Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Tot de verschillende vormen van successieplanning behoort de burgerlijke vennootschap.

Een som van 14.000 frank moest Malou betalen. Een boete en aanvullende erfenisrechten omdat hij een vennootschap had geconstrueerd met als enige doel: successierechten ontwijken. Een bescheiden som, maar we zijn 1868. De fiscus had ongeregeldheden in de burgerlijke vennootschap van Malou vastgesteld. Het Hof van Cassatie verklaarde de vennootschap nietig.

Zo’n tien jaar geleden werd het concept weer opgediept en vandaag blijkt de burgerlijke vennootschap weer helemaal in gebruik. De doelstelling blijft identiek: een familiaal vermogen aan de erfgenamen doorgeven op een fiscaalvriendelijke manier met behoud van de controle over het kapitaal. Het concept is eenvoudig. Ouders gaan een overeenkomst aan met hun kinderen waarin ze vastleggen dat ze hun patrimonium samen zullen beheren. De ouders kunnen door de vennoten worden aangesteld als beheerder, ze behouden op die manier de zeggenschap over het kapitaal. De kinderen kunnen op beide oren slapen: er verdwijnt geen grote hap uit de erfenis aan successierechten.

Administratief gezien heeft de vennootschap niet erg veel om het lijf. Het is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Er wordt ook geen notariële akte opgesteld. De statuten kunnen de ouders met andere woorden zelf opmaken en hoeven te worden geregistreerd. Men kan ermee volstaan datum en handtekeningen te plaatsen.

Hoe komt het geld of het kapitaal in de vennootschap terecht? Om te voorkomen dat de fiscus het kapitaal achteraf zou optellen bij de rest van de nalatenschap – wanneer het bijvoorbeeld gestort wordt op de rekening van de vennootschap – kiezen de ouders er meestal voor het geld of andere roerende goederen te schenken aan de kinderen. Zij worden eigenaar en brengen het als dusdanig in de burgerlijke vennootschap in. Voorwaarde is dat de schenking plaatsvindt drie jaar vóór het overlijden van de erflater. Zoniet moeten de successierechten toch worden betaald.

De roerende goederen kunnen worden geschonken zonder dat er schenkingsrechten verschuldigd zijn. Er zijn twee mogelijkheden. Sommige ouders laten de schenkingsakte verlijden door een Nederlandse notaris – volkomen legaal. Het voordeel is dat er een akte bestaat.

De meest eenvoudige manier is echter de handgift. Het kapitaal gaat letterlijk van hand tot hand – een bankoverschrijving wordt bijvoorbeeld eerst omgezet in bankbriefjes om te kunnen worden overgedragen. Er moeten dus strikte regels worden nageleefd. Ook de handgift is slechts zinvol wanneer ze plaatsvindt drie jaar vóór het overlijden van de schenker. Is dat niet zo, dan worden ook in dat geval successierechten betaald.

De volgorde waarin het geld terechtkomt in de vennootschap – is er eerst een vennootschap of vindt de schenking plaats voor de oprichting ervan? – is van weinig belang. In elk geval is de schenking onherroepelijk. De ouders kunnen het kapitaal niet terugeisen – de vennootschap kan in principe niet eenzijdig ontbonden worden. Maar vaak koppelen ouders een zogenaamde last aan de schenking. Zo laten ze soms in de schenkingsakte bepalen dat ze willen blijven genieten van de inkomsten uit de goederen die ze geschonken hebben, of dat er elk jaar een bepaald deel van de inkomsten op hun rekening moet worden gestort. Op die manier kunnen ze hun vroegere levensstandaard behouden en is de erfopvolging toch achter de rug.

Om te voorkomen dat wie dan ook – kwaadwillige kinderen bijvoorbeeld – de vennootschap zou ontbinden, is het van belang dat de looptijd van tevoren wordt bepaald. Een overeenkomst van onbepaalde duur kan immers zonder wettige reden worden afgebroken. Toch is het moeilijk om een exacte periode te bepalen. Een te korte termijn betekent misschien dat er telkens een nieuwe overeenkomst moet worden aangegaan. Een te lange kan worden aangevochten door de fiscus of door de vennoten als onbepaalde duur worden gehanteerd om de vennootschap te laten verbrokkelen.

Bij een normale overeenkomst wordt de vennootschap ontbonden wanneer een van de vennoten overlijdt. Het is mogelijk om in de statuten op te nemen dat de vennootschap onder bepaalde voorwaarden toch blijft bestaan. Wanneer bijvoorbeeld een van de kinderen, of het enige kind, voortijdig overlijdt en de vennootschap wordt ontbonden, kan het kapitaal van het kind terugvloeien naar de ouders die daarop successierechten moeten betalen.

Van belang is nog dat de zaakvoerder ook vennoot is – dus één aandeel heeft in de vennootschap. Kinderen die de vennootschap voortijdig willen ontbinden, kunnen dat enkel bij unanimiteit van de vennoten. Wie geen vennoot is, heeft met andere woorden ook geen stem. En geen zeggenschap meer over het kapitaal dat hij ooit heeft opgebouwd, maar inmiddels weggeschonken.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content