“De kwetsbare getuige” van Denise Mina: zware onderwerpen in een luchtige schrijfstijl.

“Ze maakte de halkast open en keek naar de bloedvlek daar. Ze ging op haar hurken zitten en legde haar hand erop. Hij voelde hard en knisperend aan. Ze kwam iets overeind en schuifelde naar voren, de kast in. Toen deed ze de deur dicht en sloot zichzelf zo op. Een tijdje bleef ze in de hoek aan hartjes zitten denken, met haar vingertoppen op het opgedroogde bloed.” Kasten spelen een belangrijke rol in het leven van Maureen O’Donnell, de hoofdpersoon in “De kwetsbare getuige” ( “Garnethill”) van de Engelse auteur Denise Mina. Het boek werd terecht bekroond als de beste Engelse misdaadroman van 1998. Krachtig geschreven, treffende dialogen, een indrukwekkende beschrijving van lichte tot zware gekte,ondraaglijk verdriet, levenslange beschadiging, en moed. Zware onderwerpen, toegankelijk gemaakt door een knappe, luchtige schrijfstijl. De auteur schreef eerder studies over de medische behandeling van vrouwen met afwijkend gedrag en zette haar kennis om in geprononceerd proza.

Maureen O’Donnell, kassière bij het Apollo Theatre in Glasgow, heeft een verhouding met de getrouwde psychotherapeut Douglas, een trieste man van middelbare leeftijd die zijn gulp niet dicht kan houden. Maar zij vindt hem aardig en hij is aardig voor haar. Dat denkt ze lange tijd. Tot ze er na acht maanden genoeg van krijgt en met hem wil breken. Na een avond fors drinken en laveloos in bed vallen, treft ze hem de volgende ochtend aan in haar woonkamer, vastgebonden op een stoel, de keel doorgesneden, het hoofd scheef op de romp.

Ze blijkt de ideale verdachte te zijn. Een psychiatrisch verleden, dat ze aanvankelijk voor de politie probeert te verbergen, onaangepast gedrag. Haar familie maakt het er niet beter op. Een alcoholistische moeder, die broodnuchter even lastig is als stomdronken, een bloedzuiger die stookt en onnodig drama veroorzaakt; twee verkrampte zusters; en een broer die drugsdealer is. Toch is hij de enige die van haar houdt en haar gelooft.

Op tienjarige leeftijd werd ze aangetroffen in een gangkast, waar ze zich had verstopt. Haar gezicht was aan een kant blauw, er zat opgedroogd bloed tussen haar benen en ze kon geen woord uitbrengen. Haar vader, ook alcoholist, pakte zijn spullen en verdween.

BESCHADIGDE MEDEMENSEN

Tijdens haar studie kunstgeschiedenis gaat ze denken dat ze schizofreen is. Ze krijgt angstaanvallen, flashbacks, een zenuwinstorting. Ze wordt weer gevonden in de gangkast, te midden van pies en poep. Ze wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en in een kliniek voor slachtoffers van zedendelicten. Na haar ontslag is ze bang om door te draaien. Te veranderen “in een homp vlees, die elke dag moest worden aangekleed voor het geval er bezoek kwam”. Dan krijgt ze haar leven weer min of meer bij elkaar. Haar vriendin Leslie steunt haar onvoorwaardelijk. Leslie werkt in een Blijf-van-mijn-lijfhuis. “In Leslies wereld verkrachten mannen kinderen, trappen vrouwen tegen hun tieten en tanden, en duwen flessen in hun anus.” Leslie rijdt motor, is stoer, en biedt whisky aan in een plastic Barbietuimelbekertje. Want drinken doen ze. Leslie haatte Douglas, omdat een psychotherapeut nooit een relatie met een patiënt mag aangaan, ook al was het niet zijn patiënt; hij kende haar verleden.

Zelf verdacht van de moord op Douglas, begint Maureen een zoektocht naar de echte moordenaar. Wat gebeurde er op de George 1-zaal van het Northern Psychiatric Hospital? De lezer ontmoet hartverscheurende types als Suïcidale Tanya, die almaar zelfmoordpogingen doet en door de pillen een beetje maf en dik is geworden. En Siobhain, die in een dagverblijf zit, met wie Maureen soms huilend, in gedeeld verdriet, naar populaire televisieseries kijkt. Waarom pleegde psychiatrisch patiënte Iona zelfmoord? Wat heeft de politie in Maureens halkast gevonden?

Meegetrokken in de begrijpelijke gekte van de personages, maar ook in de inzet van anderen om beschadigde medemensen te helpen, kan je als lezer alleen maar juichen over de ingenieuze manier waarop Maureen de moordenaar in de val lokt. De laatste alinea’s van het boek zijn ijzersterk, wars van elk vals sentiment. Maureen is een personage waar men graag mee voortleeft. Geschonden, maar onverwoestbaar.

“Ze goot het laatste beetje whisky in haar glas en hield dat omhoog om een toost uit te brengen naar het opgerolde tapijt tegen de muur. Op Douglas en zijn ellendige, hebberige manier van leven, zei ze, en ze schrok van zichzelf. Indien je in een keurig gezelschap ging praten als Bette Davis, betekende dat altijd dat het tijd werd om je glas neer te zetten en naar bed te gaan. Dat deed ze ook.”

Denise Mina, “De kwetsbare getuige”, Meulenhoff, Amsterdam, 392 blz., 798 fr.

Ineke van den Bergen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content