De Europese muntunie kreeg in Dublin weer iets meer vorm. Alle deelnemende landen zullen een stabiliteitspact moeten onderschrijven. België ziet dat wel zitten.

EEN BERICHT UIT DUBLIN

GOUVERNEUR VAN DE Nationale Bank Fons Verplaetse was zaterdagavond geen ontevreden man. De informele bijeenkomst van de ministers van Financiën van de Unie en de gouverneurs van de centrale banken was naar wens verlopen. Gemakkelijker dan verwacht werd in de Ierse hoofdstad rond enkele delicate punten inzake de muntunie overeenstemming bereikt. Onder meer over het fameuze stabiliteitspact, het stokpaardje van de Duitse minister van Financiën, Theo Waigel. Die stond erop dat alle deelnemers van de muntunie hun begrotingstekort tot één procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) moesten beperken, zoniet zouden er automatisch sancties volgen. De Duitsers kregen hun stabiliteitspact maar het werd behoorlijk afgezwakt. De één procent werd niet weerhouden ; wel moeten de EMU-landen er zich toe verbinden op middellange termijn hun begroting in evenwicht te brengen. Sancties komen er pas, indien het begrotingstekort boven de drie procent stijgt en het land verzuimt de nodige maatregelen te treffen.

Verplaetse ziet daar wel iets in. ?Voor België is dat een goede zaak. Met een groei van twee procent moeten we niet verder besparen. Als we het primair saldo (het verschil tussen inkomsten en uitgaven zonder rentebetalingen) op het huidige peil houden, komen we vanzelf op een begroting in evenwicht.?

HET FRANSE MIRAKEL.

In Ierland kan een mooie herfstavond zelfs een nuchter denkend mens als Verplaetse euforisch stemmen. ?Het staat nu absoluut vast dat de muntunie er komt en de geschiedenis zal oordelen hoe belangrijk ze wel is.? Verplaetse zelf hoeft op dat oordeel niet te wachten. ?Dit is de belangrijkste gebeurtenis sinds de oprichting van de Verenigde Naties. Voor het eerst bracht Europa een grootse onderneming zonder de hulp van de Verenigde Staten tot een goed einde.?

De twijfel of de muntunie er komt, is de jongste weken en maanden grotendeels verdwenen. Dat blijkt onder meer uit de reacties van de Britse pers, op dat punt altijd een goede thermometer. Terwijl ze tot voor kort vooral de onhaalbaarheid van de EMU in de verf zette, focust ze nu op de gevolgen van de invoering. Het is geen klein verschil, want de volgende vraag luidt dan altijd wat het Groot-Brittannië zal kosten als het aan de kant blijft staan. Met alle gevolgen van dien voor de relaties binnen de Conservatieve Partij.

Zeker de jongste dagen wonnen de EMU-promotoren aan zelfverzekerdheid. De Duitse kanselier Helmut Kohl won immers zijn begrotingsslag en ook de Franse regering heeft een programma klaar om het onmogelijke te realiseren. In 1997 zal Frankrijk op zijn beurt de drie-procentnorm halen. In de media werd het begrotingswerk van premier Alain Juppé in eerste instantie weggelachen. Het was een al te creatief werkstuk, zoniet een quick fixe. De financiële markten oordeelden er echter anders over en gaven de Franse frank de jongste dagen een duwtje. Dat liet de Franse centrale bank dan weer toe om de rentevoeten lichtjes te doen dalen. Een stralende Jean Arthuis, de Franse minister van Financiën, onthulde zijn collega’s het geheim van het begrotingsmirakel. De overheidsuitgaven zouden volgend jaar op het peil van het jaar voordien worden bevroren. België doet dat al jaren, maar toch kwalificeerde Arthuis de Franse prestatie als ?historisch en uniek in Europa.?

SOCIALE ZEKERHEID.

De muntunie begint op 1 januari 1999. Officieel tenminste, want al in de lente van 1998 beslissen de regeringsleiders onder Brits voorzitterschap welke landen mogen meedoen en tegen welke prijs de nationale munten eens en voorgoed tegenover de Euro worden gewisseld. Zou het dan kunnen dat de muntunie met enkele maanden wordt vervroegd om de speculanten de pas af te snijden ? Daarover zijn de meningen verdeeld. De Belgische minister van Financiën Philippe Maystadt (PSC) sluit het niet uit, hoewel hij het geen strikte noodzaak vindt. De Europese centrale banken zouden op dat ogenblik over voldoende middelen moeten beschikken om elke speculatiegolf in te dijken. Maystadt die er nauwelijks aan twijfelt dat België zonder al te veel moeilijkheden van bij de start tot de muntunie behoort, toont zich vrij optimistisch over de toekomst van de Belgische begrotingssituatie.

Het einde van de tunnel lijkt nu wel in zicht. ?Na 1997 gaan we volop van de omgekeerde rentesneeuwbal profiteren en komt er opnieuw ruimte voor een lichte stijging van de overheidsuitgaven.? Bij een economische groei van twee procent krijgt de regering in 1998 één jaar voor de verkiezingen de kans om de achterban iets milder te stemmen. Tegelijk mag de liberale oppositie zich verheugen over een argument om met vernieuwde kracht een vermindering van de fiscale druk te vragen. Het optimisme van zowel Verplaetse als Maystadt is natuurlijk niet volledig belangeloos. Beiden hopen ze dat het hoopgevend perspectief het consumentenvertrouwen, dus de groei, zal stimuleren.

Rijst dan de vraag waarom de regering zo nodig volmachten van het parlement moest krijgen ? Maystadt kan er niet meteen een pasklaar antwoord op geven. ?Er is natuurlijk de hervorming van de sociale zekerheid…? Het antwoord klinkt echter zo weinig overtuigend dat het vrijwel vaststaat dat die hervorming er niet meer komt. Althans niet onder deze legislatuur.

P.G.

Minister van Financiën Philippe Maystadt : het einde van de tunnel lijkt in zicht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content