De Europese markt opent zich weer meer voor de zogeheten dollarbanaan. Ondanks kritiek op de sociale en ecologische praktijken van de Amerikaanse fruitgiganten, blijft de wereldhandel vrij. Het ontaardt dus in een regelrechte strijd tussen goede en slechte bananen.

Bananen zijn – na petroleum, koffie en cacao – het vierde exportprodukt vanuit derdewereldlanden naar Europa. De jaarlijkse productie beloopt wereldwijd zo’n 50 miljoen ton. Europa legt de import sedert 1 juni 1993 – zes maanden nadat de eenheidsmarkt effectief werd – aan banden met een “bananenreglement”.

Vòòr 1993 bleef de invoer in Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk beperkt tot Europese of ACS-bananen: de afkorting van African, Caribbean, South-Pacific bananas, naar de plaatsen waarvan ze afkomstig zijn. Koloniën of ex-koloniën, dus. De eenheidsmarkt zou deze bananen slachtofferen, ten voordele van het goedkope Amerikaanse dollarfruit van Dole, Del Monte en Chiquita. Daarom beschermt Europa de eigen markt met een ingewikkeld systeem, waarbij vooral lobbygroepen en de advocatuur goede zaakjes doen.

In 1993 kregen importeurs van dollarbananen 66,5 procent van de invoer, dat is 2,5 miljoen ton per jaar. Dertig procent is voor de invoerders van de traditionele Europese of ACS-banaan, met bijna 800 duizend ton. De Wereldwinkel/Ofxam valt in de categorie van de nieuwkomers, die samen goed zijn voor 3,5 procent van het totaal.

Hoewel de dollarbanaan het leeuwendeel van de Europese markt behield, besloten een aantal landen toch een geding in te spannen bij de Wereldhandelsorganisatie. De Verenigde Staten, Panama, Honduras en Mexico waren niet tevreden met de manier waarop Europa de eigen markt beschermde. Niet toevallig de landen waar Amerikaanse multinationals reeds tientallen jaren hun bananen produceren en de winsten ervan binnenhalen. Ook Ecuador hoopte zijn eigen Bonita-afzet te kunnen verhogen. In september 1997 bevond de Wereldhandelsorganisatie de Europese bananenreglementering strijdig met de internationale vrijhandel. Die instelling concludeerde dat Europa op onrechtmatige wijze een marktaandeel aan de importeurs van euro- en ACS-bananen gegeven had, en droeg Europa vorig jaar op haar reglementering aan te passen vòòr 1 januari 1999. Aldus geschiedde. Op 16 oktober was die in grote lijnen klaar.

LANDARBEIDERS IN HET WITTE HUIS?

Het nieuwe reglement heeft een onverwacht neveneffect: de deur staat op een kier voor de fair trade-banaan. Steeds meer consumenten willen fruit dat geproduceerd wordt met respect voor arbeid en milieu. Vijftien procent van de Europese verbruikers vinden dat een doorslaggevend argument bij hun aankoop. Maar in ons land vist slechts één Belg op honderd een tros Max Havelaar-bananen van de Wereldwinkel uit de bak, en toch zijn multinationals bang voor consumenten met een rechtvaardigheidsgevoel. Chiquita, bijvoorbeeld, werkt grondig aan een brandschoon imago: in haar laatste jaarverslag onderstreept de onderneming haar zin voor goed burgerschap en sociale verantwoordelijkheid.

In juni dit jaar verontschuldigde de Amerikaanse krant “Cincinnati Enquirer” zich bij Chiquita. Drie dagen na elkaar, op de voorpagina, plus een schadeloosstelling van tien miljoen dollar. Zonder dat er sprake was van een proces.

Waarom? Twee journalisten speurden een jaar lang in en om Chiquita Brands International, en ze namen de gigant zwaar op de korrel. De reactie van Chiquita bleef niet uit. Mike Gallaher, een van de onderzoeksjournalisten, gaf toe dat een deel van zijn informatie bestond uit interne voice-mails, gekregen van hoge medewerkers op het hoofdkwartier in Cincinnati. Volgens Chiquita was dat gestolen goed. De kranteneigenaar stopte de artikelenreeks, wegens onethisch gedrag. Meer nog, de conclusies werden onjuist bevonden.

Wereldwinkel/Oxfam ontmoette de tweede onderzoeksjournalist, Cam McWirther, op de Bananenconferentie dit jaar. Die organisatie besliste de reportages toch te publiceren, in een versie waarin ook de argumenten van Chiquita aan bod komen.

Marc Bontemps, nationaal verantwoordelijke van Wereldwinkel/Oxfam, vindt de houding van de Cincinnati Enquirer vreemd: “De conclusies van de journalisten steunden ook op getuigenissen van plantage-arbeiders, die tenminste hun nek durven uitskeken. Als je zegt dat de conclusies onwaar zijn, zeg je dat die mensen liegen. Maar de waarheid heeft haar rechten. Geld kan toch niet alles goedpraten?”

