Marnix Verplancke

Doralice is een jonge burgervrouw die haar bejaarde generaal van een echtgenoot ingeruild heeft voor kunstschilder Hans. Samen zijn ze naar de Noord-Duitse kust gevlucht, waar ze langs de vloedlijn wandelen en het harmonieus bij de natuur aansluitende leven van de vissers aanschouwen. Wanneer de adellijke familie Buttlèr – oude kennissen van Doralice – tijdens de zomer het kustplaatsje bezoekt, komt daar natuurlijk heibel van. De ontrouwe vrouw heeft immers “een kindergezicht met een merkwaardig noodlottige mond”, zoals de toekomstige schoonzoon van baron Buttlèr het uitdrukt, en in een emotioneel bekrompen milieu dat het gezin en het grondbezit de fundamenten van de staat noemt, kan zo’n uiterlijk tot pijnlijke uitbarstingen leiden.

Het is een gegeven dat zo uit een belle époque-roman zou kunnen komen, en dat doet het ook. Branding is een in 1911 verschenen en nu voor het eerst vertaald boek van de hand van Eduard von Keyserling, zelf een adellijke verschoppeling die zich tijdens zijn leven nergens echt thuis zou voelen en daardoor de wereld trefzeker kon beschrijven, dwars door alle culturele schijn heen.

Al na een paar dagen blijkt schoonzoon Hilmar zo onder de indruk van die noodlottige mond gekomen te zijn, dat hij zijn verloofde als een blok aan het been begint te ervaren en haar zo gauw mogelijk wil dumpen. Gebondenheid en vrijheid zijn trouwens een belangrijk thema in dit boek: de van jaloezie stikkende Hans, prediker van de vrije liefde, verbijt zijn gevoelens en stelt zo zijn Doralice fel teleur. Haar van rollenspellen stijf staande afkomst veronderstelt immers een man die opkomt voor zijn vrouw en niet iemand die nieuwerwetse ideeën spuit zonder ze te kunnen huldigen.

Het grote personage van de roman is echter de zee. Als het onbeheersbare noodlot bepaalt zij wat er gebeurt. Niet alleen weerspiegelt zij de gedachten en gevoelens van de personages, zij stelt hen ook in staat het persoonlijke te neutraliseren – type “de zee is vol zorgen vandaag”. De natuur overheerst hier zo sterk de cultuur dat Doralice die zee uiteindelijk niet meer zal kunnen verlaten. “We wachten rustig af tot de zee ons loslaat”, besluit de bejaarde secretaris Knospelius die de murw geslagen vrouw als een hapklare brok in de schoot geworpen krijgt.

Eduard von Keyserling, “Branding”, Aspekt, Soesterberg, 128 blz., 595 fr.

Marnix Verplancke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content