Een volledig herschreven grondwet, een nieuwe internationale regent en parlementsverkiezingen in de herfst: Bosnië-Herzegovina staat voor een jaar van ingrijpende veranderingen. Knack trok met een OVSE-delegatie naar Sarajevo en sprak er met minister van Buitenlandse Zaken Mladen Ivanic.

Sarajevo is ook in de winter een mooie stad. Ondanks de bijtende vrieskou gonst het historische centrum van de drukte. De kleurrijke oude trams zitten naar goede gewoonte overvol en op de besneeuwde heuvels rond de stad wordt weer volop geskied. Toch blijft de oorlog hier in het straatbeeld verschijnen. Zelfs wie maar een korte wandeling maakt door de stad, treft nog om de haverklap ruïnes aan, en gevels met kogelinslagen.

Ook bij de mensen zelf zit de oorlog nog vers in het geheugen. Zij die begin jaren negentig het beleg van Sarajevo meemaakten, beschouwen de heuvels rond de stad nog altijd niet als een plaats van skiplezier, wel als de plaats vanwaar de Bosnische Serviërs drie jaar lang hun dodelijke kogels verstuurden. Nogal wat inwoners van Sarajevo blijven er om die reden liever weg.

Bosnië-Herzegovina kwam in 1995 uit de burgeroorlog als een onafhankelijk land, waarin de Bosnische Serviërs, de Bosnische Kroaten en de Bosnische moslims (of Bosnjakken), die elkaar drie jaar lang naar het leven hadden gestaan, opnieuw moesten leren samenleven. De vredesakkoorden van Dayton splitsten het land op in twee deelstaten: een moslim-Kroatische Federatie en een Republika Srpska (RS), elk met zijn eigen leger, regering en parlement.

Het gedwongen huwelijk van die deelstaten wordt bewaakt door een Hoog Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap, die voor zijn taak over een haast absolute macht beschikt. Discriminerende wetten tegenhouden, twijfelachtige benoemingen herroepen, of zelfs verkozen toppolitici ontslaan: de Hoge Vertegenwoordiger mag het allemaal – tot grote ergernis van veel Bosnische politici.

De vorige Hoge Vertegenwoordiger, de Brit Paddy Ashdown, werd bij zijn afscheid, enkele weken geleden, uitgewuifd met een weinig flatterende postercampagne. Over zijn opvolger, de Duitse oud-minister Christian Schwarz-Schilling, werd al geschreven dat hij in slaap valt tijdens vergaderingen.

‘EEN KUNSTMATIG IDEE’

Een van de leidende figuren in de Bosnische politiek is minister van Buitenlandse Zaken Mladen Ivanic (48). Als Bosnische Serviër uit Banja Luka was hij al eens premier van de Republika Srpska – zijn centrumrechtse PDP heeft er trouwens net de regering doen vallen – en nu onderhandelt hij, als partijvoorzitter van de PDP, mee over de nieuwe grondwet die Bosnië-Herzegovina grondig moet hervormen.

Maar vandaag heeft de minister hoog bezoek uit België. VLD-senator Pierre Chevalier is in Bosnië-Herzegovina als speciaal gezant van de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (zie kader), en informeert zich tijdens een lange vergadering met Ivanic over de toestand van het land.

Het gesprek duurt bijna een uur, waarna Chevalier zich met zijn OVSE-delegatie naar het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger rept. Wij schuiven intussen bij de minister aan tafel, en vragen meteen wat Ivanic van zijn nieuwe Hoge Vertegenwoordiger denkt.

MLADEN IVANIC: Schwarz-Schilling is een heel ander type dan Ashdown. Ik denk dat hij minder veto’s en dictaten zal uitvaardigen dan zijn voorganger, en dat hij minder politici zal ontslaan.

Er wordt ook geschreven dat hij niet zo enthousiast en dynamisch lijkt als Ashdown.