Chiquita, de vroegere United Fruit Company, beging misstappen in het verleden, en dat is nog niet iedereen vergeten. De belangrijkste is een kwalijke rol in de staatsgreep tegen de Guatemalteekse progressieve president Arbenz in 1954. Arbenz wilde het machtsmonopolie van de United Fruit Company doorbreken, wat betreft transport, elektriciteitsvoorziening en bananenexport. Daar is Arbenz niet in geslaagd: een zorgvuldige coup, opgezet in de Verenigde Staten, verwijderde hem van het toneel. Ook nu nog volgt Chiquita-president Carl Lindner de ongeschreven regels van de big business. Een fikse bijdrage aan de verkiezingscampagnes van zowel Republikeinen als Democraten verzekert hem toegang tot het Witte Huis. Het valt zeer te betwijfelen of het lot van de plantagearbeiders daar een gespreksonderwerp is.

Del Monte Fresh Produce, Dole en Chiquita beheersen 64 procent van de wereldbananenhandel. De machtspositie van die reuzen steunt op hun organisatie: grootschalige plantages, koel- en rijpingsschepen, distributiefaciliteiten in de consumptielanden, dragen bij tot lage productiekosten. Maar ook de lage lonen, beperkte rechten en slechte arbeidsomstandigheden maken hun bananen goedkoper.

MISVORMDE BABY’S

Grote opbrengsten zijn het gevolg van de doorgedreven monocultuur. Eén enkele plantenziekte brengt dan ook de hele oogst in gevaar, daarom is het gebruik van pesticiden onvermijdelijk. Er zijn veel klachten over luchtbesproeiingen en de nevenwerkingen ervan: vruchtbaarheidsproblemen en huidziekten, geboorte van misvormde kinderen. Ook de vakbondswerking verloopt helemaal niet zo vlot als Chiquita wil doen geloven. Costaricaanse arbeiders zijn vertegenwoordigd door permanente comités en solidarismo’s. Volgens het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) voldoen deze organisaties absoluut niet aan de definitie “vakbond”.

In mei dit jaar startte de Wereldwinkel een kaartenactie geadresseerd aan het hoofdkwartier van Chiquita Europa in Antwerpen.

Marc Bontemps: “Het is niet onze bedoeling Chiquita een hak te zetten. We oefenen druk uit, opdat zij hun beleid bijsturen. Op 8 juli kregen onze kantoren hoog bezoek van Chiquita-afgevaardigden. Twee aanwezige BBC-journalisten waren stomverbaasd dat België erin slaagde Chiquita in beweging te zetten. De bananenreus beloofde vanaf 1 oktober geen luchtbesproeiingen meer uit te voeren als er arbeiders op de plantage zijn.”

Francis Kint, vice president sales & marketing van Chiquita: “Er zit een positieve boodschap in de actie. Wij praten tenminste met elkaar, ook al is het onder druk. Het gaat om een betere wereld. Denkt u dat wij willen werken voor een bedrijf dat zijn medewerknemers slecht behandelt?”

In de brief die antwoordt op deze kaartenactie, schrijft Chiquita dat haar werknemers zich vrij kunnen aansluiten bij een van de 66 onafhankelijke vakbonden.

Marc Bontemps: “Er zijn geen 66 bonden. We vermoeden dat ze solidarismo’s en permanente comités meetellen. Dat zijn arbeidersverenigingen die ocharme mogen beslissen waar de vuilnisbak mag staan. Zij bieden wel sociale voorzieningen zoals goedkope leningen voor woningen, medische hulp en studiebeurzen, maar wentelen de kosten grotendeels af op de arbeiders zelf. Voor die voorzieningen betalen ze een hoge prijs: de beperking van de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Chiquita verstrekt formulieren aan mensen die verdacht worden van vakbondslidmaatschap. Zij moeten alleen hun naam invullen en ondertekenen. Op dat formulier staat dat de arbeider zijn ontslag indient bij de vakbond. De brief is gericht aan de vakbond, met afschrift aan de plantagedirectie.”

Volgens Chiquita is dat volkomen normaal. Francis Kint : “Wij houden de vakbondsbijdrage af van het loon en storten die zelf door aan de vakbond. Als een arbeider uit de vakbond stapt, moeten wij zijn volle loon uitbetalen. Die documenten moeten ons daarvan op de hoogte houden.”

