Het Brits motief voor de oorlog tegen Saddam Hoessein zorgt voor een fel conflict tussen de Britse regering en de BBC.

De publieke opinie warm krijgen voor een oorlog is geen eenvoudige opdracht. De Amerikaans-Britse aanval op het Iraakse regime moest de wereld beschermen tegen de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein, zo heette het. De Britse regering pakte onder andere uit met een dossier waaruit zou zijn gebleken dat de Iraakse leider binnen de 45 minuten biologische en chemische wapens kon inzetten.

BBC-journalist Andrew Gilligan trok de aanvalsmotieven van premier Tony Blair in twijfel. In een controversiële televisiereportage beweerde de journalist dat Blairs media-adviseur Alastair Campbell de dossiers had opgesmukt. Hiermee was het conflict tussen de BBC en Downing Street in gang gezet. De scherpe reacties van Blair en Campbell deden vermoeden dat de openbare omroep in elk geval een teer punt had geraakt. Blair noemde de aantijging ‘de ernstigst mogelijke aanval op zijn integriteit’. Campbell ging nog een stapje verder. De BBC houdt er volgens hem een ‘anti-oorlogsagenda’ op na.

De parlementaire onderzoekscommissie die de betrokken dossiers en het ten strijde trekken van Blair heeft geëvalueerd, velde geen ondubbelzinnig oordeel. Enerzijds pleitte de commissie spindoctor Campbell vrij. Anderzijds ontkwam de Britse regering niet aan scherpe kritiek. Het taalgebruik in de dossiers was overdreven. Bovendien waren de regeringsrapporten over het Iraakse wapenarsenaal gebaseerd op gammele informatiebronnen. Het deed de geloofwaardigheid van Blair geen goed. Dat de Britse premier zogenaamd doorslaggevende documenten niet toonde en sleutelfiguren van de veiligheidsdienst weghield van het onderzoek, boezemde evenmin vertrouwen in.

OP ZOEK NAAR DE MOL

De BBC en Downing Street kwamen al eerder in aanvaring. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de regering het moeilijk met de door de BBC uitgebrachte verliezen van de geallieerden. Later bracht Labour, destijds op de oppositiebanken, de illegaliteit van de Britse operatie in de Suez-crisis (1956) uitgebreid op de radio. De openbare omroep liep in zijn oorlogsverslaggeving nooit over van patriottisme. Tijdens de Falklandoorlog (1982) beschuldigde toenmalig premier Margaret Thatcher de omroep er zelf van de oorlogsmoraal te ondermijnen. En bij de problemen met Noord-Ierland gaf de BBC een forum aan militante republikeinen.

The Beeb en de regering staken ondertussen geenszins de vijandelijkheden. De omroep weigert zich te excuseren, zoals Alastair Campbell heeft geëist. De zender benadrukt dat de commissie heel verdeeld was over Campbells schuldvraag. De conservatieven en liberaal-democraten dringen aan op een bijkomend gerechtelijk onderzoek én op Blairs excuses in het parlement. Blair dénkt er nog niet aan. In plaats daarvan bevestigt hij zelfverzekerd dat hij er absoluut niet aan twijfelt het bewijs te vinden voor de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein.

Ondertussen hengelt Downing Street naar de naam van Gilligans mannetje. Wie heeft zijn mond voorbijgepraat? Het Britse ministerie van Defensie pretendeert de naam van de informatiebron van de BBC-nieuwsdienst weldra te zullen ontsluieren. De regering eist dat de BBC, als openbare omroep, de identiteit van de verdachte dissident ontkent of bevestigt. Maar de zender zwaait met het journalistieke principe van het bronnengeheim. De BBC laat alleen los dat zijn journalist Gilligan met verscheidene relevante bronnen over de Iraakse militaire dreiging heeft gesproken.

De aantijgingen tegen media-adviseur Campbell zouden niettemin gebaseerd zijn op het verhaal van één gesprekspartner. De directeur van het BBC-nieuws omschrijft Gilligans geheime bron vaag als geloofwaardig. Zo spelen de regering en de BBC een beetje kat en muis. Een openlijke klopjacht op de BBC-informant lijkt overigens niet zo opportuun voor de regering-Blair. Waarom windt Downing Street zich immers zo op, als er toch niets te verbergen valt? Volgens de BBC vecht de regering een persoonlijke vete uit met Gilligan.

Premier Blair krijgt ondertussen meer dan ooit tegenstand te verduren uit eigen Labour-rangen. Een zéér krappe parlementaire meerderheid heeft onlangs een wetvoorstel inzake de ziekenzorg goedgekeurd. Critici spreken zelfs van parlementaire instabiliteit.

De Britse media, en de BBC al helemaal, besteden uit welbegrepen eigenbelang veel aandacht aan de ondoorzichtige bewijsvoering van de regering-Blair. In de Britse kranten komen beide partijen met grote foto’s en citaten aan bod. Opinieschrijvers hoeven niet naar een dankbaar politiek onderwerp te zoeken. En de commentatoren zijn unaniem: de hele affaire doet de regering-Blair uiteindelijk meer kwaad dan de BBC.

Sarah Van Leuvenhaege

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content