Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Noritoshi Hirakawa absorbeert de obsessies van Pieter Bruegel en riskeert zijn hachje.

HET VERLANGEN om hem persoonlijk te ontmoeten, was niet gewekt door het bekijken van het handvol kleine en verspreid opgehangen foto’s op de flexibele megasex-tentoonstelling ?Feminin/Masculin? in het Centre Pompidou, afgelopen winter in Parijs.

Van de vier beelden was er mij toen zelfs maar één opgevallen. Het toonde een Japanse vrouw naast een pissoir in een herentoilet op de openbare weg. Ze zat met gespreide benen op een laag krukje en keek ernstig in de lens. De boodschap leek me te duidelijk, en te goedkoop eigenlijk : geef vrouwen hun eigen inrichtingen wanneer ze op straat een dringende behoefte voelen.

De zin om Noritoshi Hirakawa (35) ooit te vragen zijn verhaal eens uit de doeken te doen, kwam met een avondlijke taxirit langs de brede Rhône in Lyon tijdens de jongste Biënnale. Jan Hoet, die niet lang tevoren in Tokio de groepstentoonstelling ?Ripple Across The Water? gemaakt had, vertelde in het strop geraakte verkeer over het recente wedervaren van één van de Japanse kunstenaars die aan zijn tentoonstelling meegedaan had. Bij de voorbereiding van een nieuw werk in New York, waar hij een huis heeft, was Noritoshi kort en klein geslagen door een gabber van de vrouw die ingegaan was op het verzoek van de kunstenaar om met hem te slapen en hun ontmoeting op video vast te leggen. Niet het overrompelende artistieke gehalte had mij dadelijk geboeid, wel de bereidheid van een kunstenaar om zijn hachje te riskeren bij een actie waarvan de mogelijk diepere betekenis mij alsnog ontging.

Nadat Noritoshi Hirakawa’s eerste solo-tentoonstelling in België, in de Antwerpse galerie Zeno X, als gevolg van de opgelopen slagen en verwondingen met een paar maanden uitgesteld was (de kunstenaar had galerist Frank Demaegd een kleurenfoto van zichzelf in kaduuke toestand opgestuurd, voorzien van volgende commentaar : ?Nothing to lose/ except my destiny and will?), was het er in de laatste dagen van april dan toch van gekomen.

Twee dagen voor de opening kwam hij, klein van gestalte en met stralende donkere ogen in een fijn gesneden gezicht, naast me staan terwijl ik de video ?Koto-no-Owari? (1995) bekeek, het werk dat hij voor ?Ripple Across The Water? gemaakt had. Hij legde kort uit dat ik naar een vijf minuten-opname aan het kijken was van het gezicht van een vrouw nèt na de copulatie. Ik herinner mij vooral de zich bij herhaling versmallende oogleden en het beeld vooraf : een plein met grote witte gebouwen, een in de rechterbovenhoek rood oplichtende datum augustus 1945 en de vermelding ?Fifty Years Later?. ?Precies vijftig jaar na de atoombom,? zegt Hirakawa, die zelf in 1960 in Fukuoka geboren werd. Pas volle twee uur later, naar het einde toe van een door taal- en cultuurbarrières wat geaccidenteerd vraaggesprek aan een witte tafel in een lege bovenruimte van de galerie, zou ik erin slagen om een begin van een verband te zien tussen de post-coïtale gezichtsuitdrukking van de vrouw en de atoomaanval op Japan.

PAARD.

Ik denk begrepen te hebben dat Hirakawa de verbeelding van de mensen hopeloos verkalkt vindt, en dat hij er met zijn kunst terug beweging in wil brengen. Daartoe moet hij ieders begaafdheid om dingen in verband te brengen met elkaar, aanwakkeren. Immers, ?mensen hebben het vermogen om eender wat in een metafoor te gieten,? zei hij, ?zoals een mens een hond kan zijn en een hond misschien een koe kan zijn, zo kan een koe een paard zijn en een paard een huis… een huis kan, ik weet het niet, een man zijn, en een man een vrouw.?

Dat is de manier waarop ons denken in elkaar steekt, met behulp van de verbeelding : ?Als je denkt dat de vrouw die daar staat een man is, dan kan het een man zijn. En die stoel wordt dan misschien een vrucht. Het hangt allemaal af van de verbeelding en van de nieuwsgierigheid. Die transformeert alle objecten in andere dingen.?

