Is de oorlog tegen Saddam Hoessein iets voor de herfst of voor de winter? De weddenschappen zijn geopend.

Nog steeds wordt de in 1999 overleden koning Hoessein van Jordanië voor verrader van het Westen en de mensheid uitgescholden, omdat hij ten tijde van de Golfoorlog in 1990 de verkeerde kant zou hebben gekozen, die van Saddam Hoessein. Of toch op zijn minst geaarzeld zou hebben alvorens de kant van de Amerikanen te kiezen. En zich tegen de oorlog had uitgesproken. Afgezien van de eerste beschuldiging – onwaar maar plausibel omdat de Hasjemitische koninklijke familie nog in 1958 over Jordanië én Irak regeerde en aanspraken maakte op Koeweit – zou dit aarzelen, deze tegenzin om ten oorlog te trekken tegen een machtiger, rijker en meedogenlozer buurland, precies zijn wat een goede koning hóórt te doen. Maar nu wordt het pleidooi van zijn zoon, Abdallah II, tegen de door de VS geplande oorlog tegen Irak, met de verwijzing naar Hoesseins aarzelen ongeloofwaardig gemaakt.

Koning Abdallah was naar Moskou gegaan en had aan zijn eerste minister de zorg gelaten de wereld duidelijk te maken dat Jordanië in geen geval als springplank voor Amerikaanse militairen zou dienen ingeval de VS een oorlog zou beginnen tegen Irak. Hij was nog niet terug of The New York Times berichtte dat Irak zou kunnen worden aangevallen door een kwart miljoen soldaten, vanuit drie kanten, waaronder Jordanië.

Dus ging koning Abdallah ook naar Washington, pleiten bij president George W. Bush om geen oorlog tegen Irak te beginnen, geen nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Om eerst de lopende oorlog, tussen Israël en de Palestijnen, te doven alvorens een nieuwe te beginnen. Want als hij dat toch deed, president Bush, dan zou de ellende in de regio niet te overzien zijn. Dat was de boodschap van koning Abdallah, vertrouwd met militaire aangelegenheden. Maar wellicht omdat de Egyptische president Hosni Moebarak én de Saudische kroonprins Abdullah én de Turkse generaals – allemaal trouwe bondgenoten van de VS – al een tijd hetzelfde zeggen, viel die boodschap in dovemansoren. ‘Ik ben niet van mening veranderd’, zei Bush na het bezoek.

De oorlog tegen Irak, of eigenlijk tegen de Iraakse dictator Saddam Hoessein, is nu al zo vaak aangekondigd dat menigeen in de noodzaak ervan is gaan geloven. ‘Het is niet de vraag óf, maar wel wannéér de oorlog zal beginnen’, is een vaak gehoorde frase, niet alleen in de VS. George Bush sr. had in 1991 al laten weten dat de oorlog niet meer om Koeweit ging, maar om de verwijdering van Saddam Hoessein – en dat gold ook voor de sancties tegen Irak. De haviken die Bush jr. bespelen, laten geen gelegenheid voorbijgaan om dat te benadrukken. Maar nu gaat het niet meer om Saddam alleen: nu moet er een ‘regimewijziging’ komen in Irak. Het enige dat men echt vreest, is dat de diabolische Saddam zélf obstakels zou opwerpen voor een oorlog waartoe al beslist is. Stel dat hij de veelbesproken VN-inspecties in Irak zou toelaten: dát zou pas een echte strop zijn.

tijd winnen

Het ‘wanneer’ van de oorlog blijft momenteel de hamvraag: wordt het een oktoberoorlog, of zal men wachten tot november of zelfs begin volgend jaar? Waarnemers tellen de Amerikaanse troepen in de buurt van Irak (ze komen op ongeveer 50.000), en berekenen voor wat soort actie dat zou volstaan. Zogenaamde experts voorspellen dat de strategie van Saddam Hoessein erin zal bestaan proberen tijd te winnen, de oorlog voor onbeperkte tijd voor zich uit te schuiven. Ongeveer zoals een kind dat niet naar bed wil, maar er uiteindelijk toch in moet.

Europa – tegen de oorlog, zij het om uiteenlopende redenen, zelfs het Verenigd Koninkrijk begint voorwaarden te stellen inzake Israël en Palestina eer het met troepen wil meedoen – sputtert weliswaar tegen, maar blijkt hoe langer hoe minder bereid om iets te ondernemen tégen het plan van de grote broer in Washington. Zelfs de meest doorgewinterde tegenstanders van de oorlog beginnen zich af te vragen of Saddam Hoessein met zijn sinistere achterbuurtdictatuur al dat debatteren wel waard is: de man is nog maar 65, hij kan nog jaren meegaan, misschien is het wel beter er een eind aan te maken dan te wachten op een ‘natuurlijke doodsoorzaak’. (In Irak hoort moord bij die categorie.) Zodat uiteindelijk, en misschien paradoxaal, de ware tegenkanting in de VS zelf begint te ontstaan.

