De vrouw als monument: een confrontatie in het fotomuseum.

Het is een heerlijke tentoonstelling. Ze provoceert een verfrissende wisselwerking tussen de oudere foto’s en het nieuwe werk. De route langs de foto’s is krom, ze leidt ons langs verschillende emoties, er is schoonheid en verdriet, speelsheid en geladenheid. Het zijn vrouwen die deze foto’s gemaakt hebben. We zien het niet aan de foto’s. We weten het.

De tentoonstelling heet een confrontatie te zijn “tussen hedendaagse en historische vrouwelijke fotografie in België en Nederland.”

Het is het werk van Germaine Van Parys, Julia Pirotte, Emmy Andriesse, Eva Besnyö (dit waren de “historische” vrouwen) en van Mirjam de Zeeuw, Valerie Mannaerts, Céline van Balen en Sophie Whettnall. Alle foto’s winnen bij deze samenscholing. De oude omdat ze in de context niet meer de foto’s zijn die ooit, ergens, haast toevallig gemaakt zijn, maar omdat ze hier verheerlijkt worden als “historisch” en waardig; de jongere omdat ze als minder bekende foto’s nu mee profiteren van de vermaardheid van de oudere dames. Foto’s zijn tenslotte nooit alleen wat ze zijn, de kijker ziet ze in een wolk van bijgedachten en herinneringen.

Foto’s van vrouwelijke fotografen zijn omgeven door clichés. Het gaat over de rol van de vrouw in deze maatschappij in het algemeen en de kunstwereld in het bijzonder. Het gaat over haar heroïsche strijd, maar ook over hoe ze er zelf uitziet, hoe anders ze het onderwerp ziet en hoe anders het onderwerp reageert op een vrouwelijke fotograaf. Het is een heerlijk thema en we zullen er nooit over uitgepraat en uitgeschreven raken. Ook deze discussie (zelfs al is ze een beetje belachelijk) maakt de tentoonstelling verleidelijk. Uiteindelijk, of we nu man zijn of vrouw, we hebben er allemaal mee te maken. Dus ja, het is al twee keer een heerlijke tentoonstelling.

FOTO’S VAN ECHTE DINGEN

Het opvallendste werk van Sophie Whettnall (Brussel, 26) is een combinatie van twee wanden waarop telkens een bewegende projectie te zien is. Enerzijds de horizontale, voorbijglijdende vangrail langs de autoroute en anderzijds in een hoek van negentig graden, de verticale strepen van een afsluiting tussen de weg en een berglandschap. Deze dubbele beweging is indrukwekkend om te zien en ook typisch voor haar werk waarbij ze altijd nieuwe perspectieven creëert, vaak van openbare plaatsen. Deze installatie wordt gekoppeld aan de foto’s van de legendarische Hongaars-Nederlandse fotografe Eva Besnyö (Budapest, 89). De foto’s van Besnyö hebben iets stunteligs. Ze zijn nooit glad, want ze haken zich vast in de materie. Ze zijn niet puur grafisch, het blijven altijd foto’s van echte dingen, die los van de fotograaf een eigen leven leiden. Daaruit blijkt een groot respect van Eva Besnyö voor haar onderwerp.

Valerie Mannaerts (Brussel, 25) maakt zelf zelden foto’s. Ze gebruikt het bestaande materiaal en maakt tekeningen en collages van een vrouw (zichzelf?). Dit dan in confrontatie met het werk van Julia Pirotte (Konkowola, Polen 92). Pirotte maakt foto’s die niet op zichzelf staan, ze horen bij een verhaal, een gebeurtenis, een toestand. In feite stelt ze zich gedienstig op. Ze toont een jongetje in een schamel jasje met een verdrietige blik voor de etalage van een bakker en ze zet scherp op het brood.

Mirjam de Zeeuw (Gouda, 40) werkt aan projecten, telkens andere, telkens in een andere vormgeving. Ze maakt het zichzelf moeilijk. Haar werk bestaat uit samenvoegingen, meestal met teksten en andere beelden, waarbij ze typisch en ouderwetse “vrouwelijke” elementen gebruikt: kantklossen, biscuitjes, een kookboekje. Ze koppelt haar werk aan dat van Germaine Van Parys op basis van drie invalshoeken: isolatie, vergelijking en inspiratie. Het doet krampachtig aan en dat is net het tegengestelde van wat we zien bij Germaine Van Parys (Brussel, 1893-1983). Met een zekere afstandelijkheid maakt ze reportages van belangrijke gebeurtenissen: een modeshow van de Innovation op het dak van het warenhuis, arbeiders in de fabriek, het bezoek van koningin Elisabeth na de overstroming van Dendermonde, de veemarkt van Anderlecht. Ze is een professionele fotografe, zonder omwegen.

De grootste foto’s zijn van Céline van Balen (Amsterdam, 34). Het zijn staande portretten, halvelings geposeerd, erg scherp, mooi en tegelijk ontluisterend. Dit is krachtige fotografie. Ze getuigen van een bewogen omgang met de mensen die ze fotografeert. Haar werk gaat samen met dat van Emmy Andriesse. (Den Haag 1914 – Amsterdam 1953). Een grote Nederlandse dame, die onvergetelijke portretten gemaakt heeft (met de rolleiflex – vanuit de buik). Het portret van Juliette Gréco bijvoorbeeld. Het is een trotse foto van een vrouw waarbij verder geen uitleg nodig is.

“Entre deux. Een confrontatie tussen hedendaagse en historische vrouwelijke fotografie in België en Nederland”, Museum voor Fotografie, Waalse Kaai 47, 2000 Antwerpen, telefoon 03/242.93.00

Johan De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content