De Zomer van de Fotografie : een kleurloze confrontatie met het leed van de mensheid.

TENTOONSTELLINGEN bezoeken is lastig. De werken hangen stil en van de bezoeker wordt verwacht dat hij zich beweegt. Hij doet het in gestrekte draf van de ene zaal naar de andere, of met het hoofd scheef verwijlend bij elk beeld. Bij boeiend werk vergeet hij de tijd, maar als het een saaie boel is, slaat de vermoeidheid in zijn benen.

Van de bezoekers van de Zomer van de Fotografie wordt verwacht dat ze zich niet alleen van de ene foto naar de andere begeven, maar ook van de ene expositieruimte naar de andere. In ieder geval langs de vijf centrale tentoonstellingen die onder de titel ?Macht/Onmacht? te zien zijn in het Museum voor Fotografie, het MUHKA, het Hessenhuis, het ICC en ’t Elzenveld. Met de foto’s van de tentoonstellingen is niets mis. De organisatoren hebben ze met grote zorg en na lang discussiëren bijeen gebracht. Ze weten alles over de fotografie van deze tijd en tonen een grote betrokkenheid bij het leed van de mensheid. Ze presenteren het werk op een zinvolle manier, in dialoog met de fotografen-kunstenaars, met passend licht en in de geschikte ruimtes.

En toch werd het een ongelofelijk saaie reeks tentoonstellingen. De vermoeide bezoeker wordt niet gespaard. Hij wordt op een kleurloze manier geconfronteerd met de ellende van deze wereld. Bij deze tentoonstellingen ontbreekt elke glimp van humor en elk sprankeltje erotiek, het spontane, het nattige, het kinderlijke en poëtische werden er geweerd. Er heerst een grote droogte.

Het begint al in het Museum voor Fotografie bij de reeks van Dirk Reinartz. ?Totenstill? heet ze. Reinartz toont lange rijen zwart-wit foto’s van de concentratiekamp-architectuur. De toegangspoort met ?Arbeit macht frei?, de gaskamers, de ovens, de torens, de schouwen, alles zonder mensen in beeld. En dan is er de reeks ?Table of Power?, naarstig bij elkaar gefotografeerd door de Nederlandse fotografe Jacqueline Hassink. In kleur. We zien de vergadertafels van de grote bedrijven met solide meubels, proper en glimmend geboend. En de reeks ?Topmanagers?, waarbij PDG’s staande naast hun stoel poseren voor Eddy Seesing. Hij nam ze vanuit een laag standpunt, in kleur. De Amerikaanse Lucinda Devlin sloofde zich uit om in ?The Omega Suites? de executieplaatsen van haar land te fotograferen. Een elektrische stoel, een galg, een injectiecabine, een gaskamertje en nog meer van die tamelijk ongezellige ruimtes. Alweer zonder mensen in de buurt, maar wel in kleur. Enzovoorts.

BLOEDARMOEDE.

Voor een bescheiden tentoonstelling kan men beeld per beeld selecteren en combineren en zich daarbij zelfs enige frivoliteit permitteren, maar voor grote, dure fotomanifestaties werken de organisatoren doelmatiger met reeksen. Dat werkt sneller. Ze ontstaan niet uit een complex beeld (de onbeschrijfelijke maar heerlijke foto) maar eerder uit een pure gedachte (de haakse weergave). Bij die foto’s worden de toevalligheden (ook wel het ?het anekdotische? genoemd) onderdrukt. Het thema primeert. De fotografen willen hun concept puur houden. Daartoe wordt het onderwerp eenvormig gefotografeerd. Zo worden de foto’s vergelijkbaar en stapelbaar, herkenbaar als een homogene reeks. Dat kan een enkele keer boeiend zijn, maar het is op den duur ook lichtjes vervelend en droog. Het wordt echter onuitstaanbaar als bij een grote manifestatie de reeksen ook nog worden opgestapeld, een reeks van reeksen.

In het Hessenhuis proberen de foto’s van Sebastiao Salgado voor enige afwisseling te zorgen, maar deze super-commerciële fotograaf die armoede, ellende en oorlog op maat brengt ten behoeve van het grote publiek, bezorgt ons alleen maar afstotingsverschijnselen. In het ICC prijken drie grote, kleurige historische taferelen van Carl De Keyzer en zien we ook de levendige bewogen zwart-wit foto’s van Stephan Vanfleteren. Het is monumentaal werk, maar het brengt maar een geringe correctie aan bij de algemene droge indruk.

Het thema ?Macht/Onmacht? is geëngageerd, tegelijk vrijblijvend en uiteindelijk vooral vrijblijvend. De organisatoren waren bang. Bang om zich belachelijk te maken. Ze waren dermate bedachtzaam, voorzichtig en cool dat de tentoonstellingenreeks uiteindelijk lijdt aan bloedarmoede. Het is spijtig want zo krijgen de toch wel boeiende reeksen van, bijvoorbeeld, Karen Knorr en Lynne Cohen niet de belangstelling waar ze recht op hebben.

Het dieptepunt van het hele gebeuren lijken me de foto’s in ’t Elzenveld. Het is werk van Bettina Flitner. Ze vroeg een aantal vrouwen op straat of ze een vijand hadden en hoe ze die vijand eventueel zouden willen vermoorden. Op de foto’s zien we de vrouwen levensgroot afgebeeld met daaronder in het Duits hun verhaal. In de hand houden ze symbolisch het moordwapen maar dan in een plastic uitvoering. De opnamen werden gemaakt voor een witte achtergrond en vanuit een laag standpunt. De vrouwen poseren gewillig. De foto’s staan buiten aan de dienstweg van het ziekenhuis. Ze zijn lelijk.

Johan De Vos

?Zomer van de Fotografie?, naast de vijf centrale tentoonstellingen rond ?Macht/Onmacht? stellen een dertigtal galerijen en culturele centra foto’s tentoon vanuit een eigen visie. Inlichtingen Museum voor Fotografie, Waalse Kaai 47, 2000 Antwerpen, tot 15/9.

Bettina Flitner, uit Mijn Vijand (14-delig fotowerk) : Onze vijand ? Papa, nietwaar ? Die geeft helemaal niets meer om de kleine. De kinderen van die nieuwe zijn voor hem belangrijker. Hij woont nu in het voorgebouw, wij in het achtergebouw.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content