Hoe ongelukkig kunnen vrouwen, die carrière maken, zijn? Claudia Schreiner schreef er een boek over. Een gesprek.

Het is een droom die vele vrouwen koesteren en najagen: eerst goed studeren, dan snel promoveren en zo uitkomen bij een attractieve baan, vanzelfsprekend met bijhorend breed salaris. Daar is, natuurlijk, niets mis mee. Tegen ambitie valt weinig in te brengen, op voorwaarde dat ze gezond blijft.

Maar wat blijkt? Nogal wat vrouwen met een succesvolle carrière kampen met stress, met een tekort aan welbevinden. Plots begint er, binnen in hen, iets te knagen. De buitenwereld gaat ervanuit dat ze dolgelukkig zijn, en dat ze daarvoor alle redenen hebben.

Waarom voelen succesvolle vrouwen zich dan soms zo slecht in hun vel? Vaak omdat ze vinden dat ze er niet in slagen de grens te trekken tussen hun werk en hun privé-leven. Ze hebben het gevoel dat het werk al die tijd de voorrang kreeg op het privé-leven, en dat dit leidde tot een onevenwichtig en ongelukkig bestaan.

Dit is, grosso modo, het verhaal dat de succesvolle Duitse journaliste Claudia Schreiner brengt in haar boek “Wenn Frauen zu viel arbeiten”. De vertaling kreeg de titel “Als vrouwen te veel werken” mee. Het boek zelf laat zich lezen als een autobiografie, het zijn de feiten van haar identiteitscrisis. Maar kennelijk vertelt Schreiner het verhaal van veel werkende vrouwen. Dat valt alleszins af te leiden uit de storm van reacties. Dat verwondert haar nog altijd.

CLAUDIA SCHREINER: Mens! Ik heb brieven van wildvreemde vrouwen gekregen. Zij hebben mij geschreven en ze hebben mij bedankt voor de openheid. Dat heeft me juist beschaamd, omdat ik eigenlijk nooit gedacht had dat mensen zo zouden geïnteresseerd zijn in wat ik schrijf.

Wat schrijven ze dan?

SCHREINER: Ze schrijven dat ze gedeeltelijk dezelfde ideeën en ervaringen hadden. Dankzij mijn boek begrepen ze bij zichzelf wat voor hen slecht was. Op die manier wisten ze waar de knopen lagen die ze moesten doorhakken. Dat is de eerste stap die ze moeten zetten.

Een echte oplossing reikt u niet aan?

SCHREINER: Iedereen heeft een ander leven, ik kan niet gaan zeggen wat ze moeten doen. Er bestaan van die How-to-do-books zoals How to become happy? How to become rich? Dat kan ik niet, wil ik ook niet.

Waarom heeft u dit boek dan geschreven?

SCHREINER: In eerste instantie is de ontstaansgeschiedenis als volgt: de uitgever is naar mij toegekomen en heeft me gevraagd of ik geen zin had om zo’n boek te schrijven. En dan heb ik eerst niet neen kunnen zeggen. Ik heb me dan in tweede instantie, door de gestelde opdracht, zeer uitgedaagd gevoeld omdat ik geloofde dat ik ontzettend veel te zeggen heb. Ik heb eenvoudigweg zeer veel meegemaakt en ook veel gevolgen moeten dragen. Onder andere door het feit dat ik zeer veel werkte. Hierdoor kreeg ik echt veel zin om daarover iets te vertellen en heb daarbij op interesse gehoopt van lezers, lezeressen. Maar ik heb geen boodschap onder het motto: “Wat moet u doen om gelukkig te worden?”

In uw boek beperkt u zich tot vrouwen met soortgelijke ervaringen. U hebt niet gezocht naar vrouwen die een succesvolle carrière wel goed kunnen hanteren.