IVANIC: (droog) Misschien is het goed om in die functie af en toe iets minder enthousiaste mensen te hebben. Schwarz-Schilling heeft misschien de schijn tegen, maar hij is wel heel goed op de hoogte van de situatie in dit land.

Ashdown ontsloeg politici en ambtenaren omdat ze de federale staat tegenwerkten, of steun verleenden aan vermeende oorlogsmisdadigers. Heeft hij dan overdreven?

IVANIC: Ashdown heeft, voor zover ik weet, meer politici ontslagen dan welke Hoge Vertegenwoordiger ook. Je mag natuurlijk altijd functionarissen ontslaan als je daarvoor argumenten geeft. Maar dat deed Ashdown niet.

Ashdown had wel gelijk als hij zei dat er dringend een nieuwe grondwet nodig is om van Bosnië-Herzegovina een slagkrachtige staat te maken. Volgens hem slorpt de huidige, complexe overheidsorganisatie veel te veel geld op.

IVANIC: Er zijn inderdaad delen van de grondwet die moeten worden aangepast. Over mensenrechten, of over hoe we onze president verkiezen. Maar over hoe het land moet worden georganiseerd, is nog altijd onenigheid. De Bosnjakken willen een zo centraal mogelijk geleide staat, met één regering, een parlement dat uit één kamer bestaat en één president, zonder rotatie tussen de bevolkingsgroepen. De kleinere bevolkingsgroepen in dit land vrezen echter dat ze in zo’n systeem door de Bosnjakken weggedrukt zullen worden. De Kroaten bijvoorbeeld, die samen met de Bosnjakken de Federatie besturen, hebben nu al het gevoel dat ze niet op voet van gelijkheid worden behandeld, en ijveren voor een Bosnië-Herzegovina dat uit drie in plaats van twee entiteiten bestaat, zodat ook zij hun eigen instellingen krijgen. De Bosnische Serviërs willen dan weer een maximale autonomie voor de deelstaten. U merkt het: op dit moment is een akkoord onmogelijk.

Blijft het feit dat de huidige situatie, met alle deelstaten, kantons en gemeentes, enorm duur is.

IVANIC: Klopt. We spenderen een vrij groot deel van onze overheidsinkomsten aan administratie. Maar dat komt vooral door de complexe structuur binnen de Federatie. De Republika Srpska is veel minder duur. En je hebt natuurlijk nog het niveau van de kantons, met hun eigen regeringen, hun eigen presidenten, hun eigen wetten, hun eigen politiekorpsen.

Er is geprobeerd om de politie grondig te hervormen, maar de plannen botsten op veel protest in de Republika Srpska.

IVANIC: Met die politiehervorming is vooral geprobeerd om de rol van de deelstaten verder terug te schroeven. De Serviërs zijn voordien wél akkoord gegaan met de eenmaking van het leger en de inlichtingendiensten. Logisch ook: je kunt in een land nu eenmaal geen twee of drie legers hebben. Alleen met de politiehervorming (voorbereid door een werkgroep onder leiding van de Belgische oud-premier Wilfried Martens, nvdr.) zijn we niet akkoord gegaan. Ons voorstel was om straatpatrouilles en verkeerscontroles over te laten aan de deelstaatpolitie, en alle ernstige misdaden aan de SIPA, zeg maar de Bosnische FBI. In Duitsland werkt het zo. Maar hier wilde men eigenlijk gewoon de deelstaatpolitie afschaffen.

Ook de Europese Unie ijvert sterk voor een doorgedreven centralisatie.

IVANIC: Een volledig kunstmatig idee. Sommigen menen dat je alle moeilijkheden in Bosnië oplost door alles een te maken. Terwijl het net omgekeerd werkt.

Op dit moment vinden in de Servische provincie Kosovo institutionele gesprekken plaats. Zullen die gesprekken een invloed hebben op de onderhandelingen hier?

