Met de dood van Johannes Paulus II wordt een tijdperk afgesloten. Met zijn strijd tegen het communisme dwong de Poolse paus respect af. Maar zijn onvermogen tot een kritische dialoog stuitte velen tegen de borst. De balans van zijn pontificaat.

Op zaterdag 2 april om 21.37 uur overleed Johannes Paulus II in zijn slaapkamer in het Vaticaan. Naar verluidt waren er 13 mensen aanwezig. Naast drie Italiaanse artsen, onder wie zijn lijfarts Renato Buzzonetti, waren dat allemaal Polen. De paus omringde zich immers vanaf het begin met Poolse medewerkers en vrienden, zoals zijn secretarissen, aartsbisschop Stanislaw Dziwisz en mon- seigneur Mieczyslaw Mokrzycki, en de drie zusters die de pauselijke huishouding dreven onder leiding van zuster Tobiana Sobodka.

Geen van de aanwezigen heeft ook maar één woord verteld over de laatste uren van de paus, maar het verhaal gaat dat de paus ‘sereen’ luisterde naar de duizenden mensen die buiten op het Sint-Pietersplein de rozenkrans baden. Hij maakte een gebaar alsof hij de mensen buiten wilde zegenen, vertelde Jarek Cielecki, een Poolse priester die directeur is van de Vaticaanse nieuwsdienst. ‘En toen de rozenkrans gebeden was, deed hij een enorme inspanning, zei “Amen” en stierf.’

Hoewel Cielecki niet in de kamer was, werd het verhaal toch de wereld rondgestuurd. Zo ontstaan mythes.

Alsof het leven van de paus op zich al niet genoeg stof tot verhalen leverde.

Karol Wojtyla (‘Lolek’ voor de vrienden) werd geboren op 18 mei 1920 in Wadowice, waar de markt naar hem is genoemd. Hij verloor jong zijn ouders en zijn enige broer. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was hij alleen. In die – voor Polen uiterst gruwelijke – nazitijd zag hij zijn joodse vrienden gedeporteerd worden, moet hij gehoord hebben hoe Poolse intellectuelen en officieren werden opgepakt en maakte hij mee hoe honderden kerken door de nazi’s werden gesloten. Wojtyla zelf verliet de universiteit en ging werken als arbeider, uit angst voor deportatie. Het verhaal luidt dat hij in 1942 de residentie van Adam Stefan Sapieha, de aartsbisschop van Krakau, binnenstapte en meldde dat hij priester wilde worden.

Sapieha stond bekend als de ‘ongekroonde koning van Polen’ en behandelde de nazi’s en later de communisten met een ijzige minachting. Hij zou de jonge Wojtyla in grote mate be- invloeden en stuurde hem na de oorlog naar Rome. Het was het begin van een blitzcarrière. Wojtyla werd bisschop van Krakau op z’n 38e, aartsbisschop op 44 en kardinaal toen hij 47 was. Krakau heeft trouwens gevraagd of zijn hart naar de stad kan worden teruggebracht.

Schijnbaar tegenstrijdig

Op het Tweede Vaticaans Concilie moet hij indruk hebben gemaakt. Althans voldoende om opgemerkt te worden door de toenmalige paus Paulus VI. Hij zou de jonge bisschop klaarstomen voor een nieuwe rol. En die kwam sneller dan verwacht. Want de opvolger van Paulus VI, Johannes Paulus I, stierf al na 33 dagen pausschap. Op 16 oktober 1978 koos het conclaaf van kardinalen een nieuwe paus, en tot ieders verbazing werd dat de – naar Vaticaanse normen piepjonge – 58-jarige Poolse kardinaal Wojtyla. Hij was de eerste niet-Italiaanse paus in 455 jaar, de jongste paus in een hele eeuw; de eerste Slavische paus.

Die dag stapte Johannes Paulus II voor het eerst de camera’s tegemoet. Ze zouden hem bijna 27 jaar lang blijven volgen. Op zijn reizen over de wereld en op zijn vakanties. Bij zijn bezoek aan Mehmet Ali Agca, de Turkse huurmoordenaar die in 1981 op hem schoot en levenslang opgesloten zit. Maar ze volgden hem ook in Polen dat bij het begin van zijn pontificaat nog trouw was aan het Warschaupact, maar twee jaar na zijn aantreden met een nooit gezien elan in opstand kwam en won. De allereerste vrije vakbond in een communistisch land – Solidarnosc – was wereldnieuws. Net als het verhaal dat de paus gedreigd had persoonlijk de sovjettanks te komen tegenhouden als Moskou de opstand durfde neer te slaan.

