Han Renard

Antwerpen heeft eindelijk een bestuursakkoord. Het is een evenwichtig en realistisch werkstuk geworden, vindt Erwin Pairon (Agalev).

‘We moeten er tweehonderd procent tegenaan gaan.’ Aan het woord is Erwin Pairon, een van de twee groene schepenen in de nieuwe Antwerpse bestuursploeg. Bij de aanslepende heisa over de mandatenverdeling in het schepencollege zou je haast vergeten dat de Antwerpse coalitiepartners, SP, VLD, CVP en Agalev het na meer dan twee maanden ook eens geworden zijn over een inhoudelijk project. Het is een lijvig document geworden, 130 bladzijden dik, waarvan de onderhandelaars menen of hopen dat het de fouten van het vorige akkoord, een tot niets verplichtende vaagheid en een te hoge abstractiegraad, vermijdt.

U begint aan uw tweede schepenambt. Wat zijn voor u de sterke punten van dit bestuursakkoord?

Erwin Pairon: Het feit dat er in het schepencollege meer bevoegdheidsoverschrijdend zal worden gewerkt. In de vorige bestuursperiode was dit een van de voornaamste tekortkomingen. Het nieuwe bestuursakkoord zorgt ervoor dat bepaalde bevoegdheden door een aantal schepenen worden gedeeld. Er wordt afgestapt van de hokjesmentaliteit. Zo is de veiligheid rond scholen een bevoegdheid van zowel de schepen van onderwijs als de schepen van verkeer. Ook op andere vlakken dwingt het akkoord ons tot grotere samenwerking.

Het akkoord over veiligheid was voor de onderhandelaars een harde noot om te kraken. Wat zijn de concrete aandachtspunten geworden?

Pairon: Het veiligheidsakkoord bevat drie onderdelen. In de eerste plaats het preventiebeleid, met een aantal maatregelen rond onderwijs, begeleiding van moeilijke jongeren en zo voort. Vervolgens is er een repressiehoofdstuk waarin een lange reeks concrete maatregelen rond verkeersveiligheid, sluikstorten en alle vormen van criminaliteit zijn ingeschreven. Het derde hoofdstuk, de nazorg, behandelt alles wat samenhangt met slachtofferhulp en slachtofferopvang.

Wordt het preventiebeleid bij uitstek een taak voor de nieuwe schepen van veiligheid?

Pairon: Wij hebben hem, een beetje krom wellicht, ‘schepen voor integrale veiligheid’ genoemd. Hij is verantwoordelijk voor de coördinatie van alles wat met veiligheid te maken heeft, dus preventie, veiligheid én nazorg. Hij zal functioneren als een soort verbindingsfiguur tussen de verschillende schepenen.

De discussie over het al of niet actief opsporen van illegalen veroorzaakte een impasse in de onderhandelingen. Hoe is dit probleem nu opgelost?

Pairon: Tja, die beruchte laatste paragraaf in de eerste versie van het veiligheidsakkoord. Het waren slechts drie zinnetjes, maar wel drie waarover Antwerpen zich wekenlang het hoofd heeft gebroken. Nu is de afspraak dat wij inzake illegalen het beleid van de federale overheid nauwgezet zullen implementeren.

Jullie hebben afgesproken om niets af te spreken?

Pairon: In zekere zin spreken wij ons wel uit, aangezien wij instemmen met de volgens ons evenwichtige maatregelen van de federale overheid. Die laten de mogelijkheid open om illegalen die hier al heel lang zijn, te legaliseren. Anderzijds behelzen zij de verplichting om mensen die uitgeprocedeerd zijn, te melden bij de hogere overheid.

De vorige coalitie boekte op het vlak van mobiliteit nauwelijks vooruitgang vanwege de onoverbrugbare meningsverschillen tussen groenen en liberalen. Het nieuwe stadsbestuur heeft wel een mobiliteitsplan uitgewerkt. Maar is jullie plan niet wat ambitieus gezien de precaire financiële toestand van Antwerpen?

Pairon: Het is op sommige punten ambitieus. Het mobiliteitsakkoord bevat namelijk een aantal voorstellen die onder de bevoegdheid van de hogere overheden ressorteren. Vanuit de stad zeggen wij alleen welke projecten volgens ons de voorrang hebben. Zo wil De Lijn zwaar investeren in Antwerpen. Voor De Lijn geniet het doortrekken van de tramlijnen naar de randgemeenten hoge prioriteit. Onze prioriteit is daarentegen een vlotte doorstroming in de binnenstad. Het heeft geen zin lijnen door te trekken naar de buitenwijken als tram en bus in de binnenstad compleet vastzitten.

Komen er extra maatregelen tegen het als heel storend ervaren sluikstorten?

Pairon: Het hoofdstuk leefmilieu somt tal van maatregelen en voorstellen op om de straten schoner te houden en het sluikstorten tegen te gaan. Daarop ingaan zou ons te ver voeren, maar wij willen in ieder geval veel korter op de bal spelen dan in het verleden. Vandaar ook het grote belang dat in dit bestuursakkoord wordt gehecht aan wijkwerking, communicatie en informatie. We willen de komende zes jaar de wrevel bij de bevolking sneller opsporen en in de kiem smoren. Daartoe zullen wij de wijkkantoren op een andere manier organiseren. De stad moet beter en duidelijker communiceren. Mooie beloftes volstaan niet. Alleen als je daaraan een concreet tijdschema verbindt, kun je de wrevel bij de mensen wegnemen.