IVANIC: Niet rechtstreeks. Maar algemeen gesproken hebben ze natuurlijk wel een invloed. Niet alleen in Bosnië en de regio, maar in heel Europa, of zelfs de hele wereld. Heel veel landen kennen een situatie waarin één bevolkingsgroep het gezag van een centrale regering niet volledig aanvaardt.

U bedoelt Tsjetsjenië of Taiwan, maar velen trekken ook de parallel met de Republika Srpska. Als Kosovo zijn onafhankelijkheid krijgt, waarom de RS dan niet?

IVANIC: Als Kosovo meer autonomie of onafhankelijkheid krijgt, wordt het voor ons, Bosnisch-Servische politici, inderdaad heel moeilijk om aan onze bevolking uit te leggen dat wij juist méér centralisering nodig hebben. Mijn mening is echter ook dat de Republika Srpska zich nooit van Bosnië mag afscheiden. Het is beter om hier de tweede of zelfs de kleinste entiteit te zijn dan twaalfde of dertiende provincie in een ander land.

Servië, bedoelt u?

IVANIC: (onverstoorbaar) Alleen: als de Bosnische Serviërs niet gelukkig zouden zijn met de politieke ontwikkelingen in Bosnië, als er bijvoorbeeld geprutst zou worden aan hun autonomie, dan zullen sommigen wel die stap willen zetten. De meeste Serviërs willen in Bosnië blijven, maar willen wel hun eigen instellingen, als raamwerk, om zich veilig te voelen.

U maakt deel uit van de federale regering, maar u bent een gematigd Servisch nationalist. Beschouwt u zichzelf als minister van Buitenlandse Zaken van het hele land?

IVANIC: Jazeker. Ik heb natuurlijk mijn eigen politieke agenda. Maar ik ben nooit betrapt op uitspraken die ingingen tegen de belangen van Bosnië-Herzegovina.

Als Bosnië-Herzegovina een voetbalmatch tegen Servië-Montenegro speelt, voor wie supportert u dan?

IVANIC: Dat is een hoogst ongebruikelijke vraag, waarop ik eigenlijk niet wil antwoorden. Ik zal voor u een vergelijking maken. Ik was eens in Glasgow, in Schotland, op het moment dat er een match op televisie was tussen Engeland en Italië. Ik zag daar zekere parallellen met onze situatie. Maar meer wil ik daar niet over vertellen, want u vraagt in feite naar mijn privéleven.

Het gaat natuurlijk niet over voetbal alleen. Zeker de Bosnjakken nemen het de Bosnische Serviërs bijzonder kwalijk dat ze nooit voor Bosnië supporteren – omdat ze dan impliciet zouden toegeven dat ze Bosniërs zijn.

IVANIC: Ach, al dat gedoe over ‘Bosniër zijn’. Natuurlijk zijn wij allemaal burgers van Bosnië-Herzegovina. Maar als iemand ons wil dwingen om Bosniërs te zijn, en geen Serviërs meer, dan zal dat uiterst contraproductief werken.

Omdat het kunstmatig is?

IVANIC: Zelfs niet helemaal. We zijn inwoners van Bosnië-Herzegovina. Maar we zijn ook Serviërs, dat kunnen we niet ontkennen. Ik heb altijd gezegd dat ik een Serviër ben en zal dat ook altijd blijven zeggen. Maar ik woon in Bosnië-Herzegovina.

En Bosnië-Herzegovina is volgens u geen artificieel land, zoals sommigen nog altijd zeggen.

IVANIC: Nee. Zelfs tijdens de oorlog heb ik altijd gezegd dat Bosnië een apart land moest worden, zij het één met een speciale structuur. De vraag is dus niet of ik Bosnië aanvaard. De vraag is: aanvaard ik een Bosnië met één regering en één president of wil ik een sterk gedecentraliseerd Bosnië? Volgens mij is Bosnië een land dat erg gedecentraliseerd moet zijn om aanvaard te worden door al zijn burgers. De perceptie is misschien dat de Serviërs tegen Bosnië zijn, maar dat klopt niet. Ze vechten alleen voor een zekere graad van autonomie, omdat het de enige manier is om dit land stabiel te houden.

