Griekenland krijgt geen geld maar een stevige schouderklop.

© The Economist

‘Behoorlijk rampzalig.’ De reactie van een diplomaat na afloop van de top loog er niet om. De belofte dat er ‘beslist en gecoördineerd’ actie zou worden ondernomen om te voorkomen dat de speculatie tegen Griekenland naar andere landen van de eurozone zou overslaan, bleef uiterst vaag. Er was over bilaterale leningen van de rijke landen gesproken, versnelde uitbetaling van steun uit de structuurfondsen en speciale leningen die door de Europese Unie zouden worden gegarandeerd. Maar bondskanselier Angela Merkel weigerde verder te gaan dan een stevige politieke verklaring, waarin de eurozone met haar hele gewicht achter Griekenland ging staan. In ruil daarvoor beloofde Griekenland dat het zijn begrotingstekort drastisch zal beperken.

De Duitsers vinden dat ze genoeg hebben betaald voor de Europese eenmaking. Merkel toonde zich sceptisch over de Griekse beloften, en kreeg voor elkaar dat de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds maandelijks op de Griekse inspanningen zullen toekijken. Even leek de oude Duitse vrees uit te komen: dat zij alleen voor de zwakkere Europese economie-en zouden opdraaien als ze hun geliefde mark opgaven. Zeker de Duitse liberalen – de coalitiepartner van Merkel in Berlijn – wezen elke directe financiële hulp aan Athene af. Ze vinden dat de Grieken de miljoenen uit Brussel de voorbije jaren maar niet zo zorgeloos over de balk hadden moeten gooien. ‘Je helpt een alcoholist niet met een nieuwe fles schnaps.’

Het is een gok. Ze hopen dat een stevige politieke verklaring volstaat om te voorkomen dat de crisis naar een groter land overslaat. Naar Spanje, bijvoorbeeld. Duitse en Franse banken hebben trouwens zo veel Grieks overheidspapier in handen dat er toch geld komt als het nodig is.

In een gezamenlijke persconferentie met Angela Merkel zei de Franse president Nicolas Sarkozy in Brussel dat de EU bewust vaag bleef. ‘We gaan de speculanten nu ook niet helpen.’ Hij leek daarmee de financiële markten te verwijten dat zij de druk op de euro opvoeren om de Unie ertoe aan te zetten van strengere regelingen af te zien.

In de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk is lange tijd de Europese wil onderschat om de euro te steunen als dat nodig zou zijn. De eenheidsmunt is er altijd meer als een politiek dan als een economisch project gezien. Sarkozy en Merkel zegden na de top dat de crisis de idee versterkt dat Europa veel nauwer moet samenwerken op het vlak van de economische politiek. Europa, zegden ze allebei, moet zich bewegen in de richting van een ‘economische regering’.

© The Economist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content