Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Het economische aspect in het debat rond euthanasie omvat de levensverzekering.

Wie een levensverzekering aangaat met een overlijdensdekking zorgt ervoor dat zijn nabestaande(n) bij zijn dood een kapitaal wordt uitgekeerd. In een aantal gevallen betalen de verzekeringsmaatschappijen dat kapitaal echter niet uit. Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer een verzekerde sterft aan euthanasie? In de huidige verzekeringswetgeving – de wet op de landverzekeringsovereenkomst – staat daarover niets vermeld. In afwachting van een definitieve wettelijke regeling van euthanasie hebben de verzekeraars een aantal aandachtspunten geformuleerd.

Centraal in het maatschappelijk debat staat de vraag of euthanasie in de strafwet blijft of niet. Momenteel ziet het ernaar uit dat, in het geval euthanasie een strafbaar feit blijft – toegestaan onder bepaalde voorwaarden -, dat weinig invloed heeft op de uitkering van de levensverzekering. Het overlijdenskapitaal moet worden uitbetaald. De verzekeringsmaatschappij kan de dekking immers niet weigeren: ze heeft geen enkele wettelijke basis om dat te doen. ‘Er is één uitzondering’, meldt Hugo Keulers, advocaat bij Loeff Claeys Verbeke. ‘Wanneer zou blijken dat de euthanasie een vermomde vorm is van zelfmoord die gepleegd wordt binnen het jaar nadat de levensverzekering werd aangegaan, wordt het overlijdenskapitaal niet gestort.’

Zelfmoord is door de meeste polissen trouwens niet gedekt tijdens het eerste jaar. De hele periode die daarop volgt, is zelfmoord wel gedekt. Met andere woorden, wanneer iemand ‘euthanasie pleegt’ dertien maanden na de ondertekening van de overeenkomst, kan de verzekeringsmaatschappij ‘vermomde zelfmoord’ niet meer inroepen als argument om een uitbetaling te weigeren. De verzekeringsmaatschappijen houden de definitie van euthanasie nauwgezet in het oog.

Toch lijken ze vrij gerust. Euthanasie in haar meest ‘voorkomende’ vorm lijkt voor hen geen probleem. ‘We kunnen er bijna zo goed als zeker van zijn dat euthanasie slechts voorkomt wanneer een contract reeds lange tijd loopt’, formuleert Wauthier Robyns, woordvoerder van de Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen. En, na een lange looptijd is een groot deel van de premies betaald – de eventuele schade voor de verzekeraar blijft beperkt. Anderzijds sluiten de verzekeringsmaatschappijen de mogelijkheid van euthanasie in een vroeg stadium door hun medische vragenlijst of medisch onderzoek bijna automatisch uit.

De Beroepsvereniging vestigt wel de aandacht op een bepaald type van overlijdensverzekering, die wel nadelig kan zijn voor de verzekeraar in geval van euthanasie: de ’tijdelijke overlijdensverzekering met vast kapitaal’. Die keert een overlijdenskapitaal uit wanneer de verzekerde vóór een van tevoren bepaalde datum sterft. Overlijdt hij pas nadien, dan verdwijnt het kapitaal in het niets. Stel dat de verzekerde ziek wordt een halfjaar voor de vervaldatum en volgens medische bronnen nog een levensverwachting heeft van een vol jaar, zal de verzekeringsmaatschappij die euthanasie mogelijk aanvechten.

‘Toch is de tijdelijke overlijdensverzekering met vast kapitaal bij ons niet erg populair’, relativeert Wauthier Robyns. Enigszins vergelijkbaar is de schuldsaldoverzekering, die meestal wordt verkocht in combinatie met een hypotheeklening. Maar bij een dergelijke verzekering neemt het kapitaal af naarmate ook de schuld daalt. Met andere woorden, ook de mogelijke ‘schade’ voor de verzekeraar neemt jaar na jaar af.

Is er dan niets aan de hand? Het meest relevante punt in het debat – waar de verzekeraars momenteel niet echt op wensen in te gaan – blijft de vraag of er kwaad opzet en belangenvermenging in het spel zijn, en – niet onbelangrijk – wie daarover beslist. Sommige gevallen van misbruik lijken duidelijk: een dokter die zijn vader een spuitje geeft alleen met het oog op de uitkering van de levensverzekering, begaat een moord. Het overlijdenskapitaal wordt niet uitbetaald. Tegen een dokter echter die geen banden heeft met de begunstigde en die veroordeeld wordt wegens euthanasie, heeft de verzekeringsmaatschappij geen betoog. Een schadevergoeding kan ze bijvoorbeeld niet opeisen.

Wanneer euthansie dan weer wordt gepleegd door indirect begunstigden, ligt het moeilijker. Maar, als zou blijken dat de begunstigde, die het overlijdenskapitaal krijgt, bijvoorbeeld via de onrechtstreeks begunstigde mededader is van de moord, wordt ook in dat geval het kapitaal niet gestort.

Het grote knelpunt blijft: hoe toon je aan welke de motieven zijn van een begunstigde? Stel dat euthanasie uit de strafwet verdwijnt, dan wordt dat wellicht nog moeilijker. Een duidelijke wettelijke regeling zou kunnen tegemoetkomen aan dat probleem.

Voorlopig gaat het debat dan nog alleen over euthanasie. Een stap verder is de geassisteerde zelfmoord. In bepaalde staten van Amerika is dat een wettelijk geregelde zaak. Met een opdracht voor de verzekeringsmaatschappijen. De kosten die ermee gepaard gaan, worden terugbetaald.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content