De superpopulaire Michel Daerden is voor de PS zowel een zegen als een gesel. Maar zolang hij door overmoed of andere fouten niet uitglijdt, kan de partij moeilijk om hem heen.

Federaal minister van Pensioenen Michel Daerden (PS) is een selfmade man. De tot over de landgrenzen beroemde politieke clown heeft een indrukwekkend parcours afgelegd. Afkomstig uit een militant socialistisch nest baande deze zoon van een spoorwegarbeider zich via uitmuntende studieresultaten en hard labeur een weg naar de top. Daerden, vandaag een bemiddeld man, herinnert zijn achterban graag en vaak aan die eenvoudige afkomst.

Michel Daerden is geboren in 1949 in Henegouwen maar groeide op in Ans, een voorstad van Luik waar vandaag vooral de middenklasse woont, en waar Daerden de onbetwiste koning van het politieke dienstbetoon is. De jonge Daerden ging studeren aan de Hautes Etudes Commerciales (HEC) in Luik en aan de universiteit van Bergen en behaalde drie financiële en economische diploma’s. Hij liep stage bij Emons & Co, het revisorkantoor van de bekende Luikse professor Victor Emons en later van Fernand Detaille (zie kader), de financiële rechterhand van de vermoorde PS-peetvader André Cools.

Daerden ging andere wegen op en richtte zijn eigen revisorkantoor op. Zijn eerste belangrijke klanten waren de socialistische vakbond en het socialistische ziekenfonds. Ook van de krant La Wallonie controleerde hij de boekhouding.

Vriend en vijand roemen de intelligentie van Daerden als het om cijfers gaat. ‘In financiële dossiers is hij onklopbaar’, zegt een partijgenoot. ‘Zelfs met het glas aan de lippen is hij een kei in het opzetten van financiële constructies.’

De jonge bedrijfsrevisor trok al snel de aandacht van de PS. ‘Mensen met zijn profiel waren bij ons dun gezaaid’, zegt een oudgediende. ‘De meesten van ons konden niet eens een financiële balans lezen. We konden zijn deskundigheid dus goed gebruiken.’

Daerdens zaken draaiden goed, het geld stroomde binnen. De politicus-revisor bouwde een bijna-monopoliepositie en een indrukwekkend klantenimperium uit in de overheidssector van Luik en omstreken. Ziekenfondsen, ziekenhuizen, gemeentebedrijven allerhande, socialehuisvestingsmaatschappijen, de RTBF en later ook Ethias, De Post en ga zo maar door: ze zaten allemaal bij hem.

Als Daerden in 1994 minister wordt, schakelt hij zoon Frédéric in om de lucratieve business voort te zetten en in 2001 verkoopt Daerden senior zijn aandelen aan zijn zoon. De vraag rijst hoe de net afgestudeerde Frédéric Daerden zich een kantoor kan veroorloven waarvan de marktwaarde op minstens 7 miljoen euro wordt geschat. Maar blijkbaar betaalt Frédéric zijn vader geleidelijk terug. In ruil legt ‘Papa’ zijn politieke gewicht in de schaal om klanten aan te brengen. Talrijk zijn de – weliswaar anonieme – getuigenissen in de Franstalige pers van bestuurders in Luik over intimidatie, bedreigingen en angst voor represailles als ze het zouden aandurven een contract aan een ander kantoor dan dat van de Daerdens te gunnen.

Het oorspronkelijke kantoor is vandaag, onder druk van het gerecht, opgesplitst in drie aparte bedrijfjes, maar via een complexe constructie met tussenstructuren en stromannen lijken de Daerdens toch nog steeds aan de winstgevende touwtjes te trekken. Over die constructie en de vermoedens van belangenvermenging die op de zakelijke wandel van de clan-Daerden rusten, is het laatste woord nog niet gesproken. La Libre Belgique berichtte het afgelopen weekend dat vader Daerden als minister mee overheidsopdrachten zou hebben toegewezen aan het kantoor van zijn zoon, tevens burgemeester van Herstal en Europarlementariër. Zulke praktijken zijn niet alleen niet netjes, ze zijn ook strafbaar. Het zou dus wel eens – opnieuw – een spannende politieke week kunnen worden voor Daerden.

