Het bezoek van de Dalai Lama aan Taiwan wekte de gramschap op van de Chinese Volksrepubliek.

Voor de immer glimlachende Dalai Lama is het een klein kunstje de oude heren van de Chinese leiding in Peking het rood voor de ogen te toveren. De 62 jaar oude Lama staat voor alles wat Peking verafschuwt. Voor feodalisme, zeggen ze dan, voor theocratie beweert hij niet zowel de politieke als de spirituele leider van Tibet te zijn ? , en voor aanspraken op onafhankelijkheid van gebieden die volgens Peking alleen maar Chinees kunnen zijn. Daaraan het oor lenen, kan alleen tot het versplinteren van de Volksrepubliek leiden, dat is, in de ogen van Peking, nog erger dan over mensenrechten beginnen zeuren. Voor de man zelf hebben ze hun eigen politiek : hem negeren, hem afsnauwen, wachten tot hij doodgaat en dan zijn opvolging saboteren. De kleine Dalai Lamaatjes zitten al ergens vast in China, opgeborgen.

Sinds de Volksrepubliek geen andere ideologie meer uit te voeren heeft dan die van het gelijk van de rijkste en de sterkste, ligt de nadruk daar weer helemaal op het grondgebied : China dat één en ondeelbaar is, vooral dan die stukken die dat zelf nogal twijfelachtig vinden. Tibet dus, bezet door China sinds 1951. Taiwan, zogenaamd in oorlog met Peking sinds de revolutie. Macau en Hongkong, die teruggegeven worden Hongkong op één juli dit jaar. Daarbuiten is er een Chinese neiging om met krachtsvertoon te werken naar de zwakkere buurlanden toe : naar eilandjes die sinds mensenheugenis betwist gebied zijn tussen de Filipijnen, Indonesië, Vietnam, enzovoort, maar waaronder nu plots olie of gas blijkt te zitten. China, zo verklaren Pekinggezinde waarnemers dit assertieve gedrag, is bang van vijandige omsingelingen, bijvoorbeeld van de Asean-alliantie met de VS. Het is bang daar grondgebied aan kwijt te zullen raken. In Hongkong te kunnen komen, en dat onder Chinese soevereiniteit te weten, was daarom de droom van Deng Xiaoping, die er speciaal de formule één land twee systemen voor bedacht. Hij heeft het niet meer mogen meemaken.

Alle aandacht die gericht is op de terugkeer van Hongkong, de laatste, de rijkste, de succesvolste kolonie, met alle symbolische waarde die daaraan vasthangt en dan die Dalai Lama, die uitgerekend naar Taiwan op bezoek moet gaan ! Een betere manier was er niet om de Chinese generale staf de gordijnen in te jagen.

DOMPER OP DE VREUGDE

Peking voelde zich net zo sterk. De Amerikaanse vice-president Al Gore was op bezoek geweest en had zich bijna verontschuldigd dat hij het over mensenrechten moest hebben. De Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Newt Gingrich was geweest. Die had zich scherper uitgelaten en was ook naar Taiwan gegaan ( ?Ik wil maar dat u begrijpt dat wij Taiwan zullen verdedigen…?), maar in principe was alles koek en ei. Frankrijk, die ?grote natie? in Europa, steunde niet langer de jaarlijkse VN-resolutie die China veroordeelt wegens schendingen van mensenrechten (een gewoonte sinds het Tian An Men-bloedbad in 1989). Zonder de Fransen zal de Europese Unie als zodanig ook niet meer achter de resolutie staan, en op de VS moet er niet te hard gerekend worden. Die resoluties halen toch niets uit, zeggen de Fransen, die met interesse vernamen dat de Chinezen Airbus-vliegtuigen zouden willen kopen. Wat een overwinning voor de Chinese diplomatie, en nu dit.

Het is een subtiel spel, dat al heel lang bezig is. Het wordt ook gespeeld op de lange termijn. De Dalai Lama wou al lang naar Taiwan. Hij redeneerde, als de regel één land twee systemen naar aanleiding van Hongkong en met het oog op Taiwan is uitgevonden, dan is hij ook van toepassing op Tibet. Zeker als Tibet eigenlijk al lang geen onafhankelijkheid meer eist, maar precies zo’n soort autonomie binnen China.

Taiwan wou de Dalai Lama ook wel in huis, maar op voorwaarden die voor hem onaanvaardbaar waren : Taiwan dat ook aanspraken maakt op Tibet, in rivaliteit met Peking. Anderzijds wist Taiwan ook wel dat zo’n bezoek niet goed zou zijn voor de verstandhouding met China. Vandaar dat het lang wachten is geweest op het bezoek.

Nu liggen de zaken anders. Bezoek of geen, Peking bleef toch vijandig, dat was één. Taiwan voerde democratiserende hervormingen door, en ging een nieuwe Chinapolitiek ontwikkelen, dat was twee. Een beweging voor onafhankelijk Taiwan ontstond. In algemene presidentsverkiezingen behaalde president Lee Teng-hui een grote meerderheid. Taiwan begon een campagne om in de VN aanvaard te worden. Chinese vlootmanoeuvres ten tijde van de verkiezingen een oefening voor de invasie van het eiland maakten Amerikaanse garanties los voor Taiwan, en voor de woede van Peking was men sindsdien misschien minder beducht. De Dalai Lama, om kort te gaan, was welkom.

Voor de Dalai Lama op ?strikt religieus bezoek? was naar Taiwan gaan, heel symbolisch, naar China gaan. Bewijzen dat hij voet op onbetwist Chinese grond kon zetten, en zich beschaafd gedragen, en op een hartelijke manier ontvangen worden. En nogmaals gaan zeggen, voor alle camera’s en vooral voor Chinese camera’s, dat hij helemaal niet van China los wil, geen onafhankelijkheid wil, alleen autonomie. Het contrast tussen het warme welkom in Taiwan en het snauwen uit Peking betekende op zichzelf al een duidelijke public-relationsoverwinning voor Tibetanen en Taiwanezen. Het feit dat een Chinese generaal daar dan onmiddellijk als commentaar bij wist te geven dat de Volksrepubliek te allen tijde klaar stond om Taiwan binnen te vallen, en daar ook de vloot voor had, zette het geheel dan nog eens in een hel licht. Peking wil geen dialoog, is dan de boodschap, Peking wil gehoorzaamheid, en boetedoening. Dat hoort wellicht ook bij het spel, maar dan voor gevorderden.

Sus van Elzen

De Dalai Lama : subtiel spel met de glimlach.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content