?Woud? van Anne Teresa De Keersmaeker.
De titel ?Woud? valt meteen met de deur in huis : in de nieuwe dansproductie van Anne Teresa De Keersmaeker, en haar in De Munt residerend gezelschap Rosas, spelen bomen en bos een niet onbelangrijke rol. Een bekend cliché uit de romantiek en een romantisch thema zonder meer, waarbij de choreografe de platgetreden bospaden best weet te vermijden. De in een bos opgenomen filmbeelden bij het begin en het einde van de voorstelling, bijvoorbeeld, spiegelen zich aan de rij grote berkenstammen die het bühnebeeld bepalen. Heel even gebeurt het zelfs dat de filmbomen uit het afgelijnde projectiekader van de achterwand breken, in een spiraalbeweging over het hele podium uitzwermen en tegen de bühnebomen schurken. Een moment lang valt dan de filmische fictie samen met de podiumrealiteit.
Behalve die letterlijke beeldsuggestie, krijgt het woud gaandeweg in het stuk ook een figuurlijke en meer metaforische betekenis. In de choreografie trekt De Keersmaeker, zoals ze dat ook in ander recent werk doet, een verraderlijk kreupelhout op van man-vrouw-verhoudingen. Een complexe jungle van aantrekken en afstoten waarin een contradictio in terminis als afstandelijke toenadering of omgekeerd onderkoelde heftigheid niet misstaat.
Het beeld van het woud komt niet zomaar uit de lucht vallen. Eind 1995 tekende De Keersmaeker voor het tweede deel van de Munt-productie ?Erwartung/Verklärte Nacht?, een tweedelig Schönberg-programma. In ?Erwartung? (1909), het eerste deel en een expressionistisch ?Monodram? voor één stem en orkest, kiest Schönberg de ruimtelijke locus van het nachtelijke bos om een vrouw met haar eigen twijfels en ontreddering te confronteren. Die monologue intérieur, in de Munt geënsceneerd door Klaus Michael Grüber, waaierde in De Keersmaekers benadering van ?Verklärte Nacht? in verschillende richtingen uit elkaar. Het laat-romantische strijksextet, dat de jonge Schönberg op het einde van de vorige eeuw schreef, werd door lyrische lichamen, individuen en paren in een ruimtelijke taal herschreven. En in de lichtjes boven de grond uit zwevende boomstammen gekerfd. Het donkere bos was een parade van losstaande bomen geworden.
HET KINDJE TIPPEKE
De Keersmaekers kijk op ?Verklärte Nacht? werd later de kiem, maar ook de kern van een avondvullende productie die midden januari in première ging : ?Woud?. Ze bestaat uit verschillende gedanste delen, naar goede gewoonte met live uitgevoerde muziek, en wordt voorafgegaan door een korte film. Voor de muziek en de realisatie ervan deed De Keersmaeker beroep op een artistieke vriend van het eerste uur : Thierry De Mey. In de intrigerende, dromerige film zwerft De Keersmaeker zelf al dansend en vertellend als een klein meisje door een bos. Volledig in zichzelf gekeerd, vaak rond haar as wentelend, schichtig en nerveus. Het kinderverhaaltje dat de choreografe vertelt, heeft een typische schakelstructuur : het kindje Tippeke wil niet naar huis of het moet gedragen worden, en van het ene komt het andere.
De keten die zo ontstaat, lijkt ook de structuur van de hele voorstelling te bepalen. Elk deel van de voorstelling vloeit geleidelijk over in het andere, stippelt een andere weg uit maar herneemt toch visuele, choreografische of muzikale motieven uit de vorige delen. Dat blijkt onder andere uit de filmbeelden in de proloog. Choreografische lijnen uit de film worden soms gelijktijdig overgenomen in een solo of een duo op het podium, dan verder uitgewerkt, van een contrapunctisch antwoord voorzien of ten slotte gewoon afgebroken. Choreografische echo’s uit de vorige delen van de voorstelling weerklinken ook in de volgende. In de groepsbewegingen duo’s of solo’s op ?Lyrische Suite? van Alban Berg, ?Verklärte Nacht? en een ?Wesendonck Lied? van Wagner die daarop volgen versnijdt De Keersmaeker die weerkerende echo’s met de rijke bewegingstaal (van expressionistisch abstract tot licht klassiek) die ze over de jaren heen heeft aangeboord.
Met de uitgekiende beheersing van dat choreografische patchwork verbaasde ze de voorbije jaren keer op keer. Een andere sterke kant van haar, de dialoog tussen muziek en choreografie, verricht opnieuw wonderen in ?Woud?. De verschillende muziekcomposities worden dit keer live uitgevoerd door het Engelse Duke Quartet. Net zoals in vorig werk wint de confrontatie-van-het-moment tussen klank en lichaam daar alleen maar bij, wat in ?Woud? tot prachtige symmetrische en asymmetrische verbanden leidt.
?Woud? is dus geen echt nieuwe of verrassende wending in het oeuvre van De Keersmaeker. Ook al is het geen opvallend buitenbeentje, de nieuwe productie van de Munt-choreografe blijft een ingenieuze en complexe symbiose tussen dans, muziek en beelden zoals we die van haar kennen. Een adembenemend hoogstandje.
Paul Verduyckt
Tot en met 8/2 in Antwerpen (deSingel), van 28 t/m 30/3 in Gent (Vlaamse Opera) en op 24/5 in Luik (Théâtre de la Place).
Woud : een ingenieuze symbiose tussen dans, muziek en beelden.