Bij Charleroi denken mensen spontaan aan industrieel verval, hoge werkloosheid, autozwendel en zware misdaad. Aan een stad die slechts dankzij miljarden subsidies het hoofd boven water houdt. De Carolo’s zelf weten stilaan ook niet meer hoe ze dat plaatje moeten corrigeren.

De berichtgeving in de Vlaamse kranten over Charleroi-misdaadhoofdstad, wordt als schuldige aangewezen voor de negatieve beeldvorming. Maar ook, of liever zelfs The New York Times schreef een onheilspellend stuk over het ‘Chicago-aan-de-Samber’. De portee van die verhalen was dat Charleroi een stad is waar een mens maar beter niet al te sterk aan zijn auto hecht en waar een banale handtassenroof met een machinegeweer in de aanslag wordt uitgevoerd. Geen vrolijk beeld, alles bij elkaar. Maar het strookt niet met de werkelijkheid, vinden de Carolo’s. Voor hen betreft het hier het eenzijdig belichten van de kwalen waaronder elke grootstad te lijden heeft.

Om te laten zien dat Charleroi niet alleen een stad is van armoedzaaiers en onderwereldfiguren heeft het bestuur onlangs een rondleiding georganiseerd voor Vlaamse journalisten. Iedereen die in de stad iets te betekenen heeft, werd opgetrommeld om een goede ontvangst te garanderen: de politiewoordvoerder, de voorzitter van de kamer van koophandel, de lokale pers en tal van sociale werkers. Ook burgemeester Van Gompel had er een dagje voor uitgetrokken. Maar door de lage opkomst flopte het charmeoffensief. Dat versterkt de Carolo’s in hun overtuiging dat de buitenwereld geen interesse heeft voor het positieve nieuws over hun stad.

Maar het was dé bekendste politicus van Charleroi die al voor de zomer de kat de bel aanbond. De streek van Charleroi moest tot rampenzone worden uitgeroepen, betoogde Jean-Claude Van Cauwenberghe, nadat ook zijn eigen chauffeur slachtoffer van een carjacking was geworden.

Met Charleroi en de georganiseerde misdaad kon het zo niet langer. Nu zijn woorden als een boomerang in het gezicht van de stad dreigen terug te keren, tracht Van Cau te verduidelijken wat hij toen bedoelde: ‘Ik wilde de aandacht vestigen op de georganiseerde misdaad, maar vooral op het feit dat Charleroi niet over voldoende middelen beschikt om daarop te antwoorden. Veiligheid is misschien geen gewestelijke bevoegdheid, maar wel een bron van bezorgdheid in het gewest, omdat de toegenomen criminaliteit de economische ontwikkeling van Charleroi afremt. Natuurlijk breng ik zo het imago van de stad schade toe. Als zelfs Van Cau, de eeuwige optimist, beweert dat de toestand alarmerend is, moet het wel heel erg zijn, denken de mensen. Maar de waarheid heeft ook haar rechten.’

Ook voor Ivano Debiasio, coördinator van het veiligheidscontract in Charleroi, is er sprake van een noodsituatie. Charleroi beschikt slechts over 700 politiemensen, terwijl Luik er met minder inwoners 1100 heeft. Extra inspanningen zijn nodig voor Charleroi, maar minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) blijft potdoof voor de smeekbedes uit Charleroi. ‘ Et ça pour une fois qu’on a un ministre Wallon‘, moppert hij. ‘De armste stad van het koninkrijk heeft de zwakste politie van het koninkrijk.’ De hele repressieve keten moet worden versterkt, want ook bij justitie is het huilen met de pet op en raakt het kader maar niet opgevuld.

Anderen bij de politie, die anoniem willen blijven, vinden de opmerkingen van Monsieur Sécurité _ de nieuwe bijnaam van Van Cau _ gemakkelijk en enigszins misplaatst. Als burgemeester van Charleroi had hij immers tijd en ruimte om de politiewerking te verbeteren. Maar hij heeft alleen geïnvesteerd in preventie, klinkt het.