Wat zijn uw voornaamste doelstellingen als minister van Buitenlandse Zaken?

IVANIC: In de eerste plaats de onderhandelingen over de Stabilisatie- en Associatieakkoorden (SAA) met de Europese Unie (een voorbereiding op EU-lidmaatschap, nvdr.). Die zaak tot een goed einde brengen, is zeker een prioriteit, want het geeft ons een economisch toekomstperspectief. Ten tweede: alle voorwaarden vervullen voor het Partnership for Peace-programma van de NAVO (een voorbereiding op volwaardig NAVO-lidmaatschap, nvdr.). Dat vereist een nog betere samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag dan nu. En een derde prioriteit zijn betere relaties met onze buurlanden. We hebben alle belang bij goede relaties met Kroatië en Servië-Montenegro, want dan zullen onze interne verschillen minder relevant worden.

Een van de grote hinderpalen voor de SAA-onderhandelingen…

IVANIC: (onderbreekt) Voor de SAA-gesprekken zijn er nog maar weinig hindernissen, want het gaat daar vooral over vrijhandelsovereenkomsten. Ik verwacht alleen problemen in de landbouw, want in de EU liggen de subsidies voor landbouw veel hoger dan in Bosnië-Herzegovina. Wij zullen met ons beperkte budget geen gelijke tred kunnen houden, en de boeren zijn dus bang voor oneerlijke concurrentie.

Cruciaal voor de NAVO, maar ook voor de EU, is medewerking met het Joegoslavië-tribunaal. Tot vorig jaar arresteerde de Republika Srpska geen enkele verdachte van oorlogsmisdaden. En de Bosnische Serviërs hebben met oud-president Radovan Karadzic en oud-legerbevelhebber Ratko Mladic de twee meest gezochte oorlogsmisdadigers rondlopen.

IVANIC: De situatie is verbeterd. De laatste tijd heeft aanklaagster Carla Del Ponte al veel minder kritiek op Bosnië, omdat er op korte tijd heel wat arrestaties zijn verricht. In het geval van Karadzic en Mladic bestaat de perceptie dat niet alleen de Bosnische autoriteiten schuld treft. Er zijn andere landen, dat is de algemene indruk toch, die mee verantwoordelijkheid dragen voor het niet-vatten van Karadzic en Mladic.

U bedoelt Servië-Montenegro?

IVANIC: Andere landen, ik heb niet gezegd dewelke. Dat is alles wat ik daarover kwijt wil. Als ik hier nog dieper op inga, ga ik te veel in details. Hoe dan ook hebben wij in Bosnië er alle belang bij om dat hoofdstuk af te sluiten.

Waarom is het zo moeilijk om iemand op te sporen in zo’n klein land?

IVANIC: Ik ben niet echt de expert ter zake, maar áls bijvoorbeeld Karadzic hier ergens rondloopt, weet ik ook niet hoe het mogelijk is dat hij zich kan blijven verbergen.

U zou gelukkig zijn als Mladic en Karadzic in Den Haag zouden zitten?

IVANIC: Zeker en vast. Waarom niet?

Er zijn Servische politici…

IVANIC: Ik zeg het u heel direct en ik heb het al heel vaak herhaald de voorbije vijf jaar: de Serviërs zijn gijzelaars van die twee heren.

Beseft de Servische bevolking dat ook?

IVANIC: Mijn indruk is dat de mensen hier al die discussies beu zijn. Ik denk niet dat iedereen hun arrestatie zou aanvaarden. Een kleine helft van de bevolking zal hen misschien altijd een beetje steunen – nee, dat is al een te groot woord. Maar de meerderheid zal er absolúút niet om malen als Karadzic en Mladic opgepakt worden.

GERRY MEEUWSSEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content