Benoemingsmachine

Een warme persoonlijkheid die mensen snel voor zich inneemt en niet te beroerd is om met zichzelf de draak te steken. Zo omschrijft een partijgenoot Michel Daerden. Maar ook iemand met een groot drankprobleem. ‘Hij is de enige politicus die je om 11 uur ’s ochtends in een zodanig kennelijke staat ergens in Luik kunt aantreffen dat het lijkt alsof hij al sinds de avond voordien aan de gang is’, zegt een kameraad die op dat vlak toch wat heeft meegemaakt. Rode wijn is zijn favoriete drug. ‘Alleen als Elio Di Rupo in de buurt is, houdt hij zich een beetje in.’ Wel kan Daerden drinken als een tempelier en toch nog relatief helder van geest blijven.

Zijn recente carnavaleske opvoering in de Senaat schrijven kenners echter niet toe aan overdadig drankgebruik. ‘Ik heb geen enkele sympathie voor de man, maar dronken was hij niet’, zegt een partijgenoot. ‘Het was gewoon een typisch staaltje Daerden.’ Hij is nu eenmaal een rampzalige spreker, zo klinkt het. ‘Als hij in Luik op 1 mei het woord neemt, jaagt hij alle militanten weg.’

Maar achter zijn schaapachtige glimlach en zijn lijzige spreektempo schuilt een snelle geest. Politici die met Daerden rond de tafel hebben gezeten, spreken van een uitgekookte onderhandelaar. Zelfs als het lijkt alsof hij ligt te slapen, kun je hem geen eurocent afhandig maken.

Daerdens politieke opgang ging in het begin anders niet over rozen. In eerste instantie hielpen André Cools en Guy Mathot zijn carrière vooruit en in 1987 schopte Daerden het voor het eerst tot volksvertegenwoordiger. ‘Op dat moment was hij een gewaardeerde bedrijfsrevisor, maar in de partij legde hij geen gewicht in de schaal’, herinnert een medestander zich.

De politicus Daerden hield zich aanvankelijk ook behoorlijk gedeisd. Wel bouwde hij gestaag verder aan zijn invloed in Luik. Zijn kantoor floreerde en Daerden ontpopte zich tot een te duchten benoemingsmachine in de overheidsbedrijven die hij financieel controleerde. Daerden had daarbij goed gekeken naar zijn politieke mentor André Cools. Het verschil, zo valt te horen, is dat de meester uit Flémalle een langetermijnvisie had en oprecht met zijn streek begaan was. Daerden niet. Die is alleen uit op macht, zeggen critici.

Met het oog op de verjonging van de partij gaf Cools in 1991, kort voor hij werd omgebracht, het lijsttrekkerschap van de Kamer- en de Senaatslijst in Luik aan respectievelijk Laurette Onkelinx en Michel Daerden. Maar een stemmentrekker is Daerden op dat moment nog lang niet en hij blijft na de verkiezingen gewoon senator.

Het ministerschap komt pas in 1994, wanneer hij Jean-Maurice Dehousse in de federale regering mag opvolgen op Wetenschapsbeleid. Van 1995 tot 1999 is Daerden federaal minister van Transport. In die hoedanigheid krijgt hij de financiering van de Luikse HST rond, wat toen haast niemand voor mogelijk hield.

In 1999 verhuist Daerden naar het Waals Gewest, waar hij vanaf 2000 de Waalse begroting in zijn portefeuille heeft. Vanaf 2003 beheert hij ook die van de Franse Gemeenschap. Als minister van Begroting bewijst het financiële wonderkind zijn kameraden in Walloniës rode steden en gemeenten goede diensten – hij vindt altijd wel ergens een subsidiepotje – maar na een veto van Ecolo tegen zijn aanwezigheid in de nieuwe Waalse olijfboomcoalitie bevindt Daerden zich sinds juli vorig jaar tot zijn eigen verbazing opnieuw op het federale niveau.

Maar hoe slim ook met cijfers, zijn prestaties als minister zijn niet zo uitzonderlijk. Op Begroting zat hij op zijn plaats, maar hij was ook tien jaar lang bevoegd voor het Waalse wegennet. ‘En iedereen weet hoe dat erbij ligt’, aldus een partijgenoot. ‘Haal hem weg van de cijfers en je krijgt een gemiddelde bestuurder.’ Ook in het dossier van de pensioenen heeft hij tot dusver weinig laten zien. Maar dat kan men hem vooralsnog niet echt ten kwade duiden. Opeenvolgende regeringen hebben het pensioendossier de voorbije tien jaar schromelijk verwaarloosd.

