Meer dan dertig jaar ijverde Nobelprijswinnaar John Hume, katholiek en socialist, voor een vreedzame oplossing van het Ierse conflict. Een gesprek.

Zijn kantoor in het Europees parlement ligt er chaotisch bij. In een hoekje, tussen stapels papieren en kranten, maakt John Hume (61) zijn pakken. Hij is gehaast, op de middag wordt hij in Londen verwacht. Enkele documenten verdwijnen in zijn tas. Vervolgens laat hij zich op een stoel vallen. “Vermoeid?” vraag ik. “Exhausted”, zucht hij, terwijl hij zich langzaam door de haren strijkt.

Misschien is Hume wel de belangrijkste architect van de Verklaring van Downing Street uit 1993 en het Goede-Vrijdagakkoord. Hij slaagde erin de Amerikanen voor het vredesproces te interesseren en Gerry Adams te overtuigen dat er wel een alternatief voor geweld bestaat. Daarvoor werd hij dikwijls voor verrader uitgescholden, werden er brandbommen naar zijn huis gegooid en kreeg hij uiteindelijk (samen met David Trimble) de Nobelprijs voor de Vrede.

Is een burgeroorlog de ergste van alle oorlogen?

John Hume: In Noord-Ierland ging het niet om een burgeroorlog, want de hele bevolking was er niet bij betrokken. Zowel aan de kant van de Unionisten, die in hoofdzaak protestant zijn, als aan die van de nationalisten, waar je vooral katholieken vindt, koos een minderheid voor geweld.

Velen in uw katholieke omgeving zagen geweld als de enige uitweg. Kwam u nooit in de verleiding om u even fanatiek op te stellen?

Hume: In geen enkele situatie is fanatisme verantwoord. Wij werden geconfronteerd met een discriminatie van de katholieke bevolking, zowel inzake huisvesting als tewerkstelling. We hebben de beweging voor de mensenrechten opgericht en dat is niet zonder resultaat gebleven. Jobs heeft die echter niet opgeleverd. Daarvoor zijn er investeringen nodig en die kwamen er niet, wegens het geweld. Nu er vrede is en de twee gemeenschappen voor het eerst samenwerken, bestaat er wel een perspectief dat we een einde aan de werkloosheid kunnen maken.

Werd u als jonge idealist dan nooit door het radicalisme aangetrokken?

Hume: Ik ben absoluut tegen geweld. Als je voor mensen- en burgerrechten opkomt, kun je geen methodes gebruiken die een negatie van deze fundamentele rechten, namelijk het recht op leven, zijn. Geweld is nooit een remedie tegen de verdeeldheid van het volk. Het voedt alleen wraakgevoelens en diept de breuk steeds verder uit.

Hoe kwam u tot dat inzicht?

Hume: Dat is toch een kwestie van gezond verstand. (stilte) Ik begrijp uw vraag niet. Waar wilt u naartoe? Ik stop met dit interview. Bedankt. (staat recht, gaat naar de deur en herhaalt dat hij die vraag niet begrijpt en vooral niet aanvaardt.)

Het is toch niet abnormaal dat jonge idealisten of nationalisten door geweld worden aangetrokken, omdat ze een afkeer van compromissen hebben. Zie maar naar Duitsland op het einde van de jaren zestig, zie naar de Balkan. Ook in mijn land hebben extremisten het voortdurend over verraad aan de Vlaamse zaak.

Hume: (zet zich opnieuw neer, denkt na) Het is toch de evidentie zelf dat geweld de problemen alleen groter maakt. Je weet dat zonder dat je daar proefondervindelijk onderzoek voor nodig hebt.

Hoe verklaart u het succes van het nationalisme in vele hoeken van Europa?

Hume: Omdat men geen afstand van het verleden kan nemen. In Ierland verwijzen de nationalisten altijd naar de Britten die hier met veel geweld de wet stelden. Bijgevolg, zo heette het, is het ons goed recht om eveneens geweld te gebruiken. Die argumentatie klopt niet langer. Vroeger hadden de Engelsen er ongetwijfeld belang bij om hier de baas te spelen, vandaag is dat niet langer het geval, dankzij Europa.

Heeft het verenigd Europa u geholpen in uw opdracht?