ECONOMISCH HERSTEL

Charleroi, j’y crois. Met die slogan behaalde de jonge en rumoerige Van Cauwenberghe een verpletterende overwinning in de gemeenteraadsverkiezingen van 1982. ‘ Charleroi, j’y crois‘ prijkte op alle muren en vensters, op glazen en aanstekers. Om de economische reconversie te doen slagen, moeten de Carolo’s opnieuw in zichzelf geloven, was de boodschap.

Toen Van Cau als burgemeester aantrad, was de hoofdstad van Le pays noir zwaar getroffen door de opeenvolgende economische crisissen. Na het sluiten van de steenkoolmijnen ging het vanaf de jaren ’60 ook bergaf met andere traditionele sectoren, zoals de glas- en de staalindustrie, die aan tienduizenden mensen in de streek werk verschaften. Van begin jaren ’70 tot midden jaren ’80 volgde de ene bedrijfssluiting na de andere. De komst van Caterpillar naar Charleroi vormde het enige lichtpuntje in die donkere periode.

Enorme financiële injecties van overheidswege hadden op korte termijn geen economische reconversie tot stand kunnen brengen. Daarom scheen het buitenstaanders vaak toe dat al dat geld in een bodemloze put verdween, terwijl de streek geteisterd bleef door huizenhoge werkloosheid. Yves De Waseige, oud PS-senator met een encyclopedische kennis van de economische geschiedenis van Le pays noir: ‘De politieke machtshebbers hebben tijdens de jaren ’60 misschien de omvang van de crisis in de streek rond Charleroi onderschat. Maar reconversie is een moeizamer proces dan industrialiseren met een schone lei, zoals in Vlaanderen is gebeurd in de jaren ’60.’

Midden jaren ’80 begon de economie eindelijk tekenen van heropleving te geven. Mede dankzij de Europese miljarden uit het Doelstelling 1-programma kon Charleroi de rode loper uitrollen voor nieuwe bedrijven. De stad kreeg ook een megabioscoop, een aantal grote winkelcentra en een ingrijpende schuldherschikking waardoor opnieuw budgettaire ruimte ontstond. Charleroi begon zich ook te profileren als cultuurstad, met het dansfestival, het fotografiemuseum en het museum voor schone kunsten.

Maar het verlies van tienduizenden banen in de oude industrie wordt niet gecompenseerd door de komst van kleinere bedrijven, die vaak hooggekwalificeerd personeel zoeken. ‘Ik herhaal steeds dat ik sluitingen van bedrijven doe bij de honderden en openingen bij de tientallen’, vertelt Van Cau, die desalniettemin de toekomst hoopvol inschat. Brussels South Charleroi Airport, de regionale luchthaven in Gosselies, die tot de komst van Ryanair een slechte grap was omdat er geen vliegtuigen opstegen, draait nu op volle toeren. De aangrenzende Aéropolesite huisvest het centrum voor biotechnologie van de Université Libre de Bruxelles (ULB), evenals heel wat bedrijven en opleidingscentra met een hoge toegevoegde waarde. Van Cauwenberghe: ‘Er valt heel wat positiefs over Charleroi te vertellen. Wij zijn het centrum van de biotechnologie en de luchtvaartindustrie. De beste reclame voor Charleroi zijn trouwens de Vlaamse ondernemers die zich in groten getale in Charleroi komen vestigen.’ Dat is niet zo verwonderlijk, als je weet dat de grond slechts 650 frank per m² kost en dat de stad via de intercommunale Igretec bedrijven vakkundig assisteert bij het lospeuteren van allerhande financiële tegemoetkomingen.

De nieuwe industriezones benoorden de stad staan symbool voor de economische heropleving van Charleroi. Van Cauwenberghe: ‘Het waren maïsvelden, meer niet. Iedereen verklaarde me gek toen ik het plan opvatte om er industriezones van te maken. Welnu, over vijf jaar staan die terreinen vol.’ Maar de reconversie naar een nieuw type economie is een proces van lange adem. ‘Het economische weefsel is ten gronde veranderd. Charleroi est en plein essor‘ roept Van Cau nog door de telefoon om zijn betoog kracht bij te zetten.

