Zetten patenten voor softwareontwikkelingen een rem op de algemene vooruitgang in de computersector? Richard Stallman, de peetvader van de gratis software, wil de Europese Commissie overtuigen van wel.

Moet een ontwikkelaar van software de mogelijkheid krijgen om zijn product te beschermen tegen plagiaat? De kwestie wordt behandeld door de Europese Commissie, maar een eensluidend antwoord op de vraag lijkt nog niet voor morgen. Wettelijke bescherming van intellectueel eigendom lijkt een goede zaak, want het kan toch niet dat anderen zomaar met je creatie aan de haal gaan. Meer nog, dan begin je er liever niet aan. De bescherming via patenten dient in de eerste plaats om vooruitgang te stimuleren. De patenthouder beschikt tijdelijk over een monopolie op de commerciële exploitatie van zijn ‘uitvinding’, wat hem in staat stelt alle kosten te recupereren. De vraag is echter of die redenering ook geldt voor ontwikkelingen in de software.

‘Als ontwikkelaar van software begeef je je op een mijnenveld van patenten’, meent Richard Stallman, de Amerikaanse peetvader van de gratis software. ‘Het is onmogelijk om een programma te ontwikkelen zonder dat je onderweg gekortwiekt wordt.’ Stallman is oprichter van het GNU Project, dat sinds 1983 werkt aan gratis alternatieven voor computersoftwaresystemen. Bij wie dat geen belletje doet rinkelen: GNU vormde de inspiratie voor Linux, de kwelduivel van het Windows-besturingssysteem van Microsoft.

De Europese Commissie is niet blind voor de bezwaren van vrijheidsstrijders als Stallman, maar wil natuurlijk ook rekening houden met de verzuchtingen van de industrie. In afwachting van een duidelijke regeling blijft het Europees Patentenbureau in ieder geval softwarepatenten toekennen. Europa telt er intussen zo’n 30.000, de Verenigde Staten zitten al aan 100.000 stuks. Als het van Stallman afhangt, worden vele daarvan opgeheven. Want ‘software heeft geen eigenaar. In Europa kan nog veel kwaad worden vermeden, in de VS is het te laat.’ De vraag die elke zakenman zich dan stelt: hoe bescherm je je business zonder bescherming?

Stallman: ‘Eerlijk gezegd, dat vind ik een bijkomstige vraag. Sociale overwegingen zijn belangrijker dan zakelijke. Patenten remmen de ontwikkeling van de computertechnologie af. We zouden veel meer kunnen met onze computer als de ontwikkeling van software in een vrijer juridisch kader zou zijn gegoten. Trouwens, er bestaan genoeg mogelijkheden om geld te verdienen aan gratis software. Honderden, zelfs duizenden programmeurs worden zeer goed betaald om gratis software te ontwikkelen. Door wie? Universiteiten en overheidsinstanties. Maar er zijn ook bedrijven die zich toeleggen op gratis software. Zij halen inkomsten uit extra diensten bovenop de software. Mijn punt is: iedereen moet in alle vrijheid software kunnen ontwikkelen, want daar help je de technologische ontwikkeling mee. Een ontwikkeling die nu kunstmatig wordt afgeremd door grote bedrijven.’

U vergelijkt het ontwikkelen van software met wandelen over een mijnenveld van patenten.

Richard Stallman: Stel je eens voor wat er gebeurd zou zijn als in 1800 de Europese overheden patenten zouden hebben toegekend aan de componisten uit die tijd, ter bescherming van hun ‘uitvindingen’. Denk je dat we dan vandaag naar betere muziek zouden luisteren? Om de analogie verder te trekken: wat nu gebeurt, staat gelijk aan patenten voor elk muzikaal motief, elke combinatie van noten, elk mogelijk samenspel van verschillende instrumenten. Beethoven zou geen enkele symfonie hebben kunnen componeren, want hij zou voortdurend patenten op zijn weg hebben gevonden. En het argument van de patenthouders zou zijn geweest: als Beethoven écht vernieuwend is, had hij andere noten gebruikt dan de onze. Beethoven zou dus gedwongen geweest zijn om een nieuwe muzikale taal uit te vinden. Waar niemand had naar willen luisteren, omdat het geen herkenningspunten bevat. Herkenning is heel belangrijk in de appreciatie van een muziekstuk. Op dezelfde manier heeft nieuwe software pas kans op slagen als ze voortbouwt op bekende programma’s. Programmeurs begeven zich in een mijnenveld, omdat meer dan 100.000 patenten zijn toegekend, voor elk mogelijk idee. Het is zo goed als onmogelijk om géén patenten te overtreden.

