Nog nooit had een Belgische vrouw een medaille behaald op een Europees atletiekkampioenschap. Vorige week kaapte Kim Gevaert er dan maar gelijk twee weg: zowel op de 100 als de 200 meter verzekerde ze zich van zilver.

Het is dat we nooit tevreden zijn. Begroette België voor het eerst een vrouw die op een Europees atletiekkampioenschap in de medailles was gevallen, of de vraag rees of Kim Gevaert niet twee keer goud in plaats van twee keer zilver had moeten of kunnen pakken.

Op het EK in München eindigde Gevaert tweede op zowel de 100 als de 200 meter. Van de 100 meter mag ze zich zonder enige schroom de morele Europese kampioene noemen. Die mening vertolkte alvast de Italiaanse Maunela Levorato die als derde finishte, haar Belgische opponent vervolgens prompt om de hals vloog en haar toevoegde: ‘Voor mij ben jíj de echte kampioene, zíj loopt met jouw gouden medaille rond.’

Bij die ‘zij’ wees Levorato veelbetekenend naar de Griekse atlete Ekaterini Thanou. In het korte nummer werd Gevaert met ruim verschil voorafgegaan door Thanou. Maar van Thanou wordt beweerd – in almaar minder bedekte termen overigens, wat in atletiekmiddens niet tot de geplogenheden behoort – dat ze een rondlopende apotheekkast is. Gevaert: ‘Ze draagt een snor! En haar stem klinkt dieper dan voor een vrouw betaamt. Ik vermoed dat ze vals speelt.’

Volgens taaie geruchten zou Thanou gretig van mannelijke hormoonproducten snoepen. De Griekse atletiek staat tegenwoordig trouwens in een kwaad daglicht. Vier jaar geleden pakten de Griekse topatleten hun biezen toen ze in Dortmund, in de aanloop van het EK daar, onverwacht dopingcontroleurs over de vloer kregen. Wat jammer nou, dat kwam slecht uit: voor een controle beweerden de Griekse atleten nu net even geen tijd te hebben, ze moesten presto prestissimo naar Athene terug. Aan dat incident hield alleen de Griekse coach een schorsing over. Hij had een dopingjager bij wijze van welkom op een vuistslag getrakteerd.

Ook Konstandinos Kenteris, in München winnaar van de 200 meter, ontsnapt niet aan de verdachtmakingen. Zowel Thanou als Kenteris spelen tijdens het seizoen verstoppertje, want nemen nauwelijks aan wedstrijden deel. En komen dan op de grote competities plots met topprestaties voor de pinnen. De Griekse pers wimpelt de beschuldigingen van bedrog weg als ‘gifspuiterij’. Over de onzichtbaarheid van Thanou: ‘Ze is getrouwd met een ex-voetballer, heeft een steenrijke schoonvader en hoeft bijgevolg niet voor een handvol prijzengeld de meetings af te schuimen.’

Goud had er voor Gevaert ook in de 200 meter ingezeten. Die race verliep wél clean. De Française uit Guadeloupe Muriel Hurtis klopte Gevaert, stond vooraf als topfavoriete genoteerd en rond haar hangt geen zweem van onzuiverheid. Alleen naderde Gevaert in de slotfase van de finale sterk op Hurtis. Tien meter verder had haar remonte wellicht de zege opgeleverd.

Laten we niet overdrijven. Uiteindelijk brak Gevaert in die finale haar Belgisch record op de 200 meter. De eerlijkheid gebiedt voorts om het forfait van de Oekraïense wereldkampioene op de 100 meter Zhanna Pinthusevitsj te vermelden. En twee zilveren medailles geven des te meer glans af in het besef dat geen enkele Belgisch vrouw er voordien in slaagde om met een medaille van een EK terug te keren. Bovendien hielp Gevaert de Belgische meisjes Katleen De Caluwé, Nancy Callaert en Elodie Ouedraogo aan een stunt in de 4×100 meter. Het Belgische team vestigde in de finale van dat nummer een nationaal record en schoot amper één tiende van een seconde te kort om brons te grijpen. Ook dát was nooit eerder door Belgische atletes vertoond. Als de sportjournalisten niet opnieuw door tennis verblind stemmen, pronkt Gevaert straks als Sportvrouw van het Jaar.

WOEDE-UITBARSTINGEN

Kim Gevaert, op 5 augustus 1978 geboren in Leuven, belandde per toeval in de atletieksport. Ze begon er vrij laat mee, op haar zestiende. ‘Het kwam gewoon niet in me op.’ Gevaert wijdde zich aan andere hobby’s: piano, dwarsfluit, jazzballet. Maar het was zomervakantie en ze verveelde zich. Haar broer Marion nam haar mee naar de atletiekclub.

Haar talent voor sprinten spatte met-een op. ‘Snelheid is een aangeboren gave’, zegt haar trainer, de Limburger Rudi Diels. ‘Kim liep eigenlijk al meteen de 100 meter in twaalf seconden.’ Waar heeft ze die gave vandaan? Gevaert: ‘Dat explosieve zit kennelijk in me. Mijn moeder vertelt me dat ik als kind aan woede-uitbarstingen leed.’

