Een voorspelbaar conflict

DE VERBREDING VAN HET PANAMAKANAAL Opdrachtgever en uitvoerder maken elkaar uit voor rotte vis. © Carlos Jasso/Reuters

U krijgt knarsende hoofdpijn van het Oosterweeldossier? Het kan altijd nog erger: in Panama liggen de werken aan de verbreding van het beroemde kanaal stil omdat de aannemer een tussentijds factuurtje heeft gestuurd voor extra cement, ten bedrage van 1,2 miljard euro. De Panamese overheid denkt dat het internationale consortium – waarin ook baggeraar Jan De Nul vertegenwoordigd is – haar probeert te tillen.

De werkzaamheden aan het kanaal zijn stilgelegd, meldden de Panamese autoriteiten. Niet waar, het werk gaat gewoon door, reageerde de president van het Spaanse bedrijf dat aan het hoofd van die werkzaamheden staat. Probleem was dat heel Panama kon constateren dat er níét gewerkt werd en dat de arbeiders naar huis waren gestuurd. Oké, erkende het bedrijf twee dagen later: het werk is stilgelegd.

Geen beste beurt als je zo opzichtig liegt. Zeker niet wanneer het gaat over een van de grootste infrastructurele karweien van het moment in de wereld: de verbreding van het Panamakanaal en aan beide ingangen de constructie van nieuwe sluizen. Officiële begroting van die klus: 3,2 miljard dollar (2,3 miljard euro).

Het project is echter de laatste weken ontaard in een soap waarin de opdrachtgever en de uitvoerder elkaar voor rotte vis uitmaken. En precies op het moment dat de Dominicaanse koning van de merengue Juan Luis Guerra de Panamezen dansend de honderdste verjaardag van hun kanaal liet vieren, gooide de uitvoerder het bijltje erbij neer.

Natuurlijk gaat het om geld. Veel geld. De Grupo Unidos por el Canal (GUPC) heeft een extra rekening gestuurd voor meerkosten en de Autoridad del Canal de Panama (ACP) weigert die te betalen. De onvoorziene meerkosten, voornamelijk extra cement, bedragen liefst 1,6 miljard dollar. Extra cement voor 1,2 miljard euro? Da’s een hoop cement. De ACP, het overheidsorgaan dat het kanaal beheert, heeft sterk de indruk dat het wordt getild.

Het internationale consortium GUPC bestaat uit de Spaanse bouwreus Sacyr, de Italiaanse constructeur Impregilo en de Belgische baggeraar Jan de Nul, die een klein aandeel van drie procent heeft. Na voltooiing van de verbreding en de nieuwe sluizen groeit de capaciteit van het kanaal spectaculair. Nu kunnen schepen met maximaal 4000 containers aan boord de geul tussen Atlantische en Stille Oceaan passeren, na de verbouwing is er plek voor schepen met 12.000 containers.

Meerprijs

Het huidige conflict was door zo ongeveer alle deskundigen voorspeld. Het consortium won in 2009 de aanbesteding voor de bouw van de nieuwe sluizen met een offerte die mijlen lager lag dan die van de concurrenten. Nederlandse bedrijven als Boskalis en Heerema trokken zich schielijk terug toen het bod van 3,2 miljard dollar van GUPC bekend werd. Het Amerikaanse Bechtel zei dat het karwei minstens een miljard meer zou gaan kosten. Dat regelen we dan wel, moeten ze bij Sacyr en vrienden gedacht hebben. Een beetje meerprijs is normaal, dat gebeurt altijd. Maar 1,6 miljard dollar?

Sinds de eis op tafel ligt, regent het beschuldigingen over en weer. De Panamezen zouden gebrekkige geofysische informatie hebben geleverd. Het beton voor de sluizen moet twee keer zo diep worden verankerd, waardoor Jan de Nul aanzienlijk meer modder moet afzuigen. Panama zegt dat de bouwers met de kwaliteitscontroles een loopje nemen. Bovendien, contract is contract, en het contract stelt duidelijk dat extra kosten voor rekening van de uitvoerders komen.

Jorge Quijano, de baas van de kanaalautoriteit, mokt dat de Spanjaarden van Sacyr denken ‘dat de Panamezen nog dezelfde indianen met veren op hun hoofd zijn die ze 500 jaar geleden kwamen koloniseren’. Dat Sacyr de werkzaamheden heeft stilgelegd, hoeft bovendien niemand te verbazen.

Sacyr geniet in Spanje een zeer dubieuze reputatie. Het bedrijf is verwikkeld in de corruptieschandalen rond de regerende Partido Popular. Ex-bestuursvoorzitter Del Rivero is in dat kader al door de rechter verhoord. De bouwbedrijven dragen forse schuld aan de Spaanse economische crisis. Heel Spanje staat vol onvoltooide bouwprojecten, mede van de grond gekomen dankzij het omkopen van politici en bestuurders.

