Bij de herdenking in 1956 van de honderdste geboortedag van George Bernard Shaw dook plotseling “Misalliance” weer op, een stuk uit 1910 dat drie keer werd gespeeld en dan vergeten. Naoorlogse theatermakers in Groot-Brittannië en Amerika ontdekten in de vaudeville absurdistische trekjes en waren vooral gecharmeerd door de onconventionele houding van de schrijver. Toch kende het stuk ook na 1956 geen hoge vlucht. In ons land werd het ooit door een Franstalig beroepsgezelschap gespeeld. Het valt dus wel op als Het Toneelhuis het stuk programmeert en Warre Borgmans, in een vertaling van Walter Van den Broeck, regisseert.

In “Misalliance” zet Shaw het establishment van zijn tijd in zijn hemd en hij aarzelt niet om het deus ex machina-principe van de oude Grieken even te lenen. Een koppel komt letterlijk uit de lucht vallen met vliegtuig en al op het mooie gazon van John Tarliton ( Pierre Callens), succesvol handelaar in ondergoed. De piloot ( Bart Van Avermaet) blijkt geen onbekende en zet ook een zekere Lina ( Anne Denolf) aan de grond, een Poolse acrobate, geen reddende engel maar wel iemand die in de hoofden van zowat iedereen verwarring sticht.

“Misalliance” gaat over huwen en verliefdheid en over katjes in het donker, maar ook over zelf beslissen op wie men verliefd wordt.

Het moeilijk samen te vatten stuk is een opeenvolging van almaar gekker wordende situaties. Het zou kunnen dat Shaw via de moeder ( Camelia Blereau) of haar dochter Hypatia ( Karlijn Sileghem) een aantal ideeën wou relativeren uit zijn Fabianisme, waarin hij onder meer voorstelde de toenmalige heersende klasse niet te vervangen door een andere, maar ze gewoon af te schaffen door een opwaardering van het individu. Hypatia’s haast hysterische uitroep: “Ik wil zijn, ik wil doen, en ik ben bereid daarvoor te lijden als het moet”, wijst in die richting. In ieder geval stapelen de paradoxen zich op in deze doldraaiende carrousel.

“Misalliance” staat bekend als een haast onspeelbaar stuk, te veel conversatie en te weinig actie. Dat kan je van deze voorstelling niet zeggen. De clowneske vormgeving van het overweldigend gebeuren rondt echter een aantal scherpe kantjes af. Meer slapstick in de aard van wat Lukas Smolders doet als bastaardzoon en zogezegde revolutionair, zou het stuk meer Shaw hebben gemaakt, maar daarom nog niet de Shaw waarop we zitten te wachten.

Reisvoorstellingen. Info: 03/224.88.44 (Toneelhuis).

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content