Toen op 5 juli een zogenaamd ‘lek’ een supergeheim dossier bij The New York Times bezorgde, het CentCom Course for Action, waarin de plannen voor een grote invasie van Irak uitgetekend stonden, leek het even of de kogel door de kerk was. In dat document stond een massale invasie uitgewerkt, met lucht-, land- en zeestrijdkrachten vanuit drie richtingen, Koeweit, Jordanië en Turkije, waar 250.000 Amerikaanse soldaten en marines aan te pas zouden komen. Luchtmachtbasissen en vliegvelden in acht landen, onder andere in Qatar en Turkije, zouden worden gebruikt om raids te lanceren op duizenden doelwitten in Irak. De landaanval zou grotendeels uit Koeweit komen. Speciale eenheden en CIA-agenten zouden intussen de productie- en opslagplaatsen van de gevreesde chemische en biologische wapens voor hun rekening nemen.

Het plan werd vrij ernstig genomen, omdat alles erop wees dat het authentiek was (opgesteld door de planners bij US Central Command – CentCom – in Tampa, Florida, en overeenkomend met vroeger gemaakte schattingen van de benodigdheden voor een nieuwe versie van de Golfoorlog van 1991), én omdat generaal in ruste Wayne Downing, de speciale adviseur van Bush inzake contraterrorisme, diezelfde week ontslag nam. Hij was bezig geweest met het plannen van een ander soort oorlog – met Iraakse acteurs – van het ‘Afghanistan-type’.

Toch rees direct de vraag waarom het plan, als het zo geheim en zo precies was, eigenlijk gelekt was. Kon het zijn dat de generale staf er zelf niet achter stond, en beslist had het allemaal maar openbaar te maken om zo een debat te forceren? Zo’n debat was alvast wel het resultaat. Van alle kanten kwamen de reacties, overal deed men ‘demarches’ (zie koning Abdallah), wat de verwarring alleen deed toenemen.

De Senaat besloot, vorige week, hoorzittingen te houden om er zelf wijs uit te geraken. Tekenend voor de atmosfeer was dat, hoewel op die hearings geen uitgesproken tegenstanders van de oorlog waren uitgenodigd, het resultaat toch bedenkelijk tot negatief voor de oorlog uitviel. De senatoren hadden méér willen weten over de geplande oorlog en zijn tijdstip, en vonden dat de regering het Amerikaanse volk – en de Senaat – niet genoeg had voorgelicht of om zijn instemming gevraagd alvorens deze onderneming te beginnen.

De twee gerespecteerde senatoren die de toon aangeven in het ‘Foreign Relations Committee’ van de Senaat, voorzitter Joseph Biden, een Democraat, en zijn tegenhanger de Republikein Richard Lugar, constateerden dat er te weinig bewijs was voor een concrete bedreiging vanuit Irak – met nucleaire of biologische wapens – en te weinig aanduidingen voor wat er eventueel na het neerhalen van Saddam Hoessein in diens plaats zou komen. Ook in Afghanistan was, na het verwijderen van de Taliban, de zaak nog niet behoorlijk geregeld. Biden: ‘Wij kunnen het ons in Irak niet veroorloven een despoot te vervangen door chaos. Het lankmoedige Iraakse volk moet weten dat de verandering van regime in zijn voordeel zou zijn.’

De president moet dus, wellicht na de zomer, maar terugkomen en de zaak ordentelijk voorleggen aan het Amerikaanse volk en zijn verkozenen. Het kan een belangrijk signaal zijn, maar het garandeert niets. Over het tijdstip van de aanval zei senator Biden dat die niet gepland is voor november, en hoe dan ook onwaarschijnlijk is in de loop van dit jaar.

WAAIER VAN MOGELIJKHEDEN

Maar intussen zijn al minimaal vijf opties opgedoken voor de afrekening met Saddam Hoessein. De boven beschreven ”Golfoorlog’ lijkt al niet meer de meest waarschijnlijke, omdat hij een te langdurige voorbereiding en opbouw van strijdkrachten ter plekke vraagt. Bovendien zou dit volgens sommigen juist het gevaar oproepen dat men wil bezweren: dat Saddam met een paar honderdduizend Amerikaanse militairen voor zijn deur, beslist dáár dan maar zijn biologische of chemische wapens op los te laten. Zelf hoeft hij van de VS toch niets goeds meer te verwachten. Of dat hij een non-conventionele aanval op Israël lanceert, in een poging om de hele regio in een algemene oorlog te betrekken.