Cultfiguur

Het moet ergens halverwege de jaren 1990 zijn dat Daerden voor zichzelf besluit dat het geen zin heeft te blijven proberen als een doorsneepoliticus over te komen. ‘Dat lukte hem toch niet, met zijn sloten drank, de vele vrouwen en de wilde feestjes. Dan kon hij net zo goed van de nood een deugd proberen te maken en openlijk zichzelf zijn’, vertelt een partijgenoot.

De definitieve omslag kwam bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Daerden behaalde een monsterscore in Ans en gaf vervolgens straalbezopen een onnavolgbaar en hilarisch televisie-interview. ‘Iedere andere politicus zou na zo een dieptepunt naar de slachtbank zijn geleid,’ zegt een politieke tegenstander, ‘maar hij kwam ermee weg. Sterker nog, het was het begin van zijn zegetocht.’

De dronken papa werd een superhit op YouTube. Ook bij de regionale verkiezingen van 2009 was Daerden in Wallonië het iedereen verpletterende stemmenkanon. In het arrondissement Luik haalde hij 63.580 voorkeurstemmen (MR-voorzitter en federaal vicepremier Didier Reynders moest het met 17.000 voorkeurstemmen doen). Sinds 2006 is Daerden een fenomeen en niet meer uit de media weg te branden. ‘Hij doet er ook alles aan om zijn geschifte imago te cultiveren’, zegt een partijgenoot.

De PS zit intussen wel in haar maag met de omstreden stemmenkampioen. ‘Om stemmen te halen wijkt hij steeds meer van zijn principes af, voor zover hij die nog had’, aldus een Luiks kopstuk. ‘Hij doet een beetje denken aan Silvio Berlusconi, maar dan een Berlusconi die van zichzelf beweert dat hij links is. Denk aan zijn omgang met geld, met vrouwen, de plastische chirurgen door wie hij zich onder handen laat nemen. Denk ook aan de manier waarop hij zichzelf aanspreekt met papa en steeds populistischer uit de hoek komt.’

‘Hij is uit de politiek gestapt’, zegt een socialistische excellentie. ‘Wat hij dan wel doet, weet ik ook niet precies, maar met politiek heeft het niets meer te maken. Hij is buiten categorie, een mediaster en cultfiguur.’ De achterban vergeeft de zelfbenoemde ‘Gainsbourg van de politiek’ zijn uitspattingen, knijpt gewillig een oogje dicht voor berichten over belangenvermenging en is trots op Daerdens maatschappelijke succes. Want ook al luidt zijn bijnaam kameraad Porsche en bezit hij een chique villa aan de Azurenkust, hij wordt vooral door de kleine man op handen gedragen. ‘Hij heeft bedragen verdiend die je niet voor mogelijk houdt, maar wint de verkiezingen dankzij degenen die zelf niets hebben. Probeer dat maar eens te begrijpen’, aldus een criticus.

Niet zijn fortuin zelf is het probleem, wel de manier waarop hij dat heeft vergaard, schaamteloos zijn politieke invloed gebruikend om zijn zakelijke belangen te dienen. Daerden is daarbij nog niet echt tegen de lamp gelopen, maar dat kan nog komen. ‘Hij neemt risico’s en balanceert constant op de dunne lijn tussen wat wel en niet wettelijk is toegestaan’, zegt een gewezen PS-kopstuk. ‘Dan kan het ook ineens over en out zijn.’

Happart

Begin jaren 1990 nam Daerden op vraag van toenmalig PS-voorzitter Philippe Busquin het voorzitterschap op van de na de moord op André Cools door clanoorlogen gedecimeerde Luikse PS-federatie. Hij slaagde erin de rust te doen terugkeren. ‘Want drank of niet, Daerden is een scherpzinnige politicus en kan goed luisteren’, zegt een partijgenoot.

Maar vandaag wil een stuk van de Luikse PS-federatie de bladzijde Daerden liefst zo snel mogelijk omslaan. Daerden mag dan veel kiezers bekoren, zijn narrenstreken brengen de federatie ook schade toe.

In de Luikse PS staat de Daerdenclan lijnrecht tegenover Alain Mathot, burgemeester van Seraing en zoon van Daerdens vroegere kompaan Guy Mathot, en Jean-Claude Marcourt, superminister in de Waalse regering. Mathot en Marcourt vormen samen het zogeheten ‘kamp van de vernieuwers’.