Hiroshima doen rijmen met het welbevinden na het paren veronderstelt dan het soort mentale krachttoer waardoor een ?catastrofe? in een ?uiterste daad van geluk? getransfereerd wordt. Wellicht raken we hier al Hirakawa’s thema voor zijn Antwerpse tentoonstelling, ?Complex of Pieter Bruegel/He can not see anything he sees.? Ook de oude Vlaamse meester stelde immers de ?Triomf van de Dood? in hetzelfde verband voor als het hele menselijke bedrijf van vechten en haten, liefhebben en copuleren, kortom ?een soort carnaval, een miserabel festival? waarachter de Japanse kunstenaar een cynische houding ontwaart.

Hij lachte telkens toen we licht verbaasd enkele titels van zijn tentoongestelde werken opzegden. ?Pieter’s Desire in Hand? (1996) is een reeks van vijf foto’s waarop een opgericht lid door een vreemde hand beroerd wordt. ?Complex of Pieter Bruegel? is een computerprint waarop onmiskenbaar de absorptie van iemands begeerte door een vrouwelijk onderlijf op suggestieve wijze getoond wordt.

Vast van plan om Noritoshi niet te laten vertrekken zonder zijn wel erg uitgesproken visie op de zestiende-eeuwse Vlaamse meester nader verklaard te hebben, bestookten we hem aan de ronde tafel met een spervuur van vragen en bleven een beetje beduusd achter. De Pieter Bruegel, zoals hij op zijn verbeelding ingewerkt heeft, is de geweldenaar die hel en verschrikking, conflicten en vechtpartijen schilderde in een kolkende beweging vol drama. Hij deed hem denken aan een romanschrijver, zo precies in zijn observaties van de mensen. Maar ook zag hij hem als iemand die naar de macht van de macho-mannelijkheid verlangde (zonder erin te slagen !), en een eerder negatief idee van de vrouw had waarmee hij de maatschappij van zijn tijd reflecteerde.

BACH.

De essentie van Bruegels kunst ligt, aldus Noritoshi, in het conflict tussen fysiologie en ego, waarbij de fysiologie altijd als overwinnaar uit de bus komt. Het mooiste voorbeeld is Bruegels ?Toren van Babel?, de droom van het ego om tot in de hemel te reiken, met de mislukking binnen handbereik. ?De fysiologie vernietigt dat ego altijd,? zei hij.

Laten we werkzaam zijn met onze geest, en het mentale mechanisme dat ons deelgenoot maakt van Bruegels obsessie absorberen. Zo te zien is dit opslorpingsproces een aangelegenheid van de seksualiteit, zij het dat de verbeelding het grote werk moet verrichten.

Z’n eigen meesterversie van het gevecht tussen ego en fysiologie, gaf Noritoshi de vorm van een installatie, getiteld ?Een voorgevoel?. Achterin de galerie vond ik een zitje om gedurende een kwartier te luisteren naar een uittreksel uit ?Das wohltemporierte Klavier? van Johann Sebastian Bach, ongetwijfeld één van de culturele topprestaties van het ego door de eeuwen heen, een glasheldere constructie van het muzikale genie. Ondertussen nam ik kennis van een tekst waarin een stille zondagochtend in de lente opgeroepen wordt. In een zonovergoten kamer speelt een vrouw piano. Een man treedt de kamer binnen en nadert de vrouw zonder dat die er erg in heeft.

Op voorschrift van de kunstenaar probeerde ik me de scène beeldend voor te stellen. Maar Noritoshi gaf mijn verbeelding niet de kans om in actie te komen. Hij liet me opmerken dat ik uit het geleidelijke stokken, haperen, verhevigen en ten slotte bijna stilvallen van de muziek een handtastelijke aanval van de man op de pianospeelster moest afleiden. In plaats van verschrikt of kwaad op te springen, probeert de vrouw tijdens de fysieke raid gewoon tot het bittere eind door te spelen. Dat dit maar ten dele lukt, is voor Noritoshi het bewijs dat onze fysiologische reacties altijd de bovenhand halen. Ik begreep tevens dat hijzelf de rol van de verleider vertolkte bij de opname van deze zwaar geaccidenteerde versie van ?Das Wohltemporierte Klavier?.