Maria Carmen Leunda van het IVVV meldt dat het treurig is gesteld met de vakbondswerking in Costa Rica. “Costa Rica heet de modelleerling van Latijns-Amerika, maar de feiten leiden tot andere conclusies. In de publieke sector is er geen probleem, maar privé-ondernemingen kijken niet zo nauw. De Costaricaanse regering heeft weinig zin om in te gaan tegen de belangen van de buitenlandse investeerders. Alleen Sitrap is een échte vakbond. Onder druk van de publieke opinie kon Sitrap een overeenkomst sluiten met Del Monte. We kunnen niet genoeg benadrukken dat de consument een belangrijke rol speelt in dit mechanisme.”

Marc Bontemps is hoopvol gestemd. “Chiquita ontmoet in november de overkoepelende vakbondsorganisatie Colsiba voor een verkennend gesprek. Deze organisatie vertegenwoordigt 95 procent van de Latijns-Amerikaanse bananenvakbonden.”

GEEN SYNDICAAL AKKOORD

Ook inzake milieu poetst Chiquita haar blazoen op. In 1992 sloot de multinational een overeenkomst met The Rainforrest Alliance en trad toe tot het Better Banana Project. Een jaarlijkse controle zou moeten uitmaken of Chiquita voldoet aan de voorwaarden, onder meer: verminderd gebruik van chemische producten, bescherming van land en bodem, recyclage, correcte afvalverwerking, milieu- en veiligheidstraining. De plaatselijke arbeidswetten moeten erop toezien dat het minimumloon uitbetaald wordt, en moeten borg staan voor de veiligheid, en voor het recht op organisatie. Chiquita betaalt voor deze jaarlijkse controle in Costa Rica een bedrag van 312.000 dollar aan Fundacion Ambio, de lokale ngo.

Marc Bontemps: “Dit is een stap vooruit. Maar hoe groot is die? Eén controle per jaar kan niet veel ophelderen. Tot op heden is geen enkel certificaat ingetrokken. Chiquita gaat er prat op als enige deze ecologische overeenkomst te hebben ondertekend. Maar toen Del Monte dit jaar een overeenkomst sloot met de vakbond Sitrap, betreurden Chiquita en Dole dit. Dit historisch akkoord gaat echter veel verder dan die vrijblijvende overeenkomst met de Rainforrest Alliance.”

De Europese Commissie hoopt met de nieuwe bananenreglementering die in de maak is aan de eisen van de Wereldhandelsorganisatie te voldoen.

Guy Lambrechts, Belgisch woordvoerder in het beheerscomité bananen bij de Europese Commissie: “Vooreerst komen we tegemoet aan de onvrede van de multinationals. De traditionele invoerders zullen een groot deel van hun oude markt recupereren. Maar we rekenen er ook op dat de afname vanuit de ACS-landen stabiel blijft, door de sterke historische banden. Verder krijgt de fair trade-banaan de kans door te breken. Die kan na drie jaar doorschuiven van de nieuwkomers naar de traditionele importeurs, en aldus zijn marktsituatie bestendigen. De markt voor de nieuwkomers wordt uitgebreid van 3,5 procent naar 8 procent. Verder zullen ook koffie en cacao meetellen om onder de categorie nieuwkomers uitbreiding te vragen voor de import van bananen. De bal ligt dus in het kamp van de kleine organisaties die aan fair trade doen. Verder heeft de Commissie zich ertoe verbonden tegen maart 1999 een rapport op te stellen met een specifieke regeling voor fairtrade-bananen, met een specifieke labeling. Laten we hopen dat dit een aanzet is om de multinationals ook fair trade-bananen te laten produceren: het ideaal zou dan zijn dat àlle bananen fair trade worden. In ieder geval steunt minister Van Landbouw Karel Pinxten de fair trade-banaan op de Europese ministerraad. Kleine producenten die werken in mens- en milieuvriendelijke omstandigheden, moeten een duurzaam perspectief krijgen. Maar overgaan tot positieve discriminatie is onmogelijk, omdat we dan opnieuw in aanvaring komen met de Wereldhandelsorganisatie. Er zijn hoogstens begeleidende maatregelen mogelijk. Maar het is nog te vroeg om victorie te kraaien. Eerst afwachten of de multinationals niet opnieuw met klachten naar Genève stappen.”

Chiquita vindt alvast dat die nieuwe reglementering getuigt van een grote hypocrisie. De inkomsten komen niet ten goede aan de ACP-landen, maar verdwijnen in de zakken van de Europese importeurs. Francis Kint: “Het huidige voorstel eerbiedigt de regels van de Wereldhandelsorganisatie niet. Waarom wordt er geen rechtstreekse hulp geboden aan, bijvoorbeeld, de Bovenwindse Eilanden in plaats van onrechtstreekse en inefficiënte hulp via Europese multinationals zoals Feyff’s, Pomona en Geest? Zolang de discriminatie tussen Latijns-Amerikaanse bananen en ACP-bananen niet wordt opgeheven, zal het dispuut niet eindigen.”

En zo gaat de strijd der titanen voort, mens en milieu ten spijt.

SHAHEDA ISHAQUE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content