Colonnes vrachtwagens hebben de afgelopen weken in heel Europa de banken met euro’s bevoorraad. De grootste muntoperatie uit de geschiedenis is in volle uitvoering. Maar enkelen, zoals de collega’s van het Amerikaanse Newsweek, hebben zo hun bedenkingen.

De heersende verwarring is nog niets vergeleken bij wat kan komen als de volgende fase van dit grote experiment ingaat. De invoering van de euro is immers een politieke beslissing. Het was een van de Franse voorwaarden om in te stemmen met de Duitse hereniging. Na het wegvegen van de nationale grenzen is dit een nieuwe stap naar de politieke unie, zoals die in de jaren 1950 werd opgevat om het gevaar van een nieuwe oorlog af te wenden.

Veel Europeanen vergeten dat de voormalige Duitse kanselier Helmut Kohl de euro wilde gebruiken om te komen tot de Verenigde Staten van Europa. In het verdrag van Maastricht, dat in 1992 het pad effende, werd tot politieke integratie opgeroepen. Niemand wil nog aan dit erg controversiële plan worden herinnerd. Maar in alle stilte hopen eurocraten dat de recente Verklaring van Laken zal leiden tot de verdere uitbouw van Europa.

Als de Europese burgers de euro makkelijk aanvaarden, bestaat de kans dat ze de toenemende macht van Brussel voor lief nemen. Maar als de Europeanen zich bedrogen voelen door de heimelijke prijsverhogingen, of in verwarring raken door de nieuwe munt, zullen ze niet geneigd zijn om nog meer van hun nationale souvereiniteit af te staan. Dan zullen ze hun woede laten blijken als een nieuwe grondwet of een nieuw superverdrag aan hun oordeel wordt onderworpen.

Totnogtoe was de euro geen echte stemmentrekker. In Duitsland, waar twee derde van de bevolking tegen de invoering van de euro is, werd er over het opgeven van de mark nooit een referendum gehouden. In Frankrijk bedroeg de meerderheid die zich voor de invoering van de euro uitsprak nauwelijks 51 procent. De Denen stemden dan weer tegen, tot twee keer toe.

ZONDER SCHOKDEMPER

Eurofielen en eurosceptici zijn het erover eens dat de nieuwe munt niet kan werken zonder de uitbouw van een federale staat. Want de Europese Centrale Bank (ECB) controleert dan wel de interestvoeten, het zijn de nationale regeringen die de hand aan de uitgaven houden. En die twee kunnen wel eens een tegengesteld effect hebben op de economische groei. De landen in de eurozone hebben getracht een dergelijke clash te vermijden door het stabiliteitspact, dat de macht van de nationale regeringen inperkt. Maar die overeenkomst geeft geen bijkomende macht aan de Europese Unie. In de Verenigde Staten daarentegen kan het gebeuren dat Texas achteruit boert, terwijl Californië een boom beleeft. Dat onevenwicht wordt dan hersteld in Washington, dat belastingen int in de ene en uitkeringen betaalt in de andere staat. Europa beschikt niet over zo’n schokdemper.

Nu al zijn er wrijvingen tussen sommige landen en de ECB. De interestvoet van 3,5 procent die de ECB aanhoudt, is nog te hoog om de sputterende Duitse economie weer aan te zwengelen. In Ierland, waar de woonprijzen in vier jaar tijd zijn verdubbeld, moeten ze dan weer op de rem gaan staan. Gelukkig is Ierland maar een klein onderdeel van de Europese economie. Moeilijker wordt het als twee grote landen van de Unie tegengestelde kanten op drijven. In dat geval is het zeer de vraag hoever de federalisten willen gaan om de euro te redden.

‘De eerste echte test komt er als de Europeanen bijkomende federale belastingen zullen moeten betalen om de sociale zorg gelijkmatig over de hele eurozone te herverdelen’ zegt Eric Chaney, econoom bij Morgan Stanley.

Op dit moment bedraagt de begroting van de Europese Unie 1,4 procent van de waarde van de Europese economie. In de Verenigde Staten is de begroting 18 procent van de economie waard en in sommige Europese lidstaten zelfs 30 tot 50 procent. En er is geen enkele aanwijzing dat de Europese burgers bereid zijn hun portefeuille aan Brussel toe te vertrouwen.

Je hoefde maar te luisteren naar wat daarover werd gezegd op de alternatieve top van Laken. ‘Wij zijn goede Europeanen, en dus voorstanders van samenwerking tussen onafhankelijke staten en tegen een Europese superstaat met een federale structuur’ zei de Zweed Hans Lindquist, gewezen europarlementslid en coördinator voor TEAM, een alliantie van 45 organisaties die erg kritisch zijn voor de EU. ‘Sommige beslissingen mogen we niet overlaten aan vakkundige ambtenaren, die misschien iets te vakkundig zijn’, zei Lindquist.