De leukste oplossing zou natuurlijk de staatsgreep zijn. Maar dat is al een paar keer geprobeerd, en zelfs CIA-directeur George Tenet zou er niet meer in geloven. De oorlog volgens het Afghaanse model, waar generaal Downing mee bezig was, wordt nog voort voorbereid, maar met steeds minder animo. De Iraakse interne oppositie is al in drie verdeeld, in Koerden, soennieten en sjiieten, en die zijn het dan onderling nog eens oneens. Men belegt met hen wel vergaderingen, zoals in Londen, maar dan blijkt eigenlijk dat de soennieten niet veel voorstellen, en dat de Koerden en de sjiieten, die elk al een paar keren door Washington tot de opstand zijn opgeroepen en dan prompt in de steek gelaten, het met elkaar eigenlijk maar over één ding eens zijn: dat ze de VS niet vertrouwen. En overigens is de Iraakse 100.000 man sterke Republikeinse Garde een ander soort tegenstander dan de Taliban waren.

Een vierde mogelijkheid is een verrassingsaanval op Bagdad, met weinig meer dan de troepen die al in de regio liggen en met de middelen die al een tijd heimelijk ter plekke aangevoerd worden, en rekenen op een revolte in de steden van het zuiden en een grootscheepse muiterij in het leger. Maar ook dát geeft Saddam weer de mogelijkheid om met zijn gevreesde wapens te spelen. Een nieuw scenario lijkt dat van de ‘aanval binnenste buiten’: Bagdad en de andere hoofdkwartieren onverwacht en massaal aanvallen, zodat de Iraakse strijdkrachten onthoofd worden en nauwelijks kunnen terugslaan met biologische of chemische wapens.

Al deze scenario’s hebben met elkaar gemeen dat ze wel iets over de oorlog zeggen, maar niets over wat daarna met Irak moet gebeuren. Er is geen duidelijke opvolger voor Saddam en in Iraks buurlanden is de zorg algemeen dat, als de dictator door chaos vervangen wordt, Irak een drievoudige burgeroorlog ingaat, tussen de noordelijke Koerden, de zuidelijke sjiieten, en de centrale soennieten. Zo’n burgeroorlog zou Irak in drie of meer stukken splijten. Dan zou er een Koerdische staat ontstaan in het noorden, met attractie naar Iran en Turkije, die dan wel zullen willen ingrijpen. En dan is het einde zoek.

Dat Bush en zijn ‘strategen’ de vloer aanvegen met die expertise uit de regio verhoogt natuurlijk de argwaan tegenover elke Amerikaanse strategie in de Arabische wereld. De geruchten die daarbij in de VS opborrelen – bijvoorbeeld dat een ‘preventieve’ aanval op de met Russische hulp in aanbouw zijnde kerncentrale van Bushehr in Iran een logisch verlengstuk van de Iraakse operatie zou zijn -, dragen ook niet bij tot de gemoedsrust.

Want er is ook nog de achtergrond van het Israëlisch-Palestijnse conflict. In 1990-’91 wist de VS een grote Arabische coalitie tegen Irak te organiseren. Saddam werd toen immers als een echte bedreiging gezien. Maar inmiddels heeft Saddam Hoessein de goede nabuurschap met zijn buren hersteld. Zelfs in Koeweit juicht men nu geen raids op Irak meer toe. En in heel de Arabische wereld én in Iran is de woede van de mensen op straat – over Palestina en wat daar met Amerikaanse zegen gebeurt – nu veel groter dan destijds. Saddam is nooit écht voor de Palestijnen opgekomen, maar als hij nu wordt aangevallen, met weer eens duizenden Iraakse doden, omdat hij beslissingen van de VN-Veiligheidsraad niet opvolgt, terwijl Israël daar door Bush zélf in aangemoedigd wordt, dan hoeven de gewone Arabieren, hoezeer ze ook zuchten onder hun eigen dictatuur (die dikwijls dan ook nog eens door Washington overeind gehouden wordt) niet méér te weten.

Weigert Saddam inspecteurs van de VN in Irak toe te laten? Het is genoegzaam bekend dat de VS al lang geen inspecteurs meer wil sturen: dat zou de gewenste oorlog maar in de weg staan. Vorige week deed Irak nog een voorstel – naar verluidt zeer slim – om er eens over te praten. Zondag was dat door de VN al geweigerd.

Daarom weet koning Abdallah van Jordanië: als ooit, zelfs tegen zijn wil in, VS-troepen vanop Jordaans grondgebied Irak binnenvallen, heeft hij er belang bij met zijn familie ergens anders te zijn. En terwijl het opbieden en het wapengekletter voortgaan rond zijn sinistere troon, kan Saddam Hoessein alleen maar groeien. Met elke bom die in Palestina ontploft, elk huis dat afgebroken wordt in Gaza of Nabloes, met elke terreuractie in Israël of tegen de kolonisten in de bezette gebieden, groeit Saddam. Daar hoeft hij zelf niets voor te doen. Dat doen de Amerikanen en de Israëli’s voor hem.

Jane’s, het in wapengekletter gespecialiseerde blad, voorziet de oorlog voor december, met massieve luchtaanvallen, gevolgd door speciale eenheden en lokale opstanden.

Sus van Elzen

Paradoxaal begint de tegenkanting tegen een oorlog in de VS zelf te ontstaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content