je eerlijk zijn. Heel af en toe maken mensen er zich dan weer het liefst zo goedkoop mogelijk vanaf omdat er anders minder overblijft van de erfenis. Ik heb al meegemaakt dat nabestaanden de televisie naar buiten droegen op het moment dat we een lichaam gingen ophalen. Dat kan ik echt niet bevatten. Sommige mensen deinzen nergens voor terug.’

‘Er zijn nog altijd momenten dat ik zelf moet huilen. Dat duurt nooit lang, want ik wil niet dat de mensen dat zien. Uiteindelijk ben ik er om hen te helpen. Maar ik krijg het altijd lastig als er jonge kinderen achterblijven. Een partner kan misschien nog wel opnieuw beginnen, maar een kind krijgt nooit zijn mama of papa terug. Zo herinner ik me nog het overlijden van een jong meisje. Met die moeder had ik een hele zakelijke band toen ze overdag de uitvaartplechtigheid kwam regelen. Maar ’s avonds belde ze mij en stuurde ze mails die steeds persoonlijker werden. Mijn man raadde me af om die te beantwoorden. Maar als vrouw en moeder moest ik dat doen. Want stel je eens voor dat je zelf je kind moet begraven. Ik mag er niet aan denken. Toch heb ik nog veel meer respect voor de verplegers in de palliatieve zorg. Zij bouwen lange tijd een band op met hun patiënten en hun familie. Telkens opnieuw zien ze mensen aftakelen en moeten ze afscheid nemen. Dat zou ik niet kunnen.’

– Leeftijd: 50. – Zaak: Begrafenisondernemer in Vilvoorde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content