‘DUITSLAND IS TE LAF’

Omdat een munteenheid een staat nodig heeft en omdat de Europeanen niet geneigd zijn er een te creëren, zou de euro wel eens in woelig water kunnen terechtkomen. Het is niet erg politiek correct om dit soort problemen op te werpen, net op het moment dat de EU op een agressieve manier de euro promoot. ‘Alleen een Amerikaan kan dergelijke vragen stellen’, schimpte een EU-ambtenaar. Hij vertelde erbij dat in het Verdrag van Maastricht geen uitstapregeling werd ingebouwd.

Een verslaggever van Newsweek die durfde te polsen naar de mogelijkheid dat Duitsland indien nodig uit de eurozone zou stappen, werd door een ambtenaar afgedaan als een rechtse radicaal ‘die kwam plassen tegen de benen van de politici’. Maar het correcte antwoord, zo gaf de man later toe, luidt ‘misschien’. En de Europeanen stellen dezelfde vraag. ‘Die eenmaking is geforceerd en werd gewoon in scène gezet’, zegt Robert de Mattei van de anti-Europese groepering Lepanto. ‘Het is echt niet uitgesloten dat de euro flopt.’

Het zou wel eens kunnen beginnen in Duitsland. In 1993 en 1998 stapten drie Duitse economen en een jurist naar de rechtbank om te voorkomen dat hun land de euro zou invoeren. Volgens hen druiste de euro in tegen de Duitse wet die de prijsstabiliteit beschermt en was de beslissing om hem in te voeren op een ondemocratische manier genomen. Twee keer werd hun klacht afgewezen, maar in 1998 schreef de rechter in zijn arrest dat Duitsland in het systeem stapte ‘op voorwaarde dat de euro de prijzen stabiel hield’. In theorie kan de Duitse wetgever dus toestaan dat het land uit het muntsysteem stapt als de inflatie uit de pan swingt. Maar zelfs Wilhelm Nölling, een van de academici die naar de rechter stapten, betwijfelt of dat ooit zal gebeuren. ‘Duitsland is te laf. We durven in geen geval de ontmanteling van het eurosysteem in gang te zetten en de schuld op ons te nemen.’

HET VOORBEELD VAN DE GAULLE

Het meest plausibele scenario voor een mogelijk uiteenvallen van het systeem is wellicht van Franse makelij. Het land heeft zo’n lange traditie van centralisme dat de euroscepticus Jean-Paul Bled zelfs Jeanne d’Arc als argument gebruikt tegen een federaal Europa én voor de mogelijke ondergang van de euro. Bovendien is het politieke klimaat in Frankrijk erg wisselvallig.

Chaney herinnert eraan dat president Charles de Gaulle in 1968, in een poging om de opstandige arbeiders tot rust te brengen, het minimumloon met 20 procent en de laagste pensioenen met 25 procent verhoogde. Een jaar later, nadat hij de verkiezingen had gewonnen, devalueerde hij zonder verpinken de Franse frank met 20 procent _ kwestie van de rekening te kunnen betalen. Zonder nationale munt kan geen enkele Franse politicus die truc ooit nog herhalen.

Bled rekent een derde van de Franse kiezers tot het kamp van de eurosceptici. ‘De kloof tussen de regering en de bevolking neemt toe’, waarschuwt hij. ‘Het is een probleem dat onze politici niet kunnen blijven negeren.’

Allemaal vergezocht? De Amerikaanse econoom Martin Feldstein doordenkt het doemscenario tot het uiterste. Volgens hem kan de poging om de monetaire unie in goede banen te leiden nieuwe conflicten veroorzaken. En dat zo’n conflict uitdraait op een oorlog is volgens Feldstein helemaal niet ondenkbaar. Extreem? Misschien. Maar we doen er goed aan in het achterhoofd te houden dat de euro de voortzetting is van de Europese diplomatie met economische middelen.

Een stevige schok, zoals een scherpe stijging van de olieprijzen, is al genoeg om het europroject van de sporen te laten lopen. Het is ook uitgesloten dat er binnen afzienbare tijd een compromis wordt gevonden om de belastingen van de lidstaten op elkaar af te stemmen en de uitgaven in te perken om de euro stabiel te houden.

‘Europa heeft die verwerpelijke traditie van monstrueuze compromissen en voortdurend aanmodderen’ zegt de Britse politicoloog John Laughland, een euroscepticus. ‘Vooral de jongste jaren. Maar het heeft ook een lange geschiedenis van crises en oorlogen.’

Karen Lowry Miller

Copyright Knack/Newsweek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content