Een “modelstaat België” moet de vervreemding tussen burger en overheid opheffen. De bevolking krijgt daar van premier Verhofstadt direct haar zeg in.

Het staat helemaal vooraan in het regeerakkoord van de paars-groene coalitie, dus het zal wel belangrijk zijn. Het gaat dan ook om de raison d’être van deze regering: het land genezen van disfuncties en andere Belgische ziekten. Hij bevroedde het wel al langer, maar sinds de Dutroux-affaire en de dioxinecrisis is premier Guy Verhofstadt (VLD) er nooit meer gerust in geweest. Als, behalve bij de Gambiaanse belastingen, verder alléén in België de millenniumrazernij was uitgebroken, dan had dat hem helemaal niet verbaasd. Zo diep zit het bij hem.

De idee van “modelstaat België”, die in vroegere tijden alleen meewarig gegniffel zou hebben opgeleverd, is dan ook meer dan alleen een hovaardige ambitie. De premier ziet ze als een bittere noodzaak. Want het wordt tijd dat ook de overheid voor de verandering eens “snel en efficiënt” aan de slag zou gaan en dat de burger, zo zegt het regeerakkoord ferm, “voorrang” krijgt op het ambtenarenapparaat. De kern van het probleem, zo diagnosticeerde het regeerakkoord, ligt immers bij een overheid die niet democratisch, niet zorgzaam en niet rechtvaardig genoeg haar werk doet.

Slechte organisatie, incompetentie, bureaucratie, gebrek aan klantvriendelijkheid, politisering, usurpatie van overheidstaken door ministeriële kabinetten, een diarree van zelfs voor de gestudeerde mens onleesbare wetten en reglementen, een onvermogen tot communicatie: ziedaar enkele van de vele kwalen die ervoor zorgen dat de overheid zo meelijwekkend op krukken voortstrompelt en daardoor de bevolking slecht gerieft.

Geen wonder dus, vervolgt de analyse, dat die bevolking haar vertrouwen in de staat en zijn instellingen opzegt – en bijgevolg voor foute partijen gaat kiezen. Dat laatste is niet onbelangrijk want, zo zei ooit de eerste minister, het succes van deze regering moet worden afgemeten aan de mate waarin de Zwarte Partij bij de volgende stembeurt pluimen moet laten. En omgekeerd: de kritiek op de slecht werkende staat mag niet het monopolie van de extremisten zijn.

Opmerkelijk, zo niet revolutionair was dat de regering de bevolking intens bij het genezingsproces wil betrekken. De burger, aldus het regeerakkoord, hoorde tussentijds zijn stem in het kapittel te krijgen, en dat in twee fasen. Want zal een externe audit de openbare besturen eens terdege doorlichten, dan hoort bij die diagnose ook een “publieke bevraging”. Op basis daarvan zal de regering “de noodzakelijke hervormingen” op papier zetten, in de eerste plaats omtrent het organogram en het personeelsbeleid van de overheidsdiensten. Die zal ze dan “onder vorm van een volksraadpleging aan de bevolking” voorleggen, dit alles nog vóór het volgende millennium aanbreekt.

Het is geleden van 1950, met de Koningskwestie, dat het volk nog eens rechtstreeks over een brandende politieke kwestie werd “geraadpleegd” – verder kan de regering niet gaan, want de grondwet gewaagt niet van een bindend referendum. Verhofstadt lijkt ermee gestalte te willen geven aan zijn visie op de burgerdemocratie, die dergelijke tussentijdse bijsturingen vanuit het electoraat aanziet als een verfijning van het democratische proces.

Toch is het maar de vraag of een referendum over zo’n taaie en complexe materie als deze, wel meer dan een symbolische geste kan zijn, die alleen moet aangeven hoe prioritair de hervorming van de overheid wel is. Hoe de bevraging en de raadpleging concreet hun beslag moeten krijgen, maakte de premier nooit duidelijk. Het moet allemaal nog even worden uitgevogeld, zo klinkt het nu besmuikt bij het kabinet van Luc Van den Bossche (SP), de minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, die de hele hervorming tot een goed eind moet brengen.

Van den Bossche bracht al eens zo’n ambtelijke hervorming tot stand toen hij nog Vlaams minister was. Hem kan nu evenmin worden verweten dat hij talmt met zijn opdracht. Hij bracht onder meer al een hervorming van de overheidsinformatica op gang en werkte, niet zonder communautaire strubbelingen, een nieuw personeelsstatuut voor de ambtenarij uit. Maar het mag ten zeerste worden betwijfeld of deze technocraat, die weet dat in materies als deze tactiek en dossierkennis meer opbrengen dan grote publieke gebaren, echt veel geloof koestert in bevragingen en referenda.

M.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content