SCHREINER: Mij interesseerden natuurlijk die vrouwen die zich in een gelijkaardige situatie bevonden als ik. Die de grens tussen privé-leven en job niet duidelijk kunnen definiëren. Die de beroepsstress overdragen in het privé-leven, die niet geleerd hebben om te zeggen: “Stop, hier ligt de grens, de grens van mijn privé-leven.”

Hoe men daarmee moet omgaan, kan ieder eigenlijk alleen voor zichzelf uitmaken. U heeft gelijk als u zegt dat ik weinig oplossingen aanreik. Misschien had ik op een aantal punten nog duidelijker kunnen analyseren wat daar met mij gebeurd is en hoe ik uiteindelijk geleerd heb daarmee om te gaan. Maar het is ook een proces, die dingen evolueren. Het boek is op een bepaald moment in dat proces beschreven, en dus niet nadat ik het hele proces al doorlopen had. Op het ogenblik dat ik het boek schreef, kon ik alleen maar beschrijven in welke crisis ik me bevond, vanwaar ik dacht dat die crisis kwam en hoe ik geloofde daar in de toekomst mee om te gaan. Maar dat laatste was nog niet duidelijk afgebakend. Het was hooguit een intentieverklaring.

Staat u nu al verder in dat proces? Heeft u uw intenties uitgevoerd?

SCHREINER: Ik ben daarmee bezig, ik werk daaraan.

Tot welke inzichten leidt dat?

SCHREINER: Ik denk dat een baan in principe behandeld wil worden als een partner. Net zoals bij mijn vriend moet ik tegenover mijn baan grenzen definiëren. Ik heb geleerd dat je de relatie tot je werk moet opbouwen zoals je een liefdesrelatie opbouwt. Dat heeft alvast het voordeel dat je voor jezelf onderkent dat je werk een ernstige, belangrijke factor in je leven is. Maar niet zo belangrijk dat er daarnaast geen ruimte moet overblijven voor een ander leven. En dat je tussen die twee ruimten grenzen moet trekken. Dat heb ik gedurende een hele tijd niet gedaan. Ik heb van mijn beroep een prioriteit gemaakt en heb daarbij meedogenloos tegenover mezelf, mijn familie en mijn naasten gehandeld. Dit heeft mij finaal uit evenwicht gebracht en heeft me in deze crisis laten komen. Ik dacht: “Wat is er met mij aan de hand? Je hebt hier een superaanbod, je verdient enorm veel geld, iedereen zegt dat je de gelukkigste mens van de wereld moet zijn en jijzelf zit ’s avonds in bed en huilt en hebt slechte dromen en je bent het noorden kwijt.” Het werd me duidelijk dat er iets niet klopte. Op zoek naar een oplossing vroeg ik me af: “Waarom kan ik dit werk – dat ik eigenlijk graag doe, ik ben graag journaliste – niet zo behandelen dat het gewoon een deel van me is? Waarom ben ik zo afhankelijk van de erkenning door mijn beroep dat ik het niet kan loslaten?”

Stress is niet nieuw. Alleen wordt het verschijnsel tegenwoordig meer en meer maatschappelijk geduid.

SCHREINER: En gelukkig maar. Dit is niet louter een vrouwenprobleem. Ik denk dat, als er überhaupt een probleemaanzet is, dat die daarin bestaat dat men probeert mensen hun eigen verantwoordelijkheid te leren nemen. En dat je hen probeert bij te brengen dat ze niet steeds moeten functioneren volgens maatstaven die hen opgelegd zijn. Het is de bedoeling dat ze een eigen, verantwoorde houding vinden tegenover wat ze doen: zowel op school, in de studies als uiteindelijk in het arbeidsleven.

Ligt hier geen taak weg voor de overheid en het bedrijfsleven?

