Augusto Pinochet, zeventien jaar lang Chileens dictator, kan wegens foltering aan Spanje uitgeleverd worden. Olé?

De Chileense dictator, ex-president, senator voor het leven, generaal Augusto Pinochet is vorige week een stap dichter bij een eerlijk proces gekomen. Vorige week donderdag oordeelde rechter Ronald Bartle in het gerechtshof van Bow Street in Londen dat de generaal uitgeleverd kan worden aan Spanje om terecht te staan voor misdaden die begaan werden tijdens zijn zeventien jaar durend bewind in Chili. Meer specifiek zei de rechter dat Pinochet vervolgd kan worden voor alle 35 aanklachten van martelingen die de Spaanse rechter Baltasar Garzon tegen hem inbracht. Zelfs veel van Pinochets tegenstanders hadden verwacht dat Bartle het zou houden bij één tortuuraanklacht.

Hoe dit in zijn werk gaat, is technische juristerij – zoals veel in het Pinochet-feuilleton. Maar de uitspraak is belangrijk, omdat ze tegen de ex-dictator een proces mogelijk maakt voor het veelvuldig gebruik van foltering als een instrument van de regeringspolitiek onder zijn bewind. Daarbij vond rechter Bartle dat de families van vermiste politieke gevangenen aan “mentale foltering” geleden hebben. Dat geeft het Spaanse gerecht de gelegenheid om nog eens 1198 gevallen van mensen die onder het Pinochet-regime “verdwenen”, in het proces op te nemen.

De zaak is hiermee niet afgehandeld, de uitlevering aan Spanje niet beklonken. Het is niet eens zeker – wat rechter Garzon ook moge denken – dat de Spaanse regering zo happig is om deze Chileense hete aardappel in haar bord te krijgen. Want bovendien is Pinochet heel oud en niemand weet precies hoe ziek. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Abel Matutes, liet horen dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag misschien wel zou kunnen oordelen dat Spanje niet gemachtigd is om Pinochet te oordelen. Misschien kan dan, denkt de Spaanse regering, een “oplossing” gevonden worden waarbij Pinochet niet in Madrid moet terechtstaan. “Ik hoop dat wij binnen een paar maanden een oplossing hebben die ons toelaat de door deze situatie geslagen wonden te helen”, zei Matutes. Het vinden van zo’n oplossing kan creatief juridisch denkwerk zijn. Maar als dat tekort zou schieten, hangt de feitelijke uitlevering van de generaal uiteindelijk nog altijd af van de politieke beslissing van een Britse minister, Jack Straw. Men kan zich voorstellen dat, in het kader van de gewenste “oplossing”, strak in zijn richting gekeken wordt. Het is een wedren tegen de tijd nu, omdat de man zou kunnen sterven en zo de bom ten dele onschadelijk maken.

ENGELANDS POLITIEKE GEVANGENE

Ondertussen heeft de generaal de keuze. Hij kan de beslissing van rechter Bartle aanvaarden, of hij kan de zaak met maanden rekken door in beroep te gaan, en daarna weer in beroep. Pinochet – en zijn advocaten – kregen vijftien dagen de tijd om te besluiten of ze al dan niet naar het hooggerechtshof zullen trekken om in beroep te gaan tegen de uitspraak van vorige week. Doen ze dat, en slagen ze daar niet, dan kunnen ze verder naar het Hogerhuis. Slagen ze daar ook niet, dan wordt de beslissing, die de hele tijd al impliciet zeer politiek was, ook formeel een politieke aangelegenheid. Want dan moet Home Secretary Jack Straw de knoop doorhakken: Pinochet uitleveren aan Spanje of, misschien op basis van humanitaire overwegingen (83 jaar oud, ziek), hem laten gaan om, als het er ooit van zou komen, in Chili zelf berecht te worden. Wat natuurlijk ook is wat de Chileense regering al de hele tijd eist.

Maar dat soort “liefdadigheid” zou de generaal naar verluidt zelf niet willen. Beslist Jack Straw dan de generaal uit te leveren, dan kan die opnieuw in beroep gaan bij het hooggerechtshof, en vandaar kan hij opnieuw naar het Hogerhuis. Al bij al zou deze procedure de voormalige president nog met gemak een jaar, zoniet meer, uit de klauwen van het Spaanse gerecht houden. Alle tijd dus, maar het nadeel voor de 83-jarige militair is dat hij heel die tijd zou moeten doorbrengen in een weliswaar comfortabel – en duur – huisarrest.

Om daarvan verlost te zijn, zou hij de beroepprocedures kunnen stopzetten en rondweg naar Spanje gaan. De optie lijkt weinig waarschijnlijk, maar ze zou een paar voordelen opleveren. Als Pinochet in Spanje veroordeeld wordt, komt hij er weg met de schande en een geldboete. De Spaanse wet laat niet toe iemand van meer dan 75 jaar oud op te sluiten, dus de generaal zou niet de gevangenis in kunnen. Men zou hem als beul en folteraar brandmerken, en hoge boetes eisen, men zou zijn fortuin kunnen proberen te bevriezen – maar men zou hem niet kunnen vasthouden, en eens terug in Chili zou hij de uitspraak van het Spaanse gerecht kunnen afdoen als bevooroordeeld of gewagen van een schijnproces.

