Afgelopen week verzocht minister van Justitie Jo Vandeurzen het Europees Parlement de parlementaire onschendbaarheid op te heffen van europarlementslid en gewezen voorzitter van het Vlaams Belang Frank Vanhecke.

De minister handelde op verzoek van het parket van Dendermonde, dat Vanhecke wil vervolgen op grond van de racismewetgeving.

In 2005 diende burgemeester Freddy Willockx van Sint-Niklaas een klacht in bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding nadat in de lokale Vlaams Belangkrant allochtone jongeren ten onrechte van grafschennis waren beschuldigd. De verantwoordelijke uitgever van het blad was VB-voorzitter Vanhecke.

Burgemeester Willockx formuleerde zijn klacht nadat het VB had geweigerd zich te verontschuldigen voor de foute berichtgeving. De rechtzetting zou naderhand volgen, met de door Willockx geëiste verontschuldiging.

Drie jaar na de feiten stuurde het parket van Dendermonde het dossier naar het parket-generaal. Met het verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Frank Vanhecke tot gevolg.

Het krachtige verzet van burgemeester Willockx tegen de foute berichtgeving in de VB-krant valt te begrijpen. De burgemeester werd in die dagen weleens geconfronteerd met wrevel van autochtone en allochtone stadsgenoten. De goede zin van de klacht tegen Vanhecke nu is veel minder duidelijk.

Om te beginnen heeft het VB de fout toegegeven en werden verontschuldigingen geformuleerd. Dat laatste is er bij de meeste Belgische media nooit van gekomen, nadat ze de roofmoord op Joe Van Holsbeeck in het Brusselse Centraal Station op 12 april 2006 dagenlang verkeerdelijk aan jonge Noord-Afrikanen hadden toegeschreven. De televisiedebatten over hoe het nu verder moest met al die gewelddadige Noord-Afrikaanse jongeren waren niet te tellen.

Dat Frank Vanhecke vandaag beweert dat het optreden van het Dendermondse gerecht politiek is geïnspireerd, is een beproefde truc. Christendemocraten deden hem die voor in de zaak van de milieuboxen, liberalen in het obussendossier, de socialisten in de Agusta- en Dassaultaffaires.

De Belgische grondwet laat niet toe dat het recht op vereniging, het recht op vrije mening en de vrijheid van drukpers op welke manier ook worden beknot. Het internationale verdrag over de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie heeft ons land onderschreven – in zoverre het strookt met de Belgische grondwettelijke vrijheden.

Volgens artikel 4 van dat verdrag moeten de aangesloten staten, waaronder België, ‘alle propaganda en organisaties veroordelen die berusten op denkbeelden of theorieën die uitgaan van de superioriteit van een bepaald ras, of die trachten rassenhaat en rassendiscriminatie in enigerlei vorm te rechtvaardigen’. En dat spoort niet helemaal met de Belgische grondwettelijke vrijheden.

De revisionist/negationist Siegfried Verbeke mag dan op grond van de racismewetgeving zijn veroordeeld door het Belgische gerecht, dankzij die grondwettelijke vrijheden zijn heruitgaven zoals die van Mein Kampf van Aldolf Hitler of het beruchte Essai sur l’inégalité des races van Arthur de Gobineau in ons land vrijelijk verkrijgbaar. Zelfs openlijk racistische organisaties als Blood & Honour mogen hun veelal woelige bijeenkomsten hier organiseren.

Klachten zoals die tegen Frank Vanhecke dreigen de racismewetgeving alleen maar uit te hollen – en het is nog maar de vraag of het Vlaams Belang er überhaupt door wordt geraakt.

De klacht versterkt in elk geval de indruk dat het politieke establishment zijn pogingen om het nochtans tanende Vlaams Belang te fnuiken aan het gerecht uitbesteedt.

In Nederland werd CP ’86, een loot van de extreemrechtse Centrumpartij, in 1998 veroordeeld wegens het aanzetten tot vreemdelingenhaat. Waarna de minister van Justitie, de liberaal Frits Korthals Altes, de ontbinding van de partij vorderde. De rechtbank volgde hem daarin.

Nevenorganisaties van het Vlaams Belang, toen nog Vlaams Blok, werden in 2004 wegens racisme veroordeeld door het hof van beroep in Gent. Door het recht op vereniging is een ontbinding van het VB hier niet haalbaar – tenzij de groepering de openbare orde en veiligheid in het gedrang zou brengen. De eis tot stopzetting van de publieke financiering van het VB was dat wel.

Maar na de voorbije verkiezingen heeft de meerderheid in het federale parlement het niet meer aangedurfd die eis opnieuw te vorderen bij de Raad van State.

Daarom heeft de klacht tegen Frank Vanhecke iets van pietlut. Ook omdat de Vlaamse samenleving intussen voldoende is toegerust, zoals herhaaldelijk bleek, om zelf politiek te oordelen – en zo nodig te veroordelen.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content