Hoe gaat het stadsbestuur die wijkkantoren organiseren?

Pairon: De burger ziet de stad als één groot geheel. Maar veel zaken waarvoor hij de stad verantwoordelijk acht, vallen maar indirect onder de bevoegdheden van de stad. Denk maar aan het OCMW, de huisvestingsmaatschappijen, een aantal nutsbedrijven. Daarnaast behoren bepaalde zaken niet tot de stedelijke competentie, bijvoorbeeld de gewestwegen op het stadsgebied. Onze bedoeling is echter alle informatie, zowel de informatie van de stad als die van andere of hogere overheden, samen te brengen in centrale informatiepunten.

Alle informatie via één loket?

Pairon: Inderdaad, zodat de burger niet langer van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Het woord ‘eenheidsloket’ komt trouwens regelmatig in de tekst voor. Want voor het antwoord ‘sorry dit is geen stads- maar een gewestweg, gelieve u tot een andere instantie te wenden’, of ‘sorry, deze huisvestingsmaatschappij is niet van de stad maar van het OCMW’ kunnen de mensen terecht weinig begrip opbrengen.

Hoe wil het nieuwe stadsbestuur het Antwerpse financiële probleem onder controle krijgen?

Pairon: In het bestuursakkoord gaan we uit van de huidige budgetten. Onze voorstellen zijn realistisch. Het was soms hard, maar we hebben geen projecten in het akkoord gestopt, hoe leuk ze ook waren, waarvoor we de middelen niet hebben. Het vorige bestuursakkoord stelde dat Antwerpen behoefte heeft aan meer middelen, dat de stad onrechtvaardig behandeld wordt door de hogere overheden en dat Antwerpen een financiële tegemoetkoming eist. Dat klopt allemaal wel…

Maar dat maakt de hogere overheid daarom niet toeschietelijker?

Pairon: Nee, daar houdt het op. Tijdens de vorige bestuursperiode is de stad een paar keer in Brussel gaan pleiten, zonder resultaat. Dit keer draaien we de zaak om. We gaan eerst zelf maatregelen nemen om de financiële put te dempen, zoals het verkopen van aandelen, en pas daarna zullen wij bij de hogere overheid aankloppen met een project voor Antwerpen. We zullen de hogere overheid ook vragen de aanwezige middelen op een efficiëntere manier ter beschikking te stellen. Want de SIF- en URBAN-middelen, ook al zijn ze soms gespreid over verschillende jaren, zijn eenmalige fondsen, die een compleet afzonderlijke bureaucratie in het leven roepen en die niet geïntegreerd kunnen worden in een gewone stedelijke begroting.

In het bestuursakkoord staan dus maatregelen die uitgevoerd worden met de middelen waarover Antwerpen nu beschikt en anderzijds voorstellen die pas uitgevoerd kunnen worden als de stad een financiële injectie krijgt?

Pairon: Ja. Maar we hebben afgesproken voorlopig alleen te spreken over datgene wat we kunnen uitvoeren. Andere voorstellen zijn in het akkoord opgenomen als mogelijke projecten, afhankelijk van de eventuele financiering.

Blijft de haven haar structuur als autonoom gemeentelijk bedrijf behouden?

Pairon: Die structuur is niet ter discussie gesteld. Integendeel, dit model krijgt zelfs navolging. Het nieuwe stadsbestuur wil een parkeerbedrijf oprichten, met de structuur van een autonoom gemeentelijk bedrijf, dat alle parkeermeters en parkeerfaciliteiten van de stad zal beheren. Zo krijgt de politie meer tijd voor andere taken. Bovendien kan zo’n gemeentelijk bedrijf gemakkelijker samenwerkingsverbanden met andere, private instellingen tot stand brengen.

In hoeverre komt dit bestuursakkoord beter aan de wensen van de Antwerpse bevolking tegemoet dan het vorige?

Pairon: Ik heb een aantal dingen al opgenoemd. Er is het feit dat het stadsbestuur echt wil luisteren naar de mensen en hen beter wil informeren. Dat betekent ook dat we de bevolking veel sterker bij het beleid willen betrekken. Typisch voor dit bestuursakkoord is hoe vaak er gesproken wordt over dingen samen doen met de bevolking. Wij kunnen zoveel initiatieven nemen als we willen, maar dat garandeert nog geen schone straten. Je kunt moeilijk achter elke Antwerpenaar een witte tornado (een Antwerpse straatveger) aan sturen. Het komt erop aan de mensen bewust te maken. Dat is een belangrijk verschil. Ten tweede is dit bestuursakkoord veel concreter dan het vorige. Het is geen opsomming van algemene principes of ronkende intentieverklaringen, maar een lange lijst met concrete maatregelen.

Zal, in het licht van de verbeterde communicatie, het bestuursakkoord publiek worden gemaakt?

Pairon: Zeker. We hebben iemand aangezocht om het akkoord door te nemen op correct taalgebruik en het waar nodig aan te passen. Waarna het via internet en allerlei publicaties zal worden verspreid.

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content