Minder enthousiaste waarnemers zien het economische herstel als een proces van vallen en opstaan, waarbij het vooral zaak is de moed niet te verliezen. ‘Soms is dat moeilijk’, zucht Pierre Fernémont, communicatiemanager van de luchthaven. ‘Terwijl Brussels South Airport nu werk verschaft aan 100 mensen, iets waarvoor we tien jaar hebben moeten knokken, gaat het luchtvaartbedrijf Sonaca 250 tijdelijke contracten niet meer verlengen.’

INTELLECTUELE ARMOEDE

Charleroi telt 35.000 werklozen (meer dan 20 procent van de beroepsbevolking) en ongeveer 3000 bestaansminimumtrekkers. Jacques Berger, voorzitter van het OCMW: ‘Er is veel armoede, maar het aantal armen ligt niet hoger dan in steden als Gent of Antwerpen. Het gemiddelde inkomen ligt in Charleroi echter een stuk lager omdat een grote middenklasse ontbreekt en het percentage rijken in de bevolking een stuk kleiner is.’

De publieke sector en de bedrijven hebben samen een waaier projecten opgezet om jongeren opnieuw aan het werk te krijgen. Door de economische groei van de jongste jaren is de werkloosheid in Charleroi gedaald, maar minder sterk dan in de rest van het land. Het grootste probleem is het gebrek aan opleiding bij jongere werklozen. ‘Dat heeft te maken met het klimaat van intellectuele en culturele armoede waarin jongeren opgroeien’, legt oud PS-senator Yves De Waseige uit. ‘Vaak komen ze uit gezinnen waar de ouders werkloos zijn, en ze zien het nut van studeren niet in. Het interesseert hen niet. Velen haken af.’

En sommigen van die jongeren sukkelen vervolgens in de kleine criminaliteit. Ivano Debiasio: ‘Jongeren hier hebben dezelfde wensen als hun leeftijdsgenoten. Zo is een parallel circuit ontstaan van gestolen spullen. Op zich is dat niet echt gevaarlijk. Het is kleine misdaad. Maar die jongeren vormen wel een reserve waaruit de grote jongens kunnen rekruteren. Mirakeloplossingen bestaan niet. Die jongens hebben nu eenmaal geld nodig. Dat dit fenomeen in een stad als Leuven nauwelijks voorkomt, is normaal. Daar groeit het geld tussen de straatstenen.’

Het baart Debiasio zorgen dat kleine delinquenten sinds enkele jaren steeds makkelijker overschakelen op extreem gewelddadige misdrijven: ‘Jongeren die schieten op politiemensen, tieners die in het bezit zijn van een riotgun of vuurwapens gebruiken voor een handtassenroof, dat bestond acht jaar geleden niet toen we hier met het veiligheidscontract begonnen.’

Debiasio probeert te voorkomen dat kleine delinquenten aan het grote werk beginnen, maar de overgang van petite naar grande bêtise gaat volgens hem tegenwoordig razendsnel. Zo snel dat zijn straathoekwerkers geen tijd hebben om te reageren. En eenmaal die grens overschreden is, hebben straathoekwerkers er geen vat meer op. ‘De bendeleiders lachen hen uit. Want zij verdienen in twee nachten meer dan een straathoekwerker in een maand.’

De spectaculaire toename van het aantal carjackings _ een stijging van 150 procent tussen 1998 en 2000 _ heeft het onveiligheidsgevoel in de stad sterk aangewakkerd. Debiasio: ‘Zelfs een Opel Corsa of een banaal bestelbusje worden gestolen!’ Carjacking is een echte plaag geworden in Charleroi. In tegenstelling tot het aantal gewapende overvallen, dat de jongste maanden sterk gedaald is dankzij het opvoeren van het aantal politiepatrouilles, daalt het aantal carjackings niet. ‘Een postkantoor kun je extra bewaken. Maar carjackers kunnen overal toeslaan. De politie heeft twee bendes gearresteerd, die voor honderden carjackings verantwoordelijk waren. Maar zodra je een bende oprolt, staat er een nieuwe klaar.’