De ernstige Marcourt is de volstrekte tegenpool van het fuifnummer uit Ans. In 2009 ging hij tevergeefs met Daerden de strijd om het lijsttrekkerschap bij de regionale verkiezingen aan. PS-voorzitter Elio Di Rupo vond een elegante oplossing voor Marcourt en maakte hem Europees lijsttrekker. Het is andere PS-kandidaten in Luik immers een gruwel op één lijst te moeten staan met iemand die alle voorkeurstemmen naar zich toe trekt.

Maar de vete tussen Daerden en de jonge Mathot zit dieper dan alleen maar politieke rivaliteit. ‘Om te beginnen moet je die zogenaamde vriendschap tussen Daerden en wijlen vader Mathot met een korrel zout nemen’, vertelt een ingewijde. ‘Voeg daarbij dat Daerden een kapitale fout heeft gemaakt door toen Guy Mathot op sterven lag een overnamebod te doen op de federatie. Guy gaat ons verlaten, zei hij aan de door hem opgetrommelde pers, maar wees maar niet bang, bij mij is de federatie in goede handen.’

Zichzelf tot troonopvolger kronen nog vóór Mathot goed en wel het loodje had gelegd, dat was zelfs in Luik het fatsoen voorbij. Daerden joeg zo blijvend de clan-Mathot tegen zich in het harnas en de Luikse burgemeester Willy Demeyer werd na een moeilijke stemming de nieuwe baas van de Luikse socialisten. ‘Nogal wat militanten vonden ook dat Daerden te machtig was geworden. Onder elke steen die we omdraaiden, bleek wel een van zijn mannetjes te zitten’, zegt een Luikse PS’er.

De Luikse PS-federatie wordt nu in de praktijk geleid door het ongemakkelijke triumviraat Willy Demeyer, Michel Daerden en Jean-Claude Marcourt. ‘Zoals een stoel met drie poten is dat een heel instabiele constructie’, aldus een bevoorrechte waarnemer.

Tenzij Daerden zichzelf door gerechtelijke perikelen buitenspel zet, staat een nieuwe clash in de Luikse PS volgens insiders in de sterren geschreven. In ruil voor zijn regionale poleposition in 2009 had Daerden beloofd het lijsttrekkerschap voor de federale verkiezingen in 2011 aan Alain Mathot te laten. Maar nu hij zelf opnieuw federaal actief is, heeft hij zich blijkbaar bedacht.

Welke kant het uitgaat? Er kan nog zoveel gebeuren. En politique, c’est toujours l’inattendu qui arrive, leerde Cools zijn politieke zonen en dochters. Maar de Luikse kameraden kunnen in hun afweging niet anders dan rekening houden met het relatief nieuwe feit van Daerdens ‘nooit geziene, totaal onverwachte en totaal onverklaarbare populariteit’. Een kopstuk in Luik vergelijkt Daerden met José Happart. ‘Happart was ook niet geliefd binnen de partij, maar daarbuiten des te meer. En net zoals Happart destijds beroept Daerden zich op zijn externe populariteit om de partij voor het blok te zetten.’ PS-voorzitter Elio Di Rupo kan met andere woorden moeilijk om hem heen.

Er is overigens ook rottigheid in het rijk van de koning van Ans. In weerwil van tienduizenden Facebookfans en kiezers is Daerden in zijn privéleven een eenzame figuur. Le Soir Magazine wijdde vorige week een coververhaal aan de ‘sentimentele blues’ van Papa, na zijn tweede vrouw nu ook door zijn nieuwe vriendin verlaten. Hij sukkelt de laatste tijd ook wat met zijn gezondheid. En Pensioenen is weliswaar een belangrijk departement, maar geldt niet als een politiek cadeau. ‘Pensioenen zijn mijn passie geworden’, zegt Daerden zelf. Maar daar gelooft een Luikse politieke medestander niets van: ‘Het doet me denken aan Alain Van der Biest. Die is ook op een blauwe maandag minister van Pensioenen geworden, een materie waar hij niets van af wist.’

DOOR HAN RENARD

Een Luiks PS-kopstuk: ‘Net zoals José Happart beroept Daerden zich op zijn externe populariteit om de partij voor het blok te zetten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content