Hubert van Humbeeck

De parlementsverkiezingen van vorige zondag hebben aan 38 mensen het leven gekost. De eerste resultaten worden eind deze week verwacht.

Het geeft de burger moed. Een golf van aanslagen hield miljoenen Irakezen zondag niet tegen om hun stem uit te brengen in de tweede rechtstreekse parlementsverkiezingen sinds het begin van de oorlog in 2003. Dat is ook voor de Amerikanen belangrijk. Als president Barack Obama zijn troepen volgend jaar wil terugtrekken, zal het land toch min of meer voor zichzelf moeten kunnen zorgen.

De kiezers hadden in grote lijnen de keuze tussen een door de sjiitische meerderheid gedomineerde regering en een coalitie die door seculiere politici wordt geleid. De eerste uitslagen worden pas eind deze week verwacht. Eerste minister Noeri al-Maliki zou het normaal goed moeten doen in dichtbevolkte steden zoals Bagdad en Basra, waar de sjiieten ruim in de meerderheid zijn. Zijn sjiitische rivalen van de Iraakse Nationale Alliantie, met enkele belangrijke religieuze partijen, verwachten winst in het sjiitische hartland, in de valleien van de Tigris en de Eufraat. Soennitische partijen staan sterk in het noorden van het land, maar bezuiden Koerdistan. In de autonome etnische regio langs de Turkse grens is er strijd tussen krachten die Saddam Hoessein lang hebben gesteund en een nieuwe partij die Goran (Koerdisch voor ‘verandering’) heet en die hervormingen belooft.

Naar verwachting haalt geen enkele partij meer dan een derde van het totale aantal uitgebrachte stemmen. Als scheidend premier Maliki met zijn alliantie de grootste wil blijven, moet hij de Iraakse Nationale Beweging van zijn voorganger Ayad Allawi achter zich houden. Allawi is seculier en beloofde om de invloed van de Iraanse religieuze leiders in Irak aan banden te leggen. Maliki kan proberen om zijn oude coalitie te herstellen, met zijn sjiitische rivalen en het Koerdische blok. Allawi kan aansluiting zoeken bij kleinere soennitische partijen en bij sjiieten die Maliki niet vertrouwen. Zo’n coalitie zou zelfs een begin zijn van een regering van nationale eenheid.

Dat zou in ieder geval helpen om het land te stabiliseren. Belangrijke functies voor hun leiders kunnen de soennieten uit het isolement halen, waarin ze zich sinds de val van Saddam bevinden. Het gevoel dat ze worden gediscrimineerd zorgt nog altijd voor veel sektarisch geweld. Het probleem is dat zo’n coalitie veel voormalige vijanden bij elkaar brengt en in de praktijk weinig efficiënt kan blijken. Vooral omdat elke Iraakse regering een sleutel moet vinden om de olierijkdom rechtvaardig te verdelen tussen de drie grote bevolkingsgroepen, sjiieten, soennieten en Koerden. Met die verdeling begint en eindigt in Irak elke vorm van politieke samenwerking.

Hubert van Humbeeck

‘Vaak is de onderdrukking van vrouwen buiten de westerse wereld het resultaat van waarden, overtuigingen en tradities.’ Ayaan Hirsi Ali, in ‘The New York Times’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content