Sacyr krijgt nu overheidssteun om niet failliet te gaan. De Spaanse banken hielden de bouwreus eind 2011 overeind, in een uiterst dubieuze operatie. Het concern zit diep in de schulden en, zeggen de Panamezen, wil die nu voor een deel laten betalen door Panama. Volgens de Spaanse Rekenkamer is de kredietverzekering van de Spaanse staat voor de Panama-operatie van Sacyr niet volgens het boekje toegekend. En als klap op de vuurpijl verkocht een ex-president van het bedrijf voor 11 miljoen euro aandelen, uitgerekend een paar dagen voor het ultimatum dat het werk zou worden gestaakt.

Amerikaanse handel

Wat natuurlijk niet kon uitblijven: de Amerikanen zijn begonnen zich ermee te bemoeien. Zij legden het Panamakanaal aan en waren tot 2000 de eigenaar, en tevens van de helft van het Centraal-Amerikaanse land. De hele 20e eeuw was Panama een militaire basis van de VS. Met de beruchte School of the Americas, de dictatorschool waar alle militaire coupplegers en folteraars van Latijns-Amerika werden opgeleid. Dat complex is nu, ironisch genoeg, een Spaans hotel. Maar als je vandaag de dag in the Canal Zone rondrijdt, waan je je nog altijd in een stadje in het Amerikaanse Midden-Westen.

De Verenigde Staten zijn veruit de grootste gebruikers van het kanaal. Zeventien procent van de Amerikaanse import en zeven procent van de export loopt langs die route. Een woordvoerder van het State Department drong bij de krakelende partijen dan ook aan op ‘een snelle oplossing’ om het volledig hervatten van de werkzaamheden te garanderen: ‘Een snelle voltooiing van de verbreding van het kanaal is van groot belang voor de Amerikaanse handel.’ Verschillende Amerikaanse havens als Houston en Miami investeren fors in het uitbreiden van hun capaciteit om de grotere schepen te ontvangen die in de toekomst door het kanaal kunnen.

Hardnekkige geruchten willen dat de Panamezen Sacyr en kornuiten zo zat zijn dat ze al in het geheim praten met de Amerikaanse bouwer Bechtel om het werk, dat op 70 procent zit, af te maken. In november kwam vicepresident Joe Biden een kijkje nemen, en de Amerikaanse ambassadeur Jonathan Farrar bezocht toevallig tijdens het oplopen van het conflict het bouwterrein.

Pikant detail is dat in de voorbereidingsfase van de verbouwing Panama onder andere een beroep deed op de Amerikaanse firma Booz Allen Hamilton, de contractor van de National Security Agency (NSA) waar klokkenluider Edward Snowden werkte.

Pikant is ook dat de Panamese president Ricardo Martinelli studeerde aan de Staunton Military Academy in Virginia. Martinelli, een man die dankzij een supermarktketen multimiljonair werd, was rond de eeuwwisseling minister voor het kanaal en voorzitter van de raad van bestuur van ACP, en de motor achter het plan voor de uitbreiding.

WikiLeaks

Uit gepubliceerde WikiLeaks-documenten is gebleken dat tijdens de aanbestedingsprocedure de Amerikaanse ambassade uit alle macht probeerde te voorkomen dat Sacyr de klus kreeg, en grote druk op Panama uitoefende om te kiezen voor het Amerikaanse Bechtel. De ambassade stelde (niet ten onrechte) dat Sacyr feitelijk bankroet was en alleen maar vooruitgeschoven werd door de Spaanse regering.

Washington heeft zich een tijdje op de vlakte gehouden, want elke Amerikaanse bemoeienis met het kanaal opent oude wonden in Panama. Het kanaal ís Panama, de Panamezen ontlenen er hun nationale identiteit aan. Ex-sterke man generaal Omar Torrijos (die met de Amerikaanse president Jimmy Carter de overdracht aan Panama regelde) zei ooit: ‘Het kanaal is de religie die de Panamezen verenigt. ‘

Mocht het zover komen dat Panama de Europeanen eruitgooit en de Amerikanen de verbouwing overnemen, dan herhaalt de geschiedenis zich.

Panama was slechts een provincie van Colombia toen in 1882 een Franse onderneming begon met het graven van het kanaal onder leiding van Ferdinand de Lesseps, de bouwer van het Suezkanaal. Na eindeloos gerommel met cijfers en begrotingen en de dood van tienduizenden arbeiders door tropische ziekten ging de onderneming in 1889 failliet.

De Amerikanen wilden de zaak wel overnemen, maar stuitten op langdurig verzet in het Colombiaanse parlement. Tot er een ‘spontane’ opstand uitbrak in de westelijke provincie, gevolgd door een snelle interventie van Amerikaanse troepen en uitmondend in 1903 in afscheiding. Een jaar later konden de Amerikanen aan de slag en in 1914 voer het eerste schip dwars door Midden-Amerika. De regering van de nieuwe staat Panama verkocht de kanaalzone ‘voor de eeuwigheid’ aan de VS, voor de vriendenprijs van 10 miljoen dollar.

DOOR CEES ZOON

Hardnekkige geruchten willen dat de Panamezen al in het geheim praten met de Amerikaanse bouwer Bechtel om het werk af te maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content