Volgens politiewoordvoerder Franco Meggetto is Charleroi ook het slachtoffer van zijn eerlijkheid. ‘Andere steden poetsen hun misdaadcijfers op.’ Dat maakt hem nijdig, want het draagt ertoe bij dat Charleroi door iedereen wordt gezien als de misdaadstad bij uitstek.

PS-BARONIE

Charleroi is de laatste grote stad in Wallonië waar de PS nog een absolute meerderheid heeft en oppermachtig is. Huidig burgemeester Jacques Van Gompel ondervindt dan ook vooral hinder van de eigen partijgenoten. Hij slaagt er maar niet in uit de schaduw te treden van Van Cauwenberghe, die de functie van Waals minister-president cumuleert met een zitje in de gemeenteraad en het voorzitterschap van de machtige intercommunale Igretec. Onaanvaardbaar vinden de critici, maar dat maakt weinig verschil.

De oppositie moet met lede ogen aanzien hoe de PS-baronie de stad in een ijzeren greep houdt. ‘Het is niet omdat je de helft van de stemmen haalt dat je zomaar alles voor iedereen mag beslissen’, zegt Xavier Desguin, een Ecolo-gemeenteraadslid dat geen blad voor de mond neemt. ‘Nieuwe ideeën worden verstikt. Het immobilisme regeert. Het enige domein dat aan de controle van het stadsbestuur ontsnapt, is de cultuur.’ Een sector die volgens hem niet aan die controle ontsnapt, is de economische ontwikkeling. ‘Bedrijfsleiders hebben schrik om zich tot Igretec te wenden, want als hun plannen niet stroken met het opgelegde kader, worden ze tegengewerkt. Elk initiatief dat niet uit PS-hoek komt, wordt de grond ingeboord.’

Door die stugge houding trekken talentvolle mensen weg uit Charleroi, weet Desguin, die ook bedenkingen heeft bij de manier waarop Charleroi het Europese geld heeft besteed. ‘Eén miljard voor de ULB om haar onderzoekscentrum naar Gosselies te verhuizen! Maar er werken haast uitsluitend Brusselse onderzoekers en op de beloofde spin-off wacht Charleroi al drie jaar. Andere steden, zoals Moeskroen, hebben met het geld uit de Europese structuurfondsen dubbel zoveel banen gecreëerd als Charleroi. Bovendien concentreert de PS alle inspanningen in het noorden van de stad. Het oude industriële gebied bezuiden Charleroi blijft een economische woestijn. De stad dreigt in tweeën te worden gesneden.’

Desguin is dan ook niet onder de indruk van Van Cauwenberghes inspanningen om de stad opnieuw glans te geven. ‘Van Cau hield van prestigeprojecten, zoals Euro 2000. Maar dat is slechts een laagje vernis waar je zo doorheen krabt. De mensen horen veel over vernieuwing, maar ze merken er weinig van.’

De buitenwereld mag dan wel een karikatuur van de stad maken, ook volgens Desguin is Charleroi nog lang niet uit het dal. En dat heeft niet alleen te maken met de omvang van de economische crisis, maar ook en vooral met de alleenheerschappij van de PS. ‘Ik geloof in de mensen van Charleroi, maar niet in hun politieke machthebbers’, besluit hij, met een eigen interpretatie van ‘Charleroi, j’y crois’. Het is dus niet op de laatste plaats aan de Carolo’s zelf, om voldoende creativiteit aan de dag te leggen om hun stad tot een aantrekkelijke metropool te transformeren. Met een charmeoffensief alleen komt de stad er niet.

Han Renard

Bron foto’s: ‘Charleroi’, a.s.b.l. Charleroi-Images.

Charleroi is de laatste grote stad in Wallonië waar de PS nog oppermachtig is.

Het aantal carjackings is tussen 1998 en 2000 met 150 procent gestegen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content