Of hij zich met Bruegel inlaat dan wel met Bach, altijd laat hij de simpele dingen van het leven in het territorium van de kunst binnendringen. Al was het maar omdat de mensen het gevoel hebben dat kunst niets meer met hun leven te maken heeft. Daarom klampt Noritoshi Hirakawa overal waar hij komt, op straat, in bars of bookshops mensen aan. Eerst om met hen te praten, later om sommigen onder hen te betrekken bij zijn projecten. In Antwerpen moet het niet veel soeps geweest zijn. Hoe hij zich ook inspande en tot diep in de nacht in de discotheken rondhing, Noritoshi trof er veel minder jeugd aan dan vroeger, en kwam een boel verveelde mensen tegen die naar niets meer nieuwsgierig waren. Bruegel kenden ze amper van naam, laat staan dat ze in zijn kunst hun eigen emoties en conflicten zouden herkend hebben, of bereid zouden gevonden zijn om onder leiding van een Japanse kunstenaar enigerlei Bruegeliaanse obsessies te helpen absorberen.

Aldus liep minstens één van zijn voor Antwerpen geplande kunstwerken twee dagen voor de opening gevaar om onvoltooid te blijven. De ?Garden of Nirvana? bestaat uit twee luchtervormige ronde schijven met haken in plaats van lampen. Daaraan moesten de onderbroekjes van bereidwillige vrouwen worden opgehangen. In Parijs, waar hij op analoge wijze tewerk ging, had het als een fluitje van een cent gelopen hij had er zelfs menstruatiebloed van Franse vrouwen verzameld maar op de valreep kreeg hij ook in de Scheldestad zijn ?Tuin van Nirvana? gereed.

ARBEID.

In een maatschappij waarin de vrouwelijke seksualiteit aanhoudend en overdonderend gemediatiseerd wordt om er geld mee te verdienen, komen de naïeve en letterlijk uit het leven gegrepen beelden van Noritoshi Hirakawa gek genoeg nog altijd over als niet netjes, onbehoorlijk of obsceen. En geven zij ons het onprettige gevoel er als voyeurs bij te lopen. Pas na een tijdje dringen die dingen hun eigen stomme, weerloze schoonheid op. En dan lijkt het alsof een feminiene geest er alle macho-ego uitgezogen heeft. Of ze ook de aanzet zijn om een stukje vrijheid te veroveren in een door mannelijke conventies geregisseerde wereld, zoals de interpretatoren van Hirakawa’s werk suggereren, is een andere vraag.

Na gedane arbeid gingen we samen op café. Wijzend op de bloeiende Japanse kerselaars in de tuin van het Museum voor Schone Kunsten, zei Noritoshi dat op alle pleinen in Tokio de mensen nu onder die kerselaars verhalen vertelden, sterke dranken tot zich nemend. Binnen hadden we het over ?de verloren essentie? van de liefde in deze wereld, voor een nieuwsgierige verbeelding niet de geringste invalsweg naar zijn werk. Wat is er van de liefde ? In de huwelijkse staat is ze alvast niet te vinden, zei Noritoshi. Aan de zelfkant waar hij zit, ja, in volkomen onafhankelijkheid, ja. De prijs : eenzaamheid ? Hoe dan ook, hij kent maar één liefde. Maar hij gelooft Keith Richards die in Rolling Stone de ontdekking van een tweede liefde beschreef, die voor zijn eigen kind.

De kunstenaar keek af en toe langs me heen naar vier tienermeisjes in een hoek van het café. Voor hij de kans schoon zag om ze te benaderen, waren ze al opgestapt. Er was nog werk aan de winkel, die avond of die nacht.

Jan Braet

Tot 26.5. in Zeno X, Leopold De Waelplaats 16, Antwerpen. Open van wo. t/m za. van 14 tot 18 u.

Noritoshi Hirakawa na de aanranding, 1995 : de fysiologie vernietigt het ego altijd.

Hirakawa, Garden of Nirvana en Pieter’s Desire in hand(achtergrond) in Zeno X : een fluitje van een cent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content