Over “duikboten”, “slavendrijvers” en lege kasten: het Europese Rekenhof legt de corrupte systemen van de Europese Unie bloot.

Met verbrijzelde schedel lag Antonio Quatraro in een plas bloed voor het gebouw van de Europese Landbouwdirectie in Brussel. Om halfnegen was de bediende van de Europese Unie uit het venster op de zesde verdieping gesprongen. Hij stortte neer op een plek, waar zijn collega’s hem goed konden zien: voor de hoofdingang van het gebouw, in de Wetstraat.

Quatraro had naar eigen regels geleefd. Miljoenen frank subsidies, bestemd voor de Europese tabaksboeren, waren door hem afgeleid. Naar welke bestemming was niet meteen duidelijk. Persoonlijke verrijking? Partijfinanciering voor de Democrazia Cristiana? Toen de verdachtmakingen tegen hem concreter werden, pleegde Quatraro in het voorjaar van 1993 zelfmoord.

De Brusselse EU-gemeenschap dekte het zaakje meteen toe. Ach, het betrof een alleenstaand geval, een solitaire actie, een slordigheidje. Nee, dit was geen symptoom van structurele fouten. De eurocraten draaiden zich om en probeerden weer op beide oren te slapen.

Dat lukte ze niet overdreven lang.

Toen Edith Cresson, Europees commissaris voor Wetenschap, Onderzoek en Ontwikkeling (Directoraat-Generaal XII), onlangs door de interne audit van het Europese parlement gehoord werd over corruptie binnen de Commissie, hadden alleen haar toegewijde ambtenaren het nog over solitaire acties en slordigheidjes. Europarlementsleden en financiële controleurs gewaagden ondertussen onverbloemd van het “systeem-Cresson”. Sinds lang staat de Franse ex-premier symbool voor de corruptie, incompetentie en arrogantie van de Europese Commissie. En voor de vriendjespolitiek, in Brussels jargon favoritisme genoemd.

HET IS ALTIJD TEGEN LINKS

De Europese Unie bereidt een uitbreiding naar het Oosten voor. Als de landen van Centraal- en Oost-Europa toetreden, groeit ze uit tot de grootste economische machine ter wereld. Maar het systeem dat de machine doet draaien, werkt op zo’n duistere manier dat het amper gecontroleerd kan worden. Dat is nog maar één – overigens wel belangrijke – reden van de kloof tussen de burgers en de Europese bestuursapparaten in Brussel, waar ze zoals algemeen wordt aangenomen het geld verpatsen. Het dreigt voor de Europese Commissie erg vervelend te worden als nu een hele keten van corruptie wordt blootgelegd, die de vooroordelen staaft van iedereen die de moloch in Brussel slecht gezind is.

Tegen drie hoge ambtenaren van het DG XII van Cresson loopt een gerechtelijk onderzoek wegens onregelmatigheden. Het trio leidt het onderzoekscentrum in het Italiaanse Ispra. De peroneels- en administratiekosten swingen er de pan uit; zo’n 80 procent van het budget. Meer dan veertig procent van de contracten werd – tegen de Europese regels in – onderhands afgesloten. Echtgenoten van het onderzoekspersoneel zouden bizarre arbeidscontracten gekregen hebben. Twee stilgelegde kerncentrales op het onderzoeksterrein draaiden sinds de jaren zeventig met verlies.

Commissaris Cresson bleek niet onder de indruk van de beschuldigingen. Hautain glimlachend hoorde ze de feiten aan, antwoordde in haar bloemrijkste Frans en bleef vaag, zelfs toen haar concrete vragen werden gesteld. Bijvoorbeeld, over de aanstelling van haar goede vriend René Berthelot, tandarts, die als gast-wetenschapper bij haar onderdak vond. Hij heeft nogal wat gereisd, opperden de ondervragers. “Altijd met het oog op innovatie”, preciseerde Cresson. Juist ja.

Mevrouw Cresson kiest zelfs voor de tegenaanval. “Is het toeval dat vooral linkse commissarissen geviseerd worden?” vroeg ze zich retorisch af in de Franse krant Le Monde. Ze vergist zich. Tegen half november heeft het Europese Rekenhof de programma’s Phare en Tacis opgespit. Dat zijn hulpprogramma’s van de Europese Unie om in Centraal-Europa en het GOS, de vroegere Sovjet-Unie, de hervormingen financieel te steunen. Die programma’s worden geleid door de Nederlandse commissaris Hans van den Broek, een christen-democraat. Het voorlopige rapport daarover spreekt vernietigend van “een schoolvoorbeeld van een Europees-politieke ramp”.

OOST-EUROPESE KERNCENTRALES

In 1990 kreeg de Europese Unie van de internationale gemeenschap de opdracht om de verouderde atoomcentrales – waaronder de beruchte centrale van Tsjernobyl – te beveiligen. Alles bij elkaar zou de EU vijftig centrales in Rusland, Bulgarije, Oekraïne en Hongarije ofwel stilleggen, ofwel aanpassen aan de internationale veiligheidsnormen. Dat was noodzakelijk, dus dat mocht wat geld kosten. Zo’n dertig miljard frank was voorzien. Eén derde daarvan werd ook effectief aan de beveiliging besteed. De rest belandde gedeeltelijk op de rekening van Duitse en Italiaanse adviseurs (zie kader).

Omdat die adviseurs in ruzie vielen met de verantwoordelijken van de Oost-Europese centrales, werden van de ene dag op de andere de beveiligingswerken in de bouwvallige centrale in het Russische Kola stilgelegd. De afvoer en de behandeling van het hoogradioactieve koelwater wordt er niet meer verzekerd.

Het rapport laat zich lezen als een thriller. Pagina na pagina wordt een systeem blootgelegd, dat al twintig jaar gedijt binnen de duistere structuren van de Europese macht. Rond de centra van de Europese besluitvorming zweeft een melkweg van adviserende firma’s die telkens weer en zonder enige openbare aanbesteding opdrachten krijgen van de Commissie. Op die manier werd die Commissie de melkkoe van hoogleraren, ingenieurs en juristen. Velen van hen werken al aan universiteiten of als ambtenaren, en ontvangen van de Commissie een meer dan behoorlijk tweede loon. Het is alleen maar de belastingbetaler die dubbel betaalt.

“Dat bestelt maar studies en dat maakt maar studies, maar wordt er eigenlijk ooit iets mee gedaan?” vraagt de sociaal-democraat Herbert Bösch, europarlementariër voor Oostenrijk, zich af. Hij maakt deel uit van een parlementaire groep die het budget controleert. Die stelt harde vragen, wil documenten zien, is het beu dat de Commissie tot nog toe elk schandaal onder het tapijt veegde. Maar, zucht de Duitse sociaal-democrate Rosemarie Wemheuer, lid van de controlegroep, “de Commissie werkt even traag als anders.” Tot dezelfde conclusie komt de Spanjaard Juan Manuel Fabra Vallés, die een netwerk van afroomfirma’s rond het Middellandse-Zee-programma (DG IA) van zijn landgenoot, commissaris Manuel Marin meteen aan justitie wil doorgeven. “Elk geval dat we vinden, illustreert alleen maar het gebrek aan transparantie van het hele systeem”, klaagt Diemut Theato, voorzitter van de controlegroep.

Het gaat al lang niet meer om de cententellers onder de parlementsleden. Volgens Wemheuer staat niks minder dan de geloofwaardigheid van Europa op het spel. Want: “Als Belgisch commissaris Karel Van Miert op de meest rigoureuze wijze boetes oplegt en bedrijven doet sluiten in naam van de vrije concurrentie, dan moet tenminste het aanbesteden van werken in zijn eigen huis steunen op die regels van de vrije markt.”

EEN METAFYSISCHE BOEKHOUDING

Als in december de begroting voorligt, kan het parlement die afwijzen – in het huidige klimaat lijkt dat nog niet eens zo denkbeeldig. De Commissie zou dan eigenlijk na zo’n motie van wantrouwen moeten opstappen.

Met het creëren van een eigen systeem – met een netwerk van adviseurs en medewerkers – probeert de Commissie te vermijden dat het verantwoording moet afleggen. Zo’n systeem laat toe om op grote schaal met geld te jongleren, valt amper te controleren, en is dus geknipt voor tal van kuiperijen. Veel steekproeven van de interne financiële controle of van het externe Rekenhof geven hetzelfde beeld: een miljardenverslindende Europese economie, die haar uitgaven amper kan bewijzen.

Commissiebeambten schrijven miljoenen over aan firma’s zonder dat die papieren of wat dan ook moeten voorleggen. De onderzoeksprogramma’s Joule-Thermie en Altener houden zich bezig met hernieuwbare energie en kregen daartoe van commisaris Cresson veertig miljard frank toegewezen. Bij onderzoek ontdekten de revisoren dat geen enkel rapport ook maar één bedrag laat staan een bewijs van de kosten vermeldde.

En over de boekhouding bij Echo – humanitaire hulp aan de rest van de wereld – schrijven de auditeurs ironisch dat die “metafysisch” is.

Vaak is er gewoon geen enkel verslag meer te vinden. Als de beambten van de interne controle een gebouw binnenstappen, vinden ze lege kasten. Als bij wonder blijkt elk bewijs vernietigd, verloren. De computerschijven? Tja, pech, gewist.

In dat systeem van bedrog past ook het personeelsbeleid bij Echo. Dat is een onderdeel van het rijk waarover de bedrijvige commissaris Emma Bonino heerst. Financiële hulp ter waarde van honderd miljoen frank, bestemd voor Oost-Afrika en Bosnië, verdween ergens onderweg. Het geld ging naar lonen voor EU-medewerkers die officieel niet eens op de loonlijsten mogen voorkomen, omdat ze niet benoemd zijn. Daar bestaat in het Europese jargon zelfs een woord voor: “duikboten”.

Die duikboten horen bij het geritsel binnen de Commissie: iedereen weet het, niemand doet iets. Het zou alles bijeen om zo’n zeshonderd man personeel gaan. Maar die worden officieel natuurlijk niet door de EU betaald, wel door privé-firma’s. Ook daar bestaat een euroterm voor: “slavenhouders”. Er zouden er zo’n twintig bestaan.

Een van die privé-firma’s is de Luxemburgse firma van Claude Perry. Zijn verborgen zaakjes en “de dumpingprijzen veroorzaakt door al die firma’s die verdragen sloten met de Commissie”, dwongen hem om dingen te vervalsen, zegt hij zelf. Hij sloot schijnverdragen af met de Commissie, stichtte twee dochterfirma’s in Dublin. Daarop stortten de Echo-beambten de financiële hulp, die in feite gewoon lonen voor EU-personeel en een percentje voor Perry waren. Waarom in Ierland? Minder belastingen.

Sinds 1972 werkt Perry voor en met de Commissie. Hij heeft opdrachten van 17 (van de 24) Directoraten-Generaal. Ook Berthelot stond bij hem op de loonlijst: 200.000 frank per maand en een gratis huis in Brussel. Tot de tandarts een contract kreeg als aidsexpert bij de Commissie.

Bij Perry kreeg ook de echtgenote van Echo-ambtenaar Hubert Onidi een goedbetaald schijncontract. En ambtenaar Francis de Gaultier werd zo’n 600.000 frank uitbetaald. Andere EU-ambtenaren hield hij te vriend met vliegtuigtickets, of kaartjes voor formule 1-wedstrijden.

Nu de waarheid naar boven drijft, is Perry failliet. Dat vindt de man allesbehalve eerlijk. Drie weken geleden vroeg hij europarlementslid Daniel Cohn-Bendit om voor hem een goed woordje te doen bij de Commissie. Dat vertikte de ex-revolutionair. Dus klaagde Perry de Commissie officieel aan: hij eist een vergoeding van 400 miljoen frank wegens schade aan zijn zakelijke belangen.

Copyright Knack/Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content