In 1995 liep Gevaert naar goud op de Europese olympische jeugddagen. Haar studies, klierkoorts en een weerbarstige achilleshiel remden haar opmars af, maar haar talent bleef bovendrijven. Ze koos de Olympische Spelen van Sydney 2000 als eerste grote mikpunt, maar miste de selectie omdat ze de limiettijd (11.20) slechts eenmalig had neergezet en het selectiecomité van het Belgisch Olympisch en Internationaal Comité (BOIC) oordeelde dat ze onvoldoende regelmatig presteerde. De ontgoocheling sloeg een diepe wonde. Wat haar nog het meest stak, was dat ze de beslissing via teletekst moest vernemen. ‘Ze hebben me niet eens gebeld. Het is een totaal gebrek aan respect. Zo hoort een olympisch comité niet met zijn atleten om te springen.’

Het WK van 2001 in het Canadese Edmonton bood een tweede kans, maar ze kwam opnieuw niet uit de verf: uitgeschakeld in de kwartfinales van de 100 meter en de halve finales van de 200 meter. ‘De omstandigheden zaten tegen’, probeerde ze zichzelf te troosten. Voor de buitenwereld zocht ze excuses.

Even leek Gevaert te haperen. De jongste maanden herlanceerde ze zich. Ze verbeterde bijna stelselmatig haar Belgische records op de 100 en 200 meter en in maart kroonde ze zich in Wenen tot Europees indoorkampioene op de 60 meter.

Ook een winnaarsmentaliteit leerde ze inmiddels aan. Die had ze vroeger niet. ‘Aanvankelijk kon ik het niet opbrengen om mijn vriendinnen te verslaan. Ik dacht dat ik niet de juiste persoon voor dit talent was, daar heb ik even mee geworsteld.’ Nu niet meer: Killing Kim is haar bijnaam. ‘Ik ben iemand die in elke wedstrijd hoopt een record te breken.’

Dankzij R.E.T. (Rationeel Emotieve Therapie) – die ze leerde kennen tijdens een stage met stotteraars – kan ze nog beter met de druk en de opklimmende verwachtingen omspringen. ‘De kunst is om negatieve gedachten om te zetten in positieve. Dat bezorgt je het ontspannen gevoel dat je nodig hebt.’

Ze kan nog doorgroeien, beweren specialisten zoals de Nederlandse toptrainer Henk Kraaijenhof. ‘Kim is atletisch tamelijk onopvallend: niet uitgesproken lang, kort, dik of dun. Ze heeft een goede balans tussen snelheid, kracht, uithoudingsvermogen, lenigheid en techniek. Het einde is nog niet in zicht, de progressie gaat gestaag door.’

NAAKT IN MANNENBLAD

Behalve over haar snelheid beschikt Kim Gevaert ook over een kleurrijke persoonlijkheid. In wezen is ze timide van aard, maar die drempel is overschreden. Anders ga je niet uit de kleren voor een mannenblad. ‘Ik ben thuis niet preuts opgevoed, de mensen zouden bloot normaler moeten vinden. Zo’n beetje de ster uithangen, dat doe ik graag. Al zoek ik in de eerste plaats erkenning voor mijn sportieve prestaties. Het ligt niet in mijn ambitie om de Kournikova van de spurt te worden. Ik denk dat het typisch voor sprintsters is om hun uiterlijk te koesteren. De sprintnummers zijn de meest mediagenieke. Misschien vloeit het voort uit het temperament van sprintsters. Die zijn vaak een beetje ijdeler en uitbundiger.’

Haar lichaam mag gezien worden, Gevaert combineert de looks van de diva en het meisje van hiernaast. De zorg voor haar voorkomen vormt een van haar (letterlijk) beweegredenen. ‘Topsport bedrijven is niet altijd even prettig. Bij momenten denk ik: foert, ik kap ermee. Maar een leven zonder sport lijkt me leger. Als ik stop met trainen, voel ik me snel papperig worden. Dan beeld ik me in dat mijn spieren verslappen, dat mijn lichaam uitdijt. Atletiek is sterker dan mezelf geworden. Je mag het een verslaving noemen.’

Kleurrijk, tot in de liefde toe: haar vriend is de Congolees-Belgische hinkstapspringer Djeke Mambo (Belgisch kampioen in die discipline). Ook daarover doet niemand moeilijk. Hij studeert momenteel in Los Angeles, zij woont nog bij haar ouders in Kampenhout, in afwachting dat ze straks zullen samenwonen. Kinderen zijn welkom (‘Ik droom van een kroostrijk gezin’) en daar wil ze niet te lang mee dralen. ‘Als ik nog acht jaar kan meedraaien is het genoeg geweest.’

Voor haar leven ná de sport heeft Gevaert – sinds 1 juli 2001 aan de slag als professioneel want betaalde atlete in het team Atletiek Vlaanderen – een diploma op zak. Ze studeerde in 2001 af als logopediste, want ‘alleen sport is een beetje mager. Bovendien hangt de carrière van een atleet aan een zijden draad. En rijk word je er in België niet van.’

Daar zullen die twee medailles niet veel aan veranderen. Er valt voorlopig niet veel te verzilveren. Uiteindelijk behaalden ruim veertig atleten een tweede plaats op het EK. En Gevaert heeft de pech dat ze uitkomt in nummers waarin het wemelt van getalenteerde zwarte, overwegend Amerikaanse atleten. De status van enige blanke sprintster van wereldniveau zou haar marktwaarde kunnen verhogen. Haar managementbureau SEM heeft werk aan de winkel.

ben herremans

‘Jij bent de échte Europese kampioene. Iemand anders loopt met jouw gouden medaille rond.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content