Hume: Voor mij was het alleszins een bron van inspiratie. De Europese Unie is het beste voorbeeld dat je conflicten op een vreedzame manier kunt oplossen. Landen die gedurende eeuwen met elkaar oorlog voerden, werken nu intens samen. Het is wenselijk dat het Europees model in alle conflictgebieden wordt bestudeerd. In essentie bestaat het erin dat het anders zijn niet langer als een bedreiging wordt ervaren. Tenslotte is het anders zijn niets meer dan toeval. Bij de geboorte wordt je nationaliteit, godsdienst of ras bepaald en dat moet je met respect, in de plaats van met haat, benaderen. Daarnaast zijn er instellingen nodig die de diversiteit valoriseren en het mogelijk maken om aan het gemeenschappelijk belang te werken. Pas als je dat mogelijk maakt, kun je een genezingsproces op gang brengen en haat en wantrouwen doen verdwijnen. We hebben nu een verkozen assemblée en een framework waar alle groepen aan bod komen. Binnen één of twee generaties kunnen we een nieuw Ierland hebben.

Bent u het eens met de uitspraak van François Mitterrand dat nationalisme synoniem voor oorlog is?

Hume: In Europa is het nationalisme achterhaald. De natiestaat kan geen aanspraak op eeuwigheid maken. Het is slechts een tussenstation in een ontwikkelingsproces van de mensheid, een uitvinding die direct met de industriële revolutie had te maken. De technologie is echter zo geëvolueerd dat de wereld veel kleiner werd en dat geen enkel land nog apart kan leven. We moeten samenwerken. Het nationalisme is het verleden.

U praatte en onderhandelde met terroristen. Veronderstelt vrede dat je veel vergeeft?

Hume: Als je in een land als Ierland geen dialoog tot stand kunt brengen – onder meer met de terroristen – kom je nergens. Het komt erop aan dat je het geweld stopt en eenmaal dat je dat voor elkaar hebt, moet je het verleden laten voor wat het is en naar de toekomst kijken. Als je steeds opnieuw het verleden oproept en schuldigen zoekt, los je nooit een probleem op.

Vormt het geheugen de grootste bedreiging voor het vredesproces?

Hume: Je kunt het geheugen natuurlijk niet uitschakelen, het heeft met ons wezen te maken. Je moet echter voorzichtig zijn, want hoe meer je het verleden oprakelt, hoe groter het gevaar is dat je de verdeeldheid vergroot. Als je voortdurend aan de vroegere veldslagen herinnert, geraak je er nooit uit.

Moet je iemand als een Pinochet met rust laten of moet hij boeten?

Hume: Ik heb dit dossier niet bestudeerd, ik kan er weinig zinnigs over vertellen.

Kun je iemand als Pinochet, die voor vele misdaden verantwoordelijk is, vergeven?

Hume: Dat hangt ervan af. Wat Ierland betreft, blijf ik erbij dat een vredesakkoord een streep door het verleden trekt. Wie nadien nog geweld gebruikt, moet wel hard worden aangepakt.

Is dit vredesproces nu onomkeerbaar?

Hume: Een grote meerderheid heeft het akkoord in een referendum goedgekeurd. Dat was de belangrijkste dag van het hele vredesproces, want de eerste keer dat het volk zich kon uitspreken. Voordien kon iedereen zich erop beroepen dat hij namens de bevolking optrad. Dat kan niet langer. Wie nu geweld gebruikt, kiest voor fascistische methodes.

Slaagt u er ook in om met uw collega in het Europees parlement, hardliner Ian Paisley te praten?

Hume: Heel dikwijls zelfs. In het Europees parlement proberen we het beste voor Ierland te realiseren en er is dus hoop dat het ons ooit thuis zal lukken. Zijn partij aanvaardt het akkoord niet en dat heeft vooral met religie te maken. Paisley is zeer anti-katholiek. Volgens mij gaat het in Ierland echter niet om een godsdienstoorlog, wel om een nationaliteitenconflict. Engeland heeft Ierland gekoloniseerd en daarbovenop heeft zich een religieus conflict geënt.

U bent katholiek. Haalt u uw inspiratie uit het evangelie?

Hume: Ik heb geen teksten nodig. Het gezond verstand volstaat. Er zijn geen twee dezelfde mensen op de wereld, diversiteit is het wezen zelf van onze natuur. Niemand maakte zichzelf en niemand vroeg om geboren te worden. Het is allemaal toeval en alleen als je de verschillen respecteert, wordt het leven draaglijk.”

De telefoon breekt het gesprek af. Even later staat hij in de perszaal. “Ik heb u overal gezocht. Ik wil me verontschuldigen voor het incident. Soms wordt het me allemaal te veel en verlies ik de pedalen. Ik ben dringend aan rust toe.”

Een uur later zit Hume op het vliegtuig naar Londen, voor een gesprek met Tony Blair. ’s Avonds landt hij in Barcelona, om er over de Ierse kwestie in debat te gaan.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content