Met andere woorden, programmeurs kunnen geen kant op.

Stallman: Inderdaad. Elk softwareprogramma is een combinatie van bouwstenen, net zoals muziek. Verschillende van die bouwstenen zijn al eerder gebruikt, maar dat betekent nog niet dat je ideeën steelt. Gebruikers verwachten net dat een nieuw programma oude elementen bevat, want ze hebben geen zin om elke maand een nieuwe computercursus te volgen. De softwarepakketten die vandaag worden uitgebracht, zijn ontwikkeld in de schoot van de multinationals, die belangrijke patenten bezitten.

Maar wat als die multinationals elementen willen integreren die in de patentportfolio van de concurrent zitten?

Stallman: Licenties. De grote spelers op de markt licenseren elementen van programma’s aan elkaar, in ruil voor andere licenties. Het gebeurt zelden dat een multinational in het verweer gaat tegen een andere multinational. Ze gaan liever achter de kleine vissen aan. Ze kunnen mogelijke concurrenten al op voorhand uitschakelen, want ze zijn niet verplicht om licenties te verlenen. Met andere woorden, ze beslissen zelf wie ze toelaten als concurrent.

Bestaan er manieren om aan een patent te ontsnappen?

Stallman: Verschillende, maar ze hebben weinig kans op slagen. Je kunt proberen een boog te maken om een gepatenteerde ontwikkeling, maar vaak is er maar één weg om een bepaald doel te bereiken. Neem bijvoorbeeld het gif-formaat: dat is opgebouwd uit een gepatenteerd compressie-algoritme en niemand is er totnogtoe in geslaagd om een gif-formaat te ontwikkelen via andere algoritmen. Dan kun je nog altijd proberen om andere formaten te ontwikkelen, maar daar schiet je niets mee op, want die worden niet aanvaard door de softwareprogramma’s die gif-files lezen. Gif is een standaard geworden, haast geen enkel programma voorziet in de integratie van een ander formaat. Bijkomend probleem: vaak is het onduidelijk hoe ver een patent reikt. Je neemt dus altijd een risico. Als de patenthouder met een rechtszaak dreigt, kun je onmogelijk inschatten hoe sterk je staat. De kans is trouwens groot dat je snel moet plooien omdat je de kosten van een rechtszaak niet kunt dragen.

Zijn multinationals als Microsoft en IBM dan de duivel?

Stallman: IBM heeft veel softwarepatenten, maar ook veel niet-softwarepatenten. Ik verzet me tegen de eerste reeks, maar ik volg de logica achter de tweede reeks. De ontwikkeling van hardware valt niet te vergelijken met software. Wie hardware bouwt, kampt met de perversiteiten van fysieke materie. Er gaat van alles mis, zelfs wanneer je een eenvoudig instrument aan de praat wilt krijgen. Ik zeg niet dat softwareontwikkelaars slimmer zijn, alleen worden ze niet geconfronteerd met de onberekenbaarheid van fysieke materie. Ze werken met mathematische bouwstenen. Ik pleit voor het behoud van softwarepatenten met hardware-implementaties, maar voor het afschaffen van patenten op pure software-implementaties.

Zou Microsoft kunnen voortbestaan in een wereld zoals u die nu voorstelt?

Stallman: Ik hoop het niet. ( lacht) Maar opnieuw: dat is bijzaak. Je kunt de ontwikkeling van software niet ten dienste stellen van de groei van een of twee bedrijven. Laten we zeggen dat ik het als een pluspunt zou beschouwen als Microsoft een stuk van zijn macht zou verliezen. Het is beter dat de markt wordt gevuld met veel kleine bedrijven in plaats van met één gigant. Het gebrek aan concurrentie speelt zeker niet in het voordeel van de consument. Dat geldt in alle sectoren.

Vindt u dat er veel misbruik wordt gemaakt van de bescherming tegen diefstal van intellectueel eigendom?

