Het Rode-Khmertribunaal krijgt stilaan vorm. Maar het heeft er alle schijn van dat Cambodja een showproces krijgt.

Tijdens het regime van de Rode Khmer van 1975 tot 1979 zijn naar schatting 1,7 miljoen Cambodjanen van honger, ontbering of door executies omgekomen. Op het platteland werden al zo’n 150 killing fields blootgelegd door het Documentation Centre of Cambodia. In Tuol Sleng, een tot martelkamp omgebouwde meisjesschool in de hoofdstad Phnom Penh, werden bijvoorbeeld 14.000 ’tegenstanders van het regime’ tot bekentenissen gedwongen. Waarna ze haast allemaal werden afgemaakt. Nadat de Vietnamezen in 1979 Cambodja binnenvielen en Pol Pot en de zijnen naar de grens met Thailand verdreven, bleef de Rode Khmer vanuit kampen aan de grens het nieuwe bestuur bekampen. In 1998 overleed de primus inter pares, Pol Pot. Maar in de jaren daarvoor waren de meeste kopstukken al overgelopen naar de regering van Hun Sen, zelf een voormalige Rode Khmer.

Het Rode-Khmertribunaal is in wezen een binnenlandse aangelegenheid, maar er is veel internationale aandacht. Enerzijds omdat Cambodja jarenlang een speelbal was in de Koude Oorlog en omdat de buurlanden lang garen sponnen bij de blijvende aanwezigheid van de Rode Khmer. Anderzijds omdat de mensenrechten vandaag een grote rol spelen in de internationale politiek, zoals al uit het Joegoslaviëtribunaal is gebleken.

Het Rode-Khmertribunaal, waar sinds 1997 met de Verenigde Naties over onderhandeld werd, is een halfslachtig compromis geworden. ( zie kader). De voornaamste reden waarom Cambodja buitenlandse inmenging duldt, is van financiële aard. De regering bouwt het land immers weer op met geld van donorlanden.

Het War Crimes Research Center in Washington heeft ondertussen een rapport uitgebracht. Aan de hand van nieuw bronnenmateriaal wordt daarin de betrokkenheid van zeven kopstukken van de Rode Khmer bij de uitroeiingspolitiek aangetoond. Naast politieke leiders Nuon Chea, Ieng Sary en Khieu Samphan worden de militaire topmannen Kae Pok, Mea Muth, Sou Meth en Ta Mok als schuldigen aangewezen. Die laatste is destijds niet overgelopen en zit nu in de gevangenis. De anderen kregen amnestie in ruil voor hun overgave en lopen vrij rond. De militairen zijn zelfs in het nationale leger opgenomen.

De Australische professor en Cambodjakenner David Chandler verwacht alvast geen wereldschokkende resultaten van het tribunaal.

De oprichting van het tribunaal was een jarenlange strijd tussen de Cambodjaanse premier Hun Sen en de Verenigde Naties. Wie heeft uiteindelijk aan het langste eind getrokken?

David Chandler: Hun Sen, ongetwijfeld.

De wet die de installatie van een buitengewone rechtbank mogelijk maakt, werd recent door het Cambodjaanse parlement goedgekeurd. Als de Verenigde Naties akkoord gaan, zijn alle wettelijke hindernissen van de baan. Hoe lang duurt het nog voor het tribunaal echt van start kan gaan?

Chandler: Maanden, denk ik, alhoewel ik het moeilijk vind er een tijdslimiet op te kleven. Als premier Hun Sen zijn fiat geeft, kan het ook een kwestie van dagen zijn. Maar zonder zijn goedkeuring kan het nog een werk van lange adem worden.

Nog geen week na de goedkeuring door de Cambodjaanse Kamer kwam het War Crimes Research Office met het rapport ‘Seven persons to be prosecuted’ op de proppen. Zal het aangehaalde bewijsmateriaal door de rechtbank gebruikt worden?

Chandler: Dat hangt volledig van de openbare aanklagers af. Tot nu toe zijn er geen officiële onderzoeksdaden verricht.

De Verenigde Staten werpen zich andermaal als voorvechters van de mensenrechten op. Is dat geen schaamlapje voor het feit dat ze lange tijd de Rode Khmer steunden en tijdens de Vietnamoorlog een groot deel van oostelijk Cambodja platbombardeerden?

Chandler: Ik denk niet dat de Verenigde Staten met een schuldcomplex zitten. Hoewel dat zou moeten. Onder president Bill Clinton kwam er weer interesse voor Cambodja omdat de ideologische wind van richting veranderde. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn mensenrechten voor velen een verdienstelijke carrièreoptie geworden.

Voor uw boek over Tuol Sleng, ‘Voices from S-21’, kreeg u toegang tot exclusief bronnenmateriaal en kon u overlevenden interviewen. Zullen die overlevenden gehoord worden?

Chandler: Waarschijnlijk wel. Belangrijker zijn echter de voormalige medewerkers van het kamp. Maar ik betwijfel ten zeerste of die opgeroepen zullen worden. Het onderzoek zal nooit zo diepgravend zijn.

Nuon Chea, naast Pol Pot de belangrijkste Rode Khmer, ontkent in ‘Asiaweek’ dat hij weet heeft van moorden op tegenstanders van het regime. Zal hij terechtstaan?

Chandler: Hij speelde een centrale rol in de uitroeiingspolitiek, maar ontwijkt alle vragen daaromtrent. Ik ben er vrij zeker van dat hij niet vervolgd of veroordeeld zal worden en nooit de binnenkant van een cel zal zien. Een foute zaak natuurlijk, maar ik vrees dat ik het bij het juiste eind heb.

Wat met Ieng Sary, minister van Buitenlandse Zaken onder Pol Pot, die in 1996 naar de regering van Hun Sen overliep?

Chandler: Er is genoeg bronnenmateriaal dat bewijst dat Sary op de hoogte was van het systematische moorden. Maar het is een uitgekookte man, die zich in bochten wringt om vervolging te ontlopen. Waarschijnlijk ontspringt hij de dans.

Khieu Samphan, het staatshoofd van Democratisch Kampuchea zoals het Khmer-regime officieel heette, zegt zich ter beschikking te houden van het tribunaal.

Chandler: Het zal uiterst moeilijk zijn om hem vast te pinnen op basis van bronnenmateriaal. Het in het rapport aangehaalde bewijsmateriaal is flinterdun. Iedereen weet dat hij tot de top van de Rode Khmer behoorde, maar niemand kan hem expliciet aan de killing fields linken.

Het rapport stelt voor zeven kopstukken te vervolgen. Maar wat met de vele uitvoerders van allerhande gruweldaden?

Chandler: Het zou onrechtvaardig zijn om het voetvolk te vervolgen en de opdrachtgevers ongemoeid te laten, zeker Nuon Chea. Als er lagere officieren in het onderzoek betrokken worden, zou dat nefast kunnen uitdraaien voor mensen die deel uitmaken van het hedendaagse bestuur van Cambodja. Zij zouden zelf op het beklaagdenbankje kunnen belanden.

Het bewijsmateriaal is ook belastend voor de opgesloten Ta Mok. Wordt hij het kind van de rekening?

Chandler: Een mogelijke hypothese, doch weinig waarschijnlijk. Ik zie geen grote koppen rollen. Premier Hun Sen wil een gecontroleerd experiment, dat de druk van de donorlanden doet afnemen. Hij wil zeker niet de volledige waarheid aan de oppervlakte brengen over wat er precies tijdens het regime van de Rode Khmer gebeurde.

Michel Van Hoof

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content