SCHREINER: Zeker. Er kunnen verschillende maatregelen genomen worden. Men kan ervoor zorgen dat het leven van vrouwen die een beroeps- en privé-leven willen combineren, verlicht wordt. Er kan, bijvoorbeeld, voor gezorgd worden dat ze hun kinderen kunnen meebrengen. Op die manier worden ze niet uitgesloten vanaf het moment dat ze zich op hun baan willen richten.

Maar ik denk dat de eerste weg de volgende is: er moeten meer vrouwen in topposities komen. Gewoonweg omdat ik dan denk dat zij op die manier een vrouwelijk netwerk gaan opbouwen, in tegenstelling tot het mannelijke netwerk. Ik zie dat aan mezelf. Ik vind het heel tof wanneer ik zelf jonge vrouwelijke collega’s opleid die met hun wensen en voorstellen naar het beroepsleven komen en zich afvragen waar ze naartoe kunnen, wat hun perspectieven zijn in dit beroep. Zoiets sluit ook aan bij de opvoeding van jonge mensen. Het is belangrijk dat zij ingeprent krijgen dat geld en carrière niet noodzakelijk het belangrijkste zijn in een mensenleven. Dat zij dat zélf moeten afwegen, en zich die keuze niet moeten laten opleggen door iemand anders. Het is niet logisch dat het mensen door anderen opgedrongen wordt wat voor hen belangrijk is. Daar moet een mens zelf mee kunnen omgaan, dat recht moet hij of zij hebben.

De meeste mannen zullen lachen met uw boek. “Ha, typisch een boek voor vrouwen.”

SCHREINER: Dat is het ook. Wat mannen daarover denken zal me, heel eerlijk, worst wezen. Mannen neigen niet naar zo een boek, of ze houden er niet zo van. Waarbij ik niet wil veralgemenen. Mannen neigen er vooralsnog niet toe om zich zo open te uiten, hebben daar misschien nog een moeilijkheid mee. Dat is dan hun probleem.

U bezit een Green Card, die u toegang tot Amerika verleent. Denkt u dat het in de VS gemakkelijker is om als vrouw carrière te maken?

SCHREINER: Uitwijken naar de VS is een optie die ik open hou. Maar ik denk dat veel vrouwen er nog een veel hardere strijd moeten leveren omdat ze daar, nog erger als hier, in een mannenwereld zitten. Statistieken in de VS geven aan dat er steeds meer vrouwen zelfstandig worden. Als ze dat niet doen, blijven ze verplicht om zich vast te pinnen op de mannelijk vastgelegde verhoudingsvoorbeelden, en via de bedrijfsstructuren promotie te moeten maken. Mannen schrijven daar, nog veel meer dan in Europa, voor hoe werkende vrouwen moeten handelen en functioneren. U begrijpt dat ik in zo’n structuur niet zou willen leven. Wanneer ik naar de VS ga, is dat enkel omdat ik dat graag wil en omdat ik er nieuwe perspectieven en mogelijkheden zie. Ik zou zeker niet gewoon mijn leven hier willen transfereren naar de VS. Dat zou voor mij te weinig zijn, die stress kan ik wel missen. Als ik de oversteek waag, zal het zijn om ginder iets zelfstandigs op te starten. Ik kan me niet voorstellen dat ik daar kan functioneren zoals het me voorgesteld wordt: twee weken vakantie, heel nette kostuums en de high heels. Dat is misschien wat overdreven uitgedrukt, maar het komt er wel op neer.

Komt er een vervolg op uw boek?

SCHREINER: In geen geval. Ik heb gezegd wat ik kwijt wilde. Ik heb dit boek ook maar geschreven op het moment dat ik daar klaar voor was, dat ik mezelf daarover kon aanspreken. Ik ben geen vrouwenauteur. Het kwam op een goed moment. Liefst zou ik eigenlijk iets komisch willen schrijven. Dat is veel spannender.

Claudia Schreiner, “Als vrouwen te veel werken – alles bereikt maar nooit thuisgekomen”, Standaard Uitgeverij.

Rozemarijn Van Hoe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content