Stallman: Patenten hebben tot doel vooruitgang te bevorderen. Zo staat het uitdrukkelijk in de Amerikaanse wet. In de softwarebusiness gebeurt echter het omgekeerde, de vooruitgang wordt vertraagd. Erger nog, rond patentenkwesties is een vreselijke bureaucratie gegroeid die de onafhankelijke programmeurs de nek omwringt. Het bureau dat moet beslissen over de toekenning van patenten, is zwaar onderbemand. Niemand die daarover klaagt, want noch de overheid noch de grote bedrijven hebben er belang bij dat het bureau goed werk levert. En ook de advocatuur is gelukkig, want hoe meer twistgevallen, hoe meer werk. Het patentenbureau kan onmogelijk goed onderbouwde beslissingen nemen over zulke gecompliceerde kwesties. Zijn incompetentie is trouwens al voldoende bewezen, want meermaals heeft het patenten toegekend voor oude ideeën. Gemiddeld besteedt het bureau 17 uur aan een aanvraag, dat is absurd weinig. De goede krachten worden bovendien weggekocht door de bedrijven.

Amazon bemachtigde onlangs nog enkele patenten die een heel breed domein in de on-linedienstverlening bedekken. De plaag breidt zich uit?

Stallman: Inderdaad. En je begaat een ernstige vergissing als je denkt dat het patentenbureau zich laat leiden door gezond verstand. Die lui stellen zich niet de vraag of een patent meer schaadt dan baat. Ze redeneren gewoon: deze aanvraag strookt met onze normen, dus kan ze worden gevalideerd. De Verenigde Staten hebben een patent toegekend aan British Telecom voor de combinatie van twee principes: een telefoon waarmee je een verbinding maakt met een computersysteem, en het gebruik van hyperlinks. Geen van beide zaken zijn nieuw, maar de combinatie was nog niet gepatenteerd, dus het kon nog. Iemand met een beetje gezond verstand weet dat goede ideeën sowieso zullen worden gecombineerd met andere goede ideeën en dat het dom is om dat tegen te houden. Gezond verstand blijkt echter totaal irrelevant bij de behandeling van softwarepatenten.

Het GNU Project, waarvan u de geestelijke vader bent, beroept zich op principes als samenwerking en uitwisseling van kennis. Principes uit de begindagen van de digitale revolutie?

Stallman: Het eerste softwarepatent dateert van 1982. Voordien heerste er helemaal niet zo’n beschermingsdrang onder ontwikkelaars. De ellende begon toen iemand last kreeg van zijn ego en vond dat hem meer macht en geld toekwamen. De jongste tien jaar loopt het echt uit de hand. Tot 1990 had niemand door dat er zoiets bestond als softwarepatenten.

Wie de macht van de economie ter discussie stelt, werd vroeger afgeschilderd als een communist. U ook?

Stallman: Dat gebeurt nog steeds. Het is dan ook eenvoudiger om het communisme aan te vechten dan onze échte principes. Het communisme wordt gebruikt als rode lap, om de aandacht af te leiden. Mijn ideeën zijn veel sterker geïnspireerd door de principes van de Amerikaanse revolutie dan door die van de Russische revolutie. Ik geloof in de vrijheid van iedereen om te doen wat hij wil doen en in de vrijheid om zich te ontplooien in een context van vrijwillige samenwerking. Zo’n samenleving biedt voldoende plaats voor economische ontwikkeling, zolang ze niet ingaat tegen de principes van het algemeen belang. Diegenen die mij beschuldigen van communisme pleiten zelf voor maatregelen die aansluiten bij het communisme. Zoals de oprichting van een politiestaat. En het gebruik van propaganda tegen organisaties die hun methodes in twijfel trekken.

Wat bedoelt u precies?

Stallman: Kopieën maken van muziek of software werd tien jaar geleden niet gezien als een misdaad. Nu riskeer je jaren gevangenisstraf. Kopieerbestrijders doen een beroep op informanten, helemaal in de stijl van communistische regimes. Men spreekt van collectieve verantwoordelijkheid, maar men bedoelt eigenlijk: als jij een misdaad van een ander niet rapporteert, stoppen we jou in de gevangenis. Een voorbeeld: internetproviders worden verantwoordelijk gesteld voor illegale activiteiten van hun klanten op het internet. Communisme, opnieuw. Ik vind het trouwens frappant dat er tegenwoordig gesproken wordt over ‘softwarepiraten’. Die woordkeuze is heel bewust. Onze kinderen worden bang gemaakt als ze iets willen delen met hun vriendjes. Zoiets staat namelijk gelijk aan een schip beschieten en de bemanning vermoorden. Nou, daar moeten we maar eens goed over nadenken.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content