Dit is natuurlijk niet zomaar een proces, en eigenlijk vergist ook niemand zich daarin. Om te beginnen, kwam Augusto Pinochet op 21 en 22 september 1998 naar Londen op uitnodiging of op z’n minst met medeweten en goedkeuring van de Britse regering. Dat was een trip die hij geregeld deed, maar deze keer kreeg hij onderweg last van rugpijn en moest hij zich laten verzorgen in een Londens ziekenhuis. Daar wist de Spanjaard Baltazar Garzon hem te vinden. Op 16 oktober stuurde de rechter de Britse politie naar Pinochets ziekenkamer om hem te arresteren in verband met schendingen van de mensenrechten in Chili. Op 28 oktober oordeelde het hooggerechtshof dat Pinochet als ex-staatshoofd recht had op immuniteit. Op 25 november gingen de Law Lords van het Hogerhuis tegen dat vonnis in, en de carrousel begon te draaien. Lobby’s gingen aan het werk, het hoger staatsbelang kwam ter sprake, alsook Chileense bestellingen bij de Britse wapenindustrie. Barones Margaret Thatcher bezocht Pinochet op 25 maart.

Even voor de uitspraak van rechter Bartle deed Lady Thatcher, in haar rol van gevreesde oude dame, een met angst en walging gevolgde tussenkomst op het congres van de Conservatieve Partij in Blackpool. Ze nam het op voor haar “vriend” Pinochet, de man die haar de Falklands-oorlog hielp winnen en dus niet door Groot-Brittannië in de rug geschoten kan worden voor futiliteiten als marteling en moord op meer dan drieduizend van zijn eigen, niet eens Britse, onderdanen. Met Pinochet onder arrest, zei zij, “heeft dit land nu één politieke gevangene”.

DAN MOET HIJ MAAR THUISBLIJVEN

Lady Thatcher kan dan, zelfs voor sommige Britse Conservatieven, gevaarlijk provocatieve onzin verkopen, zij vergist zich niet in vriend en vijand, of in de inzet van deze rechtszaak. Als goed product van de Koude Oorlog koos en kiest zij de zijde van alle generaals, putschisten en dictators die aan haar kant in die Koude Oorlog opgetreden zijn. Nu de Koude Oorlog zogenaamd voorbij is en gewonnen is, ziet zij niet in waarom de generaals die hem – samen met haar – wonnen, door hun oude vijanden, de verliezers, voor de rechter zouden kunnen worden gedaagd wegens schendingen van zoiets belachelijks als “mensenrechten”. Dit is niet eens “klassenjustitie”, want dát is een stap verder: dit is solidariteit onder strijdmakkers. Over klassenjustitie heeft Lady Thatcher het natuurlijk ook, maar ze is wel te slim om dat onder woorden te brengen. Nochtans is het de kern van de zaak.

De inzet van de zaak-Pinochet is een historische beslissing, aan de hand van een concreet, bijna karikaturaal arrogant voorbeeld, dat machtigen die misdaden plegen, bevelen of organiseren, niet meer immuun zullen zijn voor de wereldse rechtspraak. Dat is helemaal nieuw. Totnogtoe was de regel dat de tiran – hij weze Baby Doc, de sjah van Iran, Mobutu of Marcos van de Filipijnen -, in comfort zij het niet met liefde opgenomen werd door zijn oude medeplichtigen zodra hij door het boze volk van zijn troon verjaagd werd. Dat is niet altijd zo geweest – Lady Thatcher kan denken aan Maria Stuart en Charles I. Maar sinds de Franse Revolutie en de koningsmoord gaat het er zo wel toe in Europa. Waarschijnlijk omdat daar, in een glimp van verlichting, het recht op regeren ineens precair leek.

We zijn goed twee eeuwen verder en we beginnen het toe te passen. De Latijns-Amerikaanse dictator-generaals zullen nog wel grotendeels de dans ontspringen. Nochtans zijn het stuk voor stuk moordenaars, rechtstreeks of via ondergeschikten, van duizenden mensen, usurpators van macht na bloedige staatsgrepen op vaak verkozen regeringen – de regering-Allende in Chili die Pinochet liet wegbombarderen, op bevel van Washington D.C. trouwens, was niet één keer maar twee keer wettig en democratisch verkozen. Zodra hun rol was uitgespeeld, deden ze vaak collectief amnestie verlenen voor wat zij uitgevreten hadden in dienst van het vaderland.

Augusto Pinochet zelf, ondanks de bezetenen in zijn land die al zijn acties blijven verdedigen, zal dus wel de schande voorbij zijn. Maar voor Radovan Karadzic en Ratko Mladic en Slobodan Milosevic, die voor het Joegoslavië-tribunaal gedaagd zijn wegens misdaden tegen de mensheid, en die tot hiertoe geen generaal durfde arresteren, is Pinochets proces van het grootste belang. En voor de Suharto-clan en de Indonesische generaals die het hellevuur over Oost-Timor organiseerden en nu glimlachend horen dat een vrouw van de Verenigde Naties, VN-Mensenrechtencommissaris Mary Robinson, de misdadigers voor het gerecht wil hebben, luidt het misschien een begin van een nieuwe tijd in. Als wij in Europa het volhouden, tenminste. Zoals een Britse commentator het stelde: “Als de dictator Pinochet de democraten in zijn land kan dwingen hem thuis amnestie te verlenen, dan moet hij daar maar blijven ook.” Op alle andere plaatsen in de wereld moeten wij, zijn slachtoffers, hem kunnen klissen. Vervolg in de rechtbank.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content