Dirk Pauwels en Peter Perceval, over wat Victoria en het Speelteater bindt en scheidt.

GENTHEEFT iets met theater. Maar naast het volwassenentheater kennen ze er ook flink uit de kluiten gewassen en professioneel gerunde kinder- en jongerentheaters. Altijd onderweg is het figurentheater Taptoe, terwijl Victoria en het Speelteater zeer frequent in Gent te zien zijn. Victoria (Fratersplein 7) kan terecht in het Nieuwpoorttheater dat aan het verbouwen is. Het Speelteater bespeelt sinds maart 1994 een eigen schouwburg : De Kopergietery aan de Blekerijstraat 50. Ondertussen kwamen daar al zo’n 40.000 kinderen over de vloer.

Er zijn veel verschillen maar ook parallellen tussen het Speelteater en Victoria, die beide toonaangevend kunnen worden genoemd voor het kinder- en jongerentheater in Vlaanderen. Hun subsidies worden verhoogd waardoor medewerkers eindelijk betaald worden, er een planning kan komen op langere termijn en de projecten met meer medewerkers ontwikkeld en uitgediept worden. Beiden hebben ook hun jaarlijks festival. Het Victoria Festival is aan zijn derde editie toe. Het is de opvolger van het destijds gerenommeerde Stekelbeesfestival, maar met andere accenten en vooral op ?benieuwdheid en verrassing? gericht.

Het Speelteater heeft zijn Zondvloed, nu al voor de vierde keer. Het is de bedoeling in februari ’97 De Kopergietery een week lang te laten bruisen met dans, film, theater, beeldende kunst en muziek, voor een deel creaties met en voor jonge mensen. Het Victoria Festival zal niet zoals gewoonlijk in november worden georganiseerd, maar in mei volgend jaar. Gewoon omdat ook dit festival evolueert en Victoria meer tijd wil besteden aan de voorbereiding. Het accent zal liggen op de confrontatie tussen ervaren talent en jong talent. Een valabel uitgangspunt voor een korte gespreksronde met Dirk Pauwels, artistiek leider van Victoria, en Peter Perceval, programmator bij het Speelteater/De Kopergietery.

Modieus ?kinder- en jongerentheater? of eigenlijk beter gewoon theater ?

DIRK PAUWELS : Voor mij gaat het erom te zoeken naar de diepte en hoe je met het metier omgaat. Hoe je met de mensen omgaat die in dat metier werken, en vooral hoe je jonge mensen daarin begeleidt. En daar schort nogal wat aan. Want als je met jonge mensen werkt, kom je algauw in de buurt van de vrijetijdsbesteding, maar voor ons moet het iets meer zijn.

PETER PERCEVAL : Er valt in het jongerentheater weinig geld te rapen en de erkenning en de feedback van het theatermilieu zelf zijn nog altijd klein. Een ander aspect is dat je op de duur uitgekeken raakt op de bestaande formules van jeugdtheater maken. Bij veel makers leeft het misverstand dat het maken van kinderstukken een heel beperkt spectrum heeft, maar dat steunt op een serieuze onderschatting van het bevattingsvermogen van kinderen. Ze groeien op met de tv en kennen de codes en de taal ervan. Televisie schept een afstand tot de werkelijkheid. Maar voor kinderen is theater echt. Ze zitten mee in die zwarte doos en hebben een directe ervaring in drie dimensies. We merken ook een terugkeer naar pure vormen, naar het vertellen en tonen van verhalen.

Tot vorig seizoen heeft Victoria gewerkt met vaste kunstenaars uit diverse disciplines. Nu niet meer ?

PAUWELS : Waar we anders investeerden in enkele mensen, laten we nu het huis open. Er is nood aan investeringen in meerdere mensen, maar daarom niet altijd voor een langere termijn. Je legt met hen een parcours af dat echt nodig is en waarvan je de inhoud en de duur ook samen met hen bepaalt. Zo zal de samenwerking met Alain Platel en Arne Sierens die ?Bernadetje? maakten, nog een tijdje duren denk ik. Ik weet dat er tussen hen een ongelooflijke behoefte bestaat om samen dingen te doen en zolang die behoefte er is, investeren we in die mensen.

Wat mij prikkelt is dat ieder ding dat gemaakt wordt ook noodzakelijk moest gemaakt worden. Als we kijken naar vorige seizoenen, merk ik dat we te veel hebben gedaan ( In 1995-’96 : 170 voorstellingen en dit vooral ’s avonds of als vrije-namiddagvoorstelling, R.A.). We moeten ons meer naar het inhoudelijke, de diepte, de essentie richten dan naar de kwantiteit. We zitten ook met een teveel aan ideeën en invalshoeken en we moeten dus weten wat we willen en selecteren.

