Mel Gibson in een hondsbrutale B-film die met ongemene felheid voorbijsnelt.

Verrassingen zijn de wereld niet uit. Er waren liefst drie goede redenen om van “Payback” het ergste te verwachten: het gaat om de nieuwste actiefilm met Mel Gibson; het is een remake van “Point Blank”, een van de grote misdaadfilms uit de jaren zestig; debuterend regisseur Brian Helgeland kreeg het aan de stok met zijn steracteur – de film werd hem uit handen genomen. Toen Gibson – via zijn maatschappij Icon ook de producer – een eerste montage zag, was hij naar verluidt misnoegd omdat hij niet heroïsch genoeg uit de hoek kwam. Helgeland (die voor Gibson “Conspiracy Theory” en een eerste versie van “LethalWeapon 4” had geschreven) weigerde er iets aan te veranderen; Gibson haalde er een nieuwe scenarist en regisseur bij om omgeveer dertig procent van de film opnieuw te draaien, ingrepen die vooral betrekking hebben op het derde bedrijf.

Maar wat blijkt? “Payback” is een prima film, een nijdige misdaadthriller, verteld met het bijtend plezier en de meeslepende energie van een kordate B-film uit de jaren vijftig – een verademing in het huidige Hollywood van de nodeloos opgeblazen actiethriller, een genre waar Gibson trouwens aardig zijn steentje heeft toe bijgedragen.

“Payback” is gebaseerd op de roman “The Hunter” van Richard Stark, pseudoniem van Donald E. Westlake, de nu wat veronachtzaamde auteur van bijna zestig romans. In het Nederlands wordt hij kennelijk niet (meer) vertaald: geen van beide schrijversnamen figureert bijvoorbeeld in de jaarlijkse Detective & Thriller gids van Vrij Nederland.

Westlake schrijft noch detectives, noch policiers, noch – godbetert – legal thrillers. Gezaghebbende figuren interesseren hem niet. “Die kunnen zich wel redden zonder mij”, zei hij laconiek in een gesprek in Time.

Westlake is alleen geïnteresseerd in boeven. De bekendste is geen grote boosdoener maar een klungelende inbreker, Dortmunder. Een van zijn avonturen werd in 1972 vaardig verfilmd door Peter Yates: “The Hot Rock”, een clevere komedie met Robert Redford over een diamantroof in het Brooklyn Museum.

Voor zijn romans over de donkere kanten van het leven, verschuilt Westlake zich achter het pseudoniem Richard Stark. In het begin van zijn carrière, een goede vijfendertig jaar geleden, introduceerde hij in een manuscript de gewapende overvaller Parker, een gemene bastaard die whisky zuipt, rookt als een schoorsteen en zowel mannen als vrouwen een pets om de oren geeft. Tot hij in 1974 door schrijverskramp werd geveld, tekende Stark zestien ultra-gewelddadige en antisociale Parker-avonturen. Dan liet hij niets meer van zich horen, maar in 1997 was hij plotseling terug met “Comeback”. Dit keer probeert de held een slonzige televisiepredikant te pluimen, die dankzij z’n vrome slachtoffers vuilniszakken vol geld heeft.

KLASSIEK EN BESCHEIDEN

De eerste Parker-roman, “The Hunter”, werd in 1967 verfilmd door John Boorman onder de titel “Point Blank”, met Lee Marvin en Angie Dickinson (zie kader). Minder bekend is dat die roman al in 1973 dunnetjes werd overgedaan als “The Outfit”, geschreven en geregisseerd door John Flynn, met Robert Duvall en Robert Ryan in de hoofdrollen.

Brian Helgeland (37) heeft gelukkig geen nieuwe versie van “Point Blank” willen maken (wat trouwens toch een onbegonnen taak zou zijn). Hoewel het verhalend stramien van beide films hetzelfde is, zijn ze inzake toon en vooral stijl totaal verschillend. Zo nadrukkelijk stilistisch, modernistisch en experimenteel als “Point Blank” was, zo klassiek, bescheiden en onopvallend geregisseerd is “Payback”. Nooit eist de vormgeving enige aandacht op. We worden meegesleept door het krachtige verhaal dat met een ongemene felheid wordt verteld. Anders dan de meeste Hollywoodfilms wordt de rauwheid niet afgeslepen maar consequent volgehouden. De ondertoon is bitter en kwaad, zeer ongewoon als we de recente productie van Mel Gibson bekijken, maar minder verwonderlijk als we terugkeren naar de origines van de Australische acteur: de apocalyptische “Mad Max”-cyclus.

