“Mise-en-Scène” in het Museum voor Schone Kunsten Gent, “Gestoorde Vorsten” in het Museum Dr. Guislain: met en over Keizer Karel.

Toen België in 1830 onafhankelijk werd, had het geen geschiedenis. En dus schreef, schilderde en beeldhouwde het er zich een bij elkaar. In de steden verrezen beelden van “’s lands helden”: Ambiorix, Godfried van Bouillon, Jacob van Artevelde, Breydel en De Coninck. Vaak ging het om figuren over wie nauwelijks iets bekend is. Echte historische figuren, zoals keizer Karel V, spraken evenwel ook tot de verbeelding van de negentiende-eeuwse kunstenaar. Daarom kon het Museum voor Schone Kunsten in Gent niet om deze figuur heen in zijn representatie van de artistieke productie van de vorige eeuw. Mise-en-Scène heet de tentoonstelling. Terecht, want het gaat niet om de reële keizer – die wordt geëvoceerd in de Sint-Pietersabdij – maar om interpretaties door kunstenaars drie eeuwen na dato.

Thema’s die in het negentiende-eeuwse maatschappelijk leven opdoken, zijn ook binnengeslopen in de representatie van de keizer (en van andere vorsten). Eén daarvan is het kind en de opvoeding. Karel V wordt vaak voorgesteld als een uk op een veel te grote troon, zoals Albrecht de Vriendt dat deed in 1880. De aandacht voor “het kind” spreekt ook uit een portret uit 1875 van André Cluysenaar, door zijn vader Alfred. Ook kleine André hangt verveeld in een veel te grote stoel. Zo wordt duidelijk dat het niet alleen gaat om de keizer, maar om een nieuw maatschappelijk en artistiek thema.

Er worden verbanden gelegd met de actualiteit: de Blijde Intredes van Karel in 1515 worden gelieerd met de eedaflegging van Leopold I. De historische rivaliteit tussen Karel V en Frans I van Frankrijk is eveneens gretig in de verf gezet. Opvallend daarbij zijn de nationalistische reflexen. Franse kunstenaars beelden Frans I steevast af in het centrum van het schilderij of de gobelin. Hij draagt kleurrijke kleren en steekt met kop en schouders boven Karel uit, die in het zwart is gestoken. Dat Frans groter was dan Karel is historisch juist, maar het is geen toeval dat dit hier zo opvallend wordt uitgebuit. Op zijn beurt beeldde de Spaanse schilder Manuel Arroyo y Lorenzo in 1887 het bezoek af dat Karel bracht aan Frans, toen die na zijn nederlaag bij Pavia in Madrid gevangenzat. Karel is in vol ornaat en staat centraal op het schilderij, terwijl Frans koortsig in bed ligt.

DE ARTISTIEKE MYTHEVORMING

De waanzin is een ander thema dat in de negentiende eeuw tot de verbeelding sprak. Daarvóór werden gekken in de gevangenis opgesloten. De Franse dokter Philippe Pinel zocht andere behandelingen. Gedurende heel de vorige eeuw werd trouwens koortsachtig gezocht naar verklaringen, medicatie en therapieën. En keizer Karel in dat verhaal? Werd van hem al niet in de zeventiende eeuw verteld dat hij in Yusto (Spanje) zijn eigen begrafenis ensceneerde? Een bewijs hiervan is nooit gevonden, maar het verhaal werd in de vorige eeuw wel verwerkt in de artistieke mythevorming rond Karel. Ook zijn moeder, Johanna de Waanzinnige, was een dankbaar onderwerp.

Van die waanzin naar het Museum Dr. Guislain in Gent is maar een kleine stap. Ook daar duiken figuren op als Johanna de Waanzinnige, Ludwig II van Beieren en keizerin Charlotte, een dochter van Leopold I, die haar jaren sleet in het Kasteel van Bouchoute in Meise.

Voorts zijn er ook nog de psychiatrische patiënten, die via de creativiteit hun diepste zielenroerselen kwijt kunnen. De ouderejaars van het BuSo Huize Tordale in Torhout werkten een jaar lang aan een project rond keizer Karel en andere vorsten. Een reeks schitterende versies van de buste van Karel uit het Gruuthusemuseum in Brugge zijn nu in de tentoonstelling te zien.

Op de binnenkoer van het museum staan verder tientallen borstbeeldjes van vorsten. Alhoewel deze kunstwerken niet in de eerste plaats worden bekeken als Art brut, maar veeleer vanuit een psychiatrische invalshoek, is de grens niet altijd strak te trekken. Dat geldt zowel voor de Panamarenko-achtige constructies van Gerard van Lankveld als voor de droomstad van Bertus Jonkers, die inmiddels is aangekocht door het Stedelijk Museum van Utrecht. Tot slot wordt in de expositie uitgebreid stilgestaan bij de “rariteitenverzamelingen” van sommige vorsten en hun voorliefde voor reuzen en dwergen. Die onvolmaaktheden moesten schril afsteken tegen de vermeende perfectie van de machthebbers.

“Mise-en-Scène. Keizer Karel en de verbeelding van de 19de eeuw”. In het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Tot 19/3.

“Gestoorde Vorsten”. In het Museum Dr. Guislain in Gent. Tot 31/5.

Paul Dossche

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content