De paus zijn strijd tegen het communisme werd legendarisch. Voor een man met zijn verleden was het marxisme de vijand van de katholieke Kerk. Dat verklaart de schijnbare tegenstrijdigheid in zijn optreden. De moord op de Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero – in zijn eigen kerk doodgeschoten – werd niet streng veroordeeld, omdat Romero volgens Rome aan politiek deed toen hij de mensenrechtenschendingen door het katholieke regime van zijn land aanklaagde. De moord op de Poolse priester Jerzy Popieluszko kreeg daarentegen wel de nodige kritiek, een katholiek die in opstand kwam tegen het communisme, deed immers enkel zijn plicht. Telkens als Johannes Paulus II moest kiezen tussen linkse katholieke opstandelingen en rechtse, katholieke dictaturen – en dat gebeurde in de jaren tachtig vaak – won de dictator. Want het gevaar kwam uit Moskou, uit Cuba en uit Latijns-Amerika, waar katholieke priesters opkwamen voor de rechten van de allerarmsten. De bevrijdingstheologie deed de paus te veel aan marxisme denken, en dus moest ze het ontgelden.

Dat de val van het communisme grotendeels aan Johannes Paulus II wordt toegeschreven, is dan ook geen wonder. Al hebben de omstandigheden wel een handje geholpen. Een van zijn biografen, de conservatieve katholieke theoloog George Weigel, verleent hem dan ook zonder schroom de titel ‘de Grote’, een naam die eerder maar door twee pausen werd gedragen, Leo I (440-461) en Gregorius I (590-604). Maar voegt Weigel eraan toe: ‘De paus wordt te veel als een politicus beschreven, terwijl hij in de eerste plaats een man van God was.’

Ook in die rol was zijn achtergrond belangrijk. Hij kwam uit een land waar negentig procent van de mensen katholiek was. Het Poolse geloof vertaalde zich in een priesterlijke macht, wolken wierook, lange rijen voor de biechtstoelen en veel massabijeenkomsten. In de communistische tijd waren Kerk en politiek nauw verweven. De staat keurde de benoemingen van de bisschoppen goed, ook die van Wojtyla die ‘ongevaarlijk’ werd geacht. De Kerk op haar beurt kanaliseerde de ontevredenheid en speelde tegelijk de rol van het heroïsche verzet.

Katholiek bolwerk

Dat vroegere Polen is sinds 1978 veranderd. Maar de paus veranderde niet. Hij bleef de katholieke Kerk zien als een bolwerk tegen de wereld, als een fort tegen de vijand die eerst het communisme, maar later ook het kapitalisme werd. Niet het Westen met zijn ‘hang naar genot’, zijn anticonceptie en zijn wetgevingen over abortus en euthanasie, maar het gehoorzame Polen fungeerde als modelstaat.

Wie constant op voet van oorlog leeft, heeft geen geduld met dissidenten. Dus kregen niet alleen de bevrijdingstheologen, maar ook kritische stemmen als de Vlaming Edward Schillebeeckx en de Zwitser Hans Küng een spreekverbod opgelegd, en werd Jacques Gaillot, de bisschop van Evreux, ontslagen omdat hij te vriendelijk sprak over anticonceptie, homofilie en abortus.

De kritische jezuïeten moesten zwijgen en aartsconservatieve bewegingen – van Opus Dei tot Focolare en de Miliciens du Christ – genoten pauselijke steun. Zij leverden dan ook vaak de harde kern van juichende jongeren bij de perfect georganiseerde massabijeenkomsten, waarbij deze paus zich zo goed voelde. Op zijn eentje gaf Johannes Paulus II het pausdom een andere dimensie: de plechtige instelling werd een kleurrijk, wereldwijd uitgezonden feest.

Dat er na elk feest een kater volgt, is de teneur van veel kritische commentatoren. Die zien de ruime belangstelling en de vele camera’s alleen als een schitterende public relations-oefening, die doorging tot het laatste moment. Nooit eerder in de geschiedenis van de Kerk leefde een paus zo in de schijnwerpers. Nooit eerder mochten de camera’s tot het einde blijven draaien, ook toen hij aftakelde, amper kon praten, steeds zieker, ouder en meelijwekkender werd.

Maar een goede pr is geen synoniem van transparantie, massabijeenkomsten zijn het tegengestelde van dialoog. Rome, wordt gezegd, kende geen openheid. De paus liet ook geen medezeggenschap toe. Hij ‘luisterde naar velen, hoorde maar enkelen en besliste alleen’.

Toch rouwen zovele mensen wellicht echt. Maar, daar passen dan de woorden van Johannes XXIII bij: ‘Als een paus sterft, dan kiezen we gewoon een nieuwe.’

Door Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content