Helgelands affiniteit voor het “film noir”-genre bleek al uit zijn briljant scenario voor “L.A.Confidential”, naar James Ellroy. Zoals zoveel “noir” is ook “Payback” het verhaal van een man met een obsessie. De protagonist, Porter (in plaats van Parker), pleegt samen met zijn kompaan Val Resnick een brutale hold-up. Alles loopt gesmeerd tot het verdelen van de buit in de ondergrondse garage. Porter wordt erin geluisd, bedrogen door zijn maat en zijn vrouw. Hij wordt overhoop geschoten, overleeft het en gaat op zoek naar zijn geld. “Payback” dankt zijn energie aan de niet te stoppen queeste van de antiheld. Ofschoon Porter en passant ook zijn wraakgevoelens laat spreken, heeft hij maar één doel voor ogen: de 70.000 dollar recupereren die hem toekomen. Zijn vroegere maat werkt nu voor rekening van een misdaadorganisatie, The Outfit, en Parker begint een vrij absurde eenmanskruistocht tegen dit syndicaat.

Zoals de goede oude B-films waar Helgeland naar verwijst, is de toon nihilistisch en fatalistisch. De zwartgalligheid wordt ook getemperd door de zwarte humor. Niet alleen heeft Porters monomane obsessie iets grappigs, er zijn ook een paar ziekelijk grappige scènes rond een SM-meesteres. Die beoefent haar vak met niet aflatend enthousiasme en geraakt nogal eens in de war of ze nu aan het pijnigen is voor de pret of het inderdaad menens is.

Een andere karakteristiek van de B-film die Helgeland overneemt, is dat de held omringd, belaagd of gesecundeerd wordt door een aantal taaie karakters, even scherp getypeerd als gretig vertolkt door karakterspelers van formaat. Gregg Henry is de dubbelhartige Val Resnick, een sadist en lafaard die wanhopig probeert hogerop te geraken in de criminele onderwereld; David Paymer is de Don van een taxi-maffia; Bill Duke is een corrupte politiedetective die liefst vanop afstand toekijkt hoe Porter zijn zaakje regelt; William Devane is Carter, een der hoge omes van de Outfit, die Porters verontwaardiging verkeerd inschat en dit met zijn leven bekoopt; Kris Kristofferson is de topman van de organisatie die in de wreedste scène Porters tenen door de voorhamer laat verbrijzelen.

IN HET DUISTER

Ook de spreekwoordelijke fatale dames doen hun duit in het zakje: Maria Bello is de callgirl uit Porters verleden; Deborah Unger de verraderlijke vrouw die Porter tegelijk liefheeft en haat. Op het oog beantwoorden de twee vrouwen aan de typische “noir”-polarisatie, waarbij vrouwen of deugdzaam of doortrapt zijn, maar geleidelijk krijgen ze toch een sterkere psychologische lading mee.

De film werd gedraaid in Chicago en er is een verwijzing naar het presidentschap van Nixon, maar toch is het niet helemaal duidelijk waar en wanneer de handeling precies speelt. De makers vermijden bekende en herkenbare stadsbeelden, we zien nooit glazen wolkenkrabbers, alleen massieve bouwwerken die van voor de jaren vijftig dateren. De schaarse auto’s die we zien voorbijrijden zijn minstens tien jaar oud, alsof de tijd is blijven stilstaan. De voornaamste decors zijn steegjes, sjofele hotelkamers, sombere kantoren, zuinig verlichte villa’s, interieurs van limousines of parkeergarages. We kunnen ons in om het even welke mistroostige grote Amerikaanse stad bevinden.

De topografische en temporele vaagheid versterkt nog de claustrofobische kracht van de film, die zich ook best in de geest van de uit de dood ontwaakte protagonist zou kunnen afspelen, een man die maar met één doel voor ogen door de intrige stormt, zich door niets uit zijn lood laat slaan, niet door het leed dat hij veroorzaakt, niet door de martelingen die hij met welhaast masochistisch genoegen incasseert.

In de queeste om zijn poen tast Porter soms letterlijk in de duisternis: de beelden zitten vol donkere schaduwen, hebben een grove korrel, uit de kleurenfotografie werd precies zoveel mogelijk kleur geweerd. Soberheid is troef, met af en toe een goed gedoseerd effect dat boekdelen spreekt: wanneer Porter verraden wordt, kantelt de camera, suggererend dat zijn wereld aan het wankelen gaat. Vaak staat de camera laag. Zoals het hoort voor personages die aan de grond zitten of in de goot leven.

“Payback” vanaf 17 februari in de bioscoop.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content