De Kopergietery en het Speelteater vormen een complex geheel. Hoe spelen beide op elkaar in ?

PERCEVAL : Het Speelteater en De Kopergietery vormen een organisch geheel, en mijn basisstelling is dat een kunstenhuis slechts bestaat dankzij een publiek. Centraal daarin staan kinderen en jongeren. Enerzijds ontwikkelen we een actieve werking in het maken van voorstellingen met jongeren, anderzijds bieden we voorstellingen aan van andere gezelschappen. Daarin koppelen we ons prijzenbeleid aan onze programmapolitiek. Door het bewust laag houden van de inkomprijzen houden we ook de drempel van onze schouwburg laag, en dat geldt ook voor de zogenaamde volwassenenproducties ’s avonds. Op die manier vinden de jongeren die vroeger naar schoolvoorstellingen kwamen, makkelijker de weg naar de avondvoorstellingen van het volwassenentheater.

Specifiek naar jongeren toe zijn we een labo aan het uitbouwen. In de dramalessen die we organiseren, worden nog heel sterke impulsen gegeven vanuit de begeleiders, zijn het de jongeren zelf die ideeën lanceren en alleen maar hun project willen komen doen, professioneel begeleid op het technische vlak en naar promotie toe.

Zowel het Speelteater als Victoria kennen een ruime internationale werking. Waar liggen de accenten ?

PERCEVAL : De werking van het Speelteater richt zich onder meer op Nederland en omvat onder andere een uitwisseling van theatermakers. Rieks Swarte is hier geweest om ?De heuvels van blauw?, naar Dennis Potter, te maken en dit seizoen hebben we Bas Zuyderland in huis voor ?Lenz?, naar de novelle van Georg Büchner. Swarte en Zuyderland zijn vooraanstaanden uit het jongerentheatercircuit in Nederland dat daar heel professioneel is uitgebouwd en waar gigantische sommen tegenaan worden gegooid. Op dat vlak staat de balans van onze wisselwerking een beetje scheef. Het probleem in Nederland is dan weer dat er wel veel wordt geproduceerd en er een schitterende bovenlaag is, maar dat daaronder dan ook een enorm lange staart hangt die voor ons uiteraard niet interessant is.

PAUWELS : De wereld manifesteert zich voor Victoria in twee snelheden : in de eerste plaats heel selectief naar het buitenland gaan en aan de andere kant het binnenhalen van internationaal talent. Zoals met de New Yorkse Hongaar Peter Halasz, die voor het 3de Victoria Festival de opdracht kreeg een voorstelling te maken met de laatstejaarsstudenten van de toneelafdeling van het Gentse conservatorium. Daarmee wordt volgend seizoen dan op tournee gegaan. Pas afgestudeerd en al werk.

Ons Festival is ingebakken in onze werking, maar het is ook een middel om theatermakers die we kennen een kans te geven om binnen onze filosofie hun werk te tonen. Een receptieve werking is voor ons niet noodzakelijk.

Als we denken aan het recente rumoer rond de inmiddels afgeblazen fusie om tot het ?grootste gezelschap van Vlaanderen? te komen en aan het streven van de overheid naar grootschaligheid, leidt dat ook voor jullie niet naar een fusie ?

PAUWELS : Als er ooit een fusie zou komen, dan moet er eerst een artistieke en organische noodzaak voor zijn. Die is er nu niet. Het is dus te vroeg om de vraag te stellen. Victoria en het Speelteater moeten gewoon goede collega’s zijn. De sterkte van de beide organisaties zit in de artistieke verschillen. We moeten elkaar in het oog houden en kritisch tegenover elkaar kunnen staan.

PERCEVAL : Ik ben niet tegen samenwerking met Victoria of met andere collega’s uit andere steden. Maar we moeten ons hoeden voor het opstarten van een ?groot? gezelschap. Zo’n gigantische machine is zoals Eva Bal het zegt : ?een waterhoofd met heel kleine voetjes? en ook de monopoliegedachte daarbij is niet goed. Trouwens zo’n Nationaal Toneel is in het verleden al twee keer mislukt en is ook nu financieel niet leefbaar. Wél leefbaar is een bundeling van krachten, maar met behoud van ieders eigenheid.

Roger Arteel

Info Speelteater/De Kopergietery : 09/225.10.78 ; Victoria : 09/225.37.32.

Dirk Pauwels : Waar we anders investeerden in enkele mensen, laten we nu het huis open.

Peter Perceval : Een kunstenhuis